woensdag 21 april 2021

Saraiva alias Senior Coronel, deel 5

(vervolg van deel 4)

In de voorgaande delen behandelde ik de "traditionele" afkomst van de familie Senior Coronel, ging ik in op de families Saraiva en Coronel uit Galicië en de verschillende David Senior Coronels die er waren. Voordat ik een overzicht kan geven van de gehele familie Senior Coronel gedurende de zeventiende en achttiende eeuw, zijn er nog enkele zaken die ik belangrijk vind om te bespreken. Het betreft hier met name de oorsprong van de takken die zich met name in de achttiende eeuw uitbreidden.

1. De afstamming van Moses de Isaac Senior Coronel

Moses de Isaac Senior Coronel (1664-1729) is de stamvader van een uitgebreide tak Senior Coronel te Amsterdam, waarvan halverwege de achttiende eeuw ook leden te Londen woonachtig waren. Bij eerste huwelijk in 1689 met Jael Musaphia vermeldt hij dat hij in Amsterdam geboren was en zijn ouders reeds overleden waren. Zijn broer Salomon treedt op als getuige. Moses wordt soms als zoon van de “Amsterdamse” Isaac Senior Coronel (alias Pedro Homem Coronel), zoon van David Senior de oudere gezien. Dit is gezien zijn geboortejaar onwaarschijnlijk; Isaac was toen nog met zijn echtgenote Sara Sarfaty Pina gehuwd, die vóór 1610 geboren moet zijn. Het huwelijk van Moses’ broer Salomon uit 1681 geeft een duidelijk beeld: Salomon geeft aan in 1652 in Brazilië geboren te zijn. Aangezien niet de Amsterdamse Isaac, maar diens gelijknamige Hamburgse neef in Brazilië geweest is, moeten we concluderen dat Moses en Salomon tot de Hamburgse tak behoren.

2. De joodse naam van António Saraiva

Volgens Cassuto (1900) was António Saraiva, broer van Duarte Saraiva de oudere (alias David Senior Coronel) en stamvader van de Hamburgse tak, dezelfde persoon als Abraham Senior Coronel, die circa 1665 overleed.[1] De Hamburgse Abraham liet zich in 1632 inschrijven bij de Dotar in Amsterdam en is naar alle waarschijnlijkheid de Abraham Senior Coronel die eind 1664 op de Beth Haim begraven werd.[2] Een lijst van Portugese gezinshoofden te Hamburg in 1617, behandeld door di Leone Leoni en Salomon (2001), suggereert echter een andere alias: naast Abraham Coronel en Jacob Coronel (aliassen van de gebroeders Lopes Coutinho), staat er géén Abraham Senior (Coronel) op de lijst, maar wél een Salomon Senior (Selomoh Senjor). Zij menen dan ook dat António’s alias niet Abraham, maar Salomon was, een suggestie die ik onderschrijf. De Hamburgse Abraham Senior Coronel zou dan eerder naar één van zijn zoons verwijzen.[3] Ik vermoed dat het hier om Diogo gaat, die dan dezelfde alias als zijn grootvader Diogo de Pina (alias Abraham Milano) zou hebben aangenomen. De Hamburgse Abraham woonde aan het begin van de jaren 1650 in Amsterdam, toen hij zijn echtgenote Sara Hana en een dochter liet begraven op de Beth Haim. Deze jaartallen vormen nog een aanwijzing dat niet António, maar zijn zoon als Abraham door het leven ging.

3. De tak uit Smyrna

Naast de afstammelingen van Moses de Isaac Senior Coronel, wordt een belangrijk deel van de familie gevormd door nakomelingen van David Senior Coronel, die aan het einde van de zeventiende eeuw in Smyrna leefde. In het eerste gedeelte van de achttiende eeuw kwamen zijn zoons naar Amsterdam. Tussen Davids zoon Salomon en diens broers ontstond onmin, omdat Salomon volgens de anderen te ongehoorzaam was geweest naar zijn ouders toe.[4] Onder de inschrijvingen van de Dotar te Amsterdam vinden we een belangrijke aanwijzing over Davids afkomst. In 1721 nam de reeds oude David Senior Coronel “de Esmir” de inschrijving “de seu pai Abraham Senior Coronel” over. Het gaat hier om de inschrijving die de onder punt twee genoemde Hamburgse Abraham opende. David zal rond 1650 in Amsterdam geboren zijn, of mogelijk iets eerder in Hamburg. Het is onduidelijk waarom hij pas meer dan vijftig jaar na het overlijden van zijn vader zijn opwachting maakte bij de Dotar. Mogelijk was hij jarenlang niet op de hoogte van de inschrijving of speelde deze vanuit Smyrna geen grote rol. We moeten concluderen dat Davids nakomelingen, evenals die van Moses, uit de Hamburgse tak stammen.

4. De Surinaamse David de Joseph Senior Coronel

Halverwege de jaren 1730 duikt in Suriname David de Joseph Senior Coronel op. Hij trouwde er met Sara de Isaac Haim d’Aguilar en kreeg er één zoon. David was moher (ritueel besnijder) op de Jodensavanne en overleed daar in 1740. Voordat hij naar Suriname vertrok, werd hij in 1734 te Amsterdam meerdere malen genoemd bij de afwikkeling van de erfenis van zijn vader Joseph. Hij deelde de nalatenschap met zijn zes zusters. Hun vader Joseph was de zoon van David Senior Coronel en Reijna Penso. Over de afkomst van deze tak bieden de registers van de Dotar opnieuw waardevolle informatie. In hetzelfde jaar als de afhandeling van een deel van Josephs nalatenschap (1734) nam de later naar Suriname vertrokken David de inschrijving bij de Dotar van zijn vader Joseph over (het begraafregister van de Beth Haim vermeldt opmerkelijk genoeg 1724 als Josephs overlijdensjaar). Joseph had de inschrijving 1695 van zijn broer Isaac overgenomen, die hem in 1677 weer van hun vader David had geërfd. Het gaat hier om de kleinzoon van David Senior Coronel de oudere (Duarte Saraiva), die de inschrijving na terugkeer uit Brazilië van zijn grootvader had overgenomen. Het huwelijk tussen David en Reijna Penso, die Davids derde echtgenote geweest moet zijn, vond circa 1665 plaats, maar is niet in Amsterdam geattesteerd.

5. Overige Coronels en Saraiva’s in Amsterdam

Gedurende de zeventiende eeuw kwamen er in Amsterdam ook Coronels voor (zonder het naamdeel Senior) die niet van Duarte en António Saraiva afstamden, maar waarschijnlijk voor het grootste deel tot de familie van de gebroeders Lopes Coutinho (alias Coronel) behoorden. Hiernaast kwamen er in de tweede helft van deze eeuw enkele Saraiva’s vanuit Bordeaux naar Amsterdam die wellicht tot andere afstammelingen van de Galicische familie behoorden.


[1] Cassuto, A., Neue Funde zur ältesten Geschichte der portugiesischen Juden in Hamburg (1900).

[2] SA Amsterdam, archiefnr. 334, inv.nr. 1141-1185, Santa Companhia de Dotar Orfas e Donzelas.

[3] di Leone Leoni, A., Salomon, H.P., 'La Nation portugaise de Hambourg de 1617 d'après un document retrouvé', in: Méchoulan, H., Nahon, G. (eds.), Mémorial I.-S. Révah: Études sur le marranisme, l'hétérodoxie juive et Spinoza (2001), p.263-295.

[4] SA Amsterdam, ONA, notaris Benjamin Phaff, attestatie (28 augustus 1736).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten