zaterdag 28 mei 2022

Sporen in Bragança

In mijn vorige post besprak ik de afkomst van Esther, echtgenote van rabbijn Moses Raphael d'Aguilar. Uit de testamenten van haar broer en neefje uit Jamaica blijkt dat zij tot de familie Baruch Alvares behoorde; zij werd omstreeks 1625/30 geboren te Bayonne als dochter van Bento Luis, afkomstig uit Bragança, en Violante Henriques.

De stad Bragança in het noordoosten van Portugal kende vanaf de zestiende eeuw een vrij grote gemeenschap van nieuw-christenen, waarvan een groot gedeelte uit Spanje afkomstig was. Velen van hen waren schoenmaker. Hun families zijn vrij goed terug te vinden in de procesdossiers van de Portugese inquisitie. Is er iets over Esthers vader Bento Luis en zijn familie te vinden?

Over Bento zijn er de volgende aanwijzingen:
  1. Bento dreef samen met een Jácome Luis handel vanuit Bayonne. Zij staan samen op een lijst van belastingplichtigen te Bayonne in 1625.[1]
  2. Bento komt met deze Jácome voor in wisselbrieven te Amsterdam, waarin ook de in Amsterdam woonachtige Alonço Fernandes (d'Aguilar) opduikt. Bento draagt hier soms ook de naam Bento Luis Alvares.[2]
  3. Bento had in Bayonne een zuster Maria Luis, bij wie zijn oudste dochter Isabel zou zijn opgegroeid.[3]
  4. Isaac de Castro Tartas geeft tijdens zijn inquisitieproces een lijst van joden in Brazilië. De inquisiteurs schrijven bij Pedro Luis (alias Joseph Baruch Alvares), de zoon van Bento, dat deze een "primo de segundo grau" (achterneef) van de ondervraagde was.[4]
  5. Isabel Luis (alias Sara Alvares), echtgenote van Andrés de Narvaez en dochter van Bento uit zijn eerste huwelijk met Isabel Mendes zou een nicht zijn geweest van Manuel Alvares, neef van Isaac de Castro Tartas en vader van de filosoof Isaac Orobio de Castro.[5]
Het is aannemelijk dat de Jácome Luis die samen met Bento te Bayonne wordt vermeld een nabije verwant is. Mogelijk gaat het hier om de zoon van Álvaro Luis, die o.a. vanuit St. Jean-de-Luz (bij Biarritz) handel dreef.[6] Het gaat naar alle waarschijnlijkheid niet om Jácome Luis Alvares (ook: Santiago, later Isaac), de oom van Isaac Orobio de Castro, die rond 1620 nog te Bragança woonde. Specifieke aanwijzingen over een verwantschap tussen Bento en Jácome ontbreken echter.

Over Maria Luis, Bento's zuster, is niet meer te melden dan dat zij haar nichtje Isabel Luis tot het jodendom teruggebracht zou hebben.[7]

De vermeldingen van de inquisiteurs over verwantschap tussen Bento's zoon(s) en Isaac de Castro Tartas, en de vermeende verwantschap tussen Bento's dochter Isabel en Manuel Alvares zijn het waard om verder te onderzoeken.

De familie van Isaac de Castro Tartas

Isaac de Castro Tartas werd rond 1623 geboren in het Zuid-Franse Tartas als zoon van Cristovão Luis (alias Abraham de Castro Tartas) en diens tweede echtgenote Isabel da Paz (alias Benvenida). Circa 1641 voegde hij zich bij de joodse gemeenschap in Nederlands Brazilië. Toen hij naar Bahia reisde, op dat moment in Portugese handen, werd hij door de inquisitie opgepakt en naar Lissabon gebracht. Hij werd na zijn proces in 1647 naar de brandstapel geleid. Zijn overlijden maakte veel los onder de Amsterdamse gemeenschap.[8]

Zoals in de meeste andere inquisitieprocessen werd Isaac ondervraagd over zijn familie. Hier wist hij niet veel van, waarschijnlijk omdat zijn vader al op leeftijd was toen hijzelf geboren werd. Hij wist dat zijn vader een broer had, António Luis, wiens dochter Esther met Isaacs eigen broer Luis da Paz was gehuwd. Isaacs oudere halfbroer en -zuster waren Manuel Luis en Ana Luis, die gehuwd was met Joseph de Castro en in Frankrijk overleed. Isaacs volle broers en zusters waren de reeds hiervoor genoemde Luis da Paz (alias Moses de Castro), Pedro (*1631), João (*1634), in wie we David en Jacob (of omgekeerd) de Castro Tartas mogen herkennen, een jong overleden zuster Joana, en drie zusters Luisa, Joanica en Maria, die later zouden trouwen (in willekeurige volgorde) met Jacob Querido, Isaac Israel Teixeira en Samuel Baruch Rosa.

Aan zijn moeders kant had Isaac een oom André Rodrigues Orobio (gehuwd met Maria Rodrigues, waaruit een zoon Isaac en een dochter), en een tante Violante da Paz (alias Sara of Esther), die met Abraham de Aguilar was gehuwd. Deze laatsten woonden in Amsterdam en hadden een zoon Jacob en een dochter. Over zijn grootouders wist Isaac alleen dat zijn grootmoeder waarschijnlijk Esperança Rodrigues heette.

Isaacs vader, Cristovão Luis (*1566) was reeds in 1596 door de inquisitie onderzocht. Op dat moment was hij nog niet gehuwd. Hij was de zoon van Jácome Rodrigues "o Vigário", een schoenmaker te Bragança, en Maria Luis. Cristovão's broers João Luis en António Luis en zijn zusters Mécia Alvares, Isabel Luis en Ana Rodrigues, waren in 1596 eveneens nog niet gehuwd. Hun oudste zuster Leonor Alvares was gehuwd met Belchior Rodrigues Versinha, waaruit onder meer Manuel Alvares, vader van Isaac Orobio de Castro, en Jácome (of Santiago) Luis Alvares geboren werden.[9]

Met de aanwijzingen dat Bento Luis' dochter Isabel volgens Kaplan een nicht zou zijn geweest van deze Manuel Alvares én dat Bento Luis' zoon Pedro volgens de inquisiteurs een achterneef was van Isaac de Castro Tartas, zou het wel heel mooi passen als Bento een kleinzoon was van Jácome Rodrigues en Maria Luis. Aangezien hij echter niet tot het gezin van Cristovão Luis of Leonor Alvares behoorde en hun broers en zusters in 1596 nog ongehuwd waren terwijl Bento toen al geboren moet zijn geweest, is dit een doodlopende weg. Het is m.i. niet onmogelijk dat Bento afstamt van één van de vele ooms en tantes van Cristovão Luis en Leonor Alvares, bij wier kinderen de namen Luis, Alvares en de Castro veelvuldig voorkomen. In de beschikbare, reeds uitgewerkte inquisitiedossiers, uitgebreid toegankelijk gemaakt door o.a. dhr. J.A. Cabo, duikt zijn naam echter vooralsnog niet op in verband met deze familie, al kan het natuurlijk zijn dat hij als kind in de jaren 1590 niet bij naam genoemd is.[10]

Is er meer te zeggen over de familie van Isaac de Castro Tartas' moeder, Isabel da Paz? Jazeker. Op basis van Isaacs aanwijzingen is er een echtpaar dat in aanmerking komt als haar ouders, namelijk Francisco Gonçalves (zoon van André Gonçalves en Violante da Paz) en Esperança Rodrigues (dochter van Duarte Garcia en Gracia Rodrigues), die rond 1590 gehuwd waren en ook beide door de inquisitie ondervraagd zijn.[11] Hun inquisitiedossiers zijn nog niet digitaal doorzoekbaar en aangezien het Portugese archief wel heel veel persoonsgegevens vraagt bij een verzoek tot digitaliseren, laat ik dat maar even voor wat het is. In het trouwboek van de katholieke kerk van Bragança - wederom dank ik dhr. Cabo voor deze aanwijzing - vinden we in 1616 een trouwinschrijving van Violante da Paz, dochter van deze Francisco Gonçalves en Esperança Rodrigues, met Martim Rodrigues, zoon van Baltasar Fernandes en Isabel de Castro. Het kan m.i. bijna niet anders dan dat het hier gaat om Isaacs tante Violante. Martim Rodrigues kan dan geïdentificeerd worden met Abraham d'Aguilar! Vlak na hun huwelijk zullen zij naar Amsterdam vertrokken zijn, en vanuit hier enige tijd naar Glückstadt en Hamburg. Over de d'Aguilars volgende keer meer. Interessant is dat ook de broer van Francisco Gonçalves, Gonçalo Gonçalves, een dochter Violante da Paz had; zij was de echtgenote van Jácome (of Santiago) Luis Alvares, de oom van Isaac Orobio de Castro. Gonçalo's zoon was José de Castro, gehuwd met Bento Luis' dochter Maria Alvares.

De familie van Isaac Orobio de Castro

Isaac Orobio de Castro (eerder Baltasar Alvares) werd ca. 1617 geboren te Bragança als zoon van Manuel Alvares (Orobio) en Mecia Fernandes Nunes. In zijn jeugd woonde hij in Sevilla, waar hij o.a. medicijnen studeerde. Nadat hij werd verlinkt aan de inquisitie en enkele jaren in gevangenschap doorbracht, vertrok hij naar Frankrijk en vervolgens naar Amsterdam, waar hij in 1666 openlijk tot het jodendom terugkeerde en tot zijn overlijden in 1687 een bekend lid van de joodse gemeenschap bleef.

In 1640 had de inquisitie van Toledo haar pijlen gericht op Isaacs familie: vader Manuel Alvares, tante Violante da Paz (echtgenote van Jácome/Santiago Luis Alvares), Violantes broer José de Castro (die later gehuwd was met Maria Alvares, dochter van Bento Luis), en Bento's dochter Isabel Luis - die een nicht van de familie zou zijn geweest - met haar echtgenoot Andrés de Narvaez. Allen woonden zij toentertijd in Spanje. Uit de verklaringen van Andrés en Isabel blijkt dat Isabel de dochter was van Bento Luis, hier ook Bento Luis Alvares genaamd, en zijn eerste echtgenote Isabel Mendes, dat zij bij haar tante Maria Luis tot het jodendom zou zijn teruggebracht, en bij haar stiefmoeder Violante Henriques in het huwelijk was getreden met Andrés de Narvaez.[12]

De familie van zowel Isaac Orobio de Castro's vader als moeder is in verscheidene inquisitiedossiers besproken. Vooralsnog zie ik géén duidelijke aanknopingspunten die duiden op een verwantschap met Bento Luis.

Ter verduidelijking van bovenstaande een schema van de bovengenoemde families de Castro Tartas, Orobio de Castro en Baruch Alvares:

Onderlinge relaties tussen de families van Isaac de Castro Tartas,
Isaac Orobio de Castro en Bento Luis.



Andere mogelijkheden?

Wanneer we in iets wijdere kring zoeken, valt mij het volgende op m.b.t. de familie van de moeder van Andrés de Narvaez, Maria Alvares. Deze Maria was een dochter van Sebastião Alvares en Francisca Gonçalves Rosica. Francisca was weer een volle nicht van Gonçalo Gonçalves (de schoonvader van Santiago Luis Alvares en van Bento Luis' dochter Maria Alvares) en Francisco Gonçalves (de grootvader van moederszijde van Isaac de Castro Tartas). Hiernaast was Francisca eerder gehuwd geweest met António de Castro, een volle neef van Cristovão Luis, de vader van Isaac de Castro Tartas. In haar inquisitieproces beschrijft Francisca haar gezin: met haar eerste echtgenoot António had zij een dochter Isabel Alvares, gehuwd met Belchior Cardozo. Met haar huidige echtgenoot Sebastião had zij de volgende kinderen: Maria (*1584), Anna (*1586), Violante (*1588), Bento (*1589) en Branca (*1595).[13]. Zou Bento Luis identiek zijn aan Francisca's gelijknamige zoon? In dat geval zou hij niet alleen de schoonvader, maar ook de oom zijn van Andrés de Narvaez. De vraag blijft dan wel waar het naamdeel Luis vandaan komt, aangezien dit maar weinig voorkomt bij de families van Sebastião en Francisca. Op basis van de gegevens die momenteel beschikbaar zijn, kunnen we dus nog weinig concluderen over Bento Luis' afkomst.


[1] Blamont, J., Le Lion et Le Moucheron: Histoire des Marranes de Toulouse (2000), p.50.

[2] SA Amsterdam: ONA, notaris Sibrant Cornelisz, o.a. inv.nr. 646 a, p.80; inv.nr. 654b, p.1001 (6 april 1620).

[3] Kaplan, Y., From Christianity to Judaism: The Story of Isaac Orobio de Castro (2004).

[4] Tribunal do Santo Ofício, Inquisição de Lisboa, proc. 11550 (Joseph de Lis, één van de namen gebruikt door Isaac de Castro Tartas).

[5] Kaplan (2004).

[6] Carrasco Vázques, J., 'Contrabando, moneda y espionaje (el negocio del vellón: 1606-1620)', Hispania 57 (1997), p.1081-1105.

[7] Kaplan (2004).

[8] Tribunal do Santo Oficio, Inquisição de Lisboa, proc. 11550.

[9] Tribunal do Santo Ofício, Inquisição de Coimbra, proc. 588 (Cristovão Luis).

[10] J.A. Cabo, zie: gw.geneanet.org/pcardenas

[11] Tribunal do Santo Ofício, Inquisição de Coimbra, proc. 4164 (Francisco Gonçalves); proc. 3002 (Esperança Rodrigues).

[12] Kaplan (2004).

[13] Tribunal do Santo Ofício, Inquisição de Coimbra, proc. 7121 (Francisca Gonçalves Rosica), gezin: scan 153.

zondag 1 mei 2022

Op zoek naar Esther

Esther, echtgenote van rabbijn Moses Raphael d'Aguilar, is één van de Portugees-Joodse voormoeders waarvan ik graag meer wil weten dan alleen haar voornaam. Zij komt dubbel voor in de kwartierstaat en is de stammoeder in de matrilineaire lijn van Josua Cohen Farro, mijn meest recente Portugees-Joodse voorvader. Nog altijd ligt zij samen met haar man op de Beth Haim-begraafplaats, onder één van de weinige stenen die niet in het veen is weggezakt.

Wie was Esther? In of vlak voor 1647 moet zij in Brazilië gehuwd zijn met Moses Raphael d'Aguilar, die daar rabbijn was. Toen de joodse gemeenschap in 1654 uit Brazilië vertrok, vestigde zij zich in Amsterdam. Vanaf 1679 was zij weduwe. In 1701 maakte zij haar testament op, dat zij ondertekende met de familienaam van haar echtgenoot.[1] Één jaar later overleed zij.

Hoewel er steeds meer archieven ontsloten worden, is het grootste deel van het Amsterdamse notariële archief nog niet op naam doorzoekbaar. Onder de stukken die wel eenvoudig toegankelijk zijn is maar weinig te vinden over Moses en Esther. Over Esthers achtergrond is weleens beweerd dat zij een tante zou zijn van Isaac de Castro Tartas. Hoewel deze evenals de d'Aguilars uit Bragança kwam, berust deze verwantschap m.i. op een in de achttiende eeuw ontstaan misverstand: uit de verklaringen van Isaac bij zijn inquisitieproces blijkt dat de zuster van zijn moeder, Violante de Paz (alias Sara of Esther), gehuwd was met Abraham d'Aguilar, waaruit Jacob en een dochter (Rachel) geboren zijn. Bloedverwantschap tussen de Castro Tartas en de d'Aguilars of met Esther blijkt niet uit Isaacs verklaring. Ook tussen Moses Raphael en Abraham is de verwantschap nog niet duidelijk (voor nu vermoed ik dat Abraham een oom was van Moses Raphael); Abraham en zijn kinderen Jacob en Rachel ontbreken in ieder geval in de nalatenschap van Moses Raphaels broer David d'Aguilar.[2]

De Del Sotto's

In 1673 was onze Esther getuige bij het huwelijk van Sara del Sotto (alias Delmonte), enige dochter van Joseph Delmonte, met haar neef Abraham de los Rios. Ze wordt hierbij moei (tante) genoemd. Dit roept de vraag op of zij soms een zuster van één van Sara's ouders was.

Sara's moeder was Isabel Mendes, dochter van de arts Francisco Lopes en Isabel Mendes del Sotto, woonachtig te Bordeaux. Deze hadden naast Isabel (o.a.) de kinderen dr. Pierre Lopes, Maria (gehuwd met Pierre Dias), Guiomar (alias Hester de Lis, gehuwd met haar neef Isaac del Sotto), Catharina (gehuwd met Duarte Henriques), Francisca (gehuwd met Raphael Henriques), Francisco, Jeronimo en Francisco de Lis (alias Jacob Frances, gehuwd met zijn nicht Rachel del Sotto).[3] Dat hun dochter Guiomar reeds het alias Esther gebruikt pleit ervoor dat onze Esther niet uit dit gezin kwam.

Sara's vader Joseph Delmonte (del Sotto) stamde uit een familie die eveneens als de d'Aguilars uit Bragança kwam. De Del Sotto's vestigden zich vervolgens in o.a. Bayonne en Rouen. Sara's grootouders, Francisco Mendes del Sotto (alias Abraham) en Francisca Mendes del Sotto (alias Sara),  hadden naast Joseph de volgende kinderen: Leonora Mendes (alias Lea Delmonte), gehuwd in Rouen met Martin Rodrigues (alias Joseph de los Rios) en Francisca Mendes del Sotto (alias Rachel), gehuwd in Bordeaux met Francisco de Lis (alias Jean Lopes, Jacob Berachel of Jacob Frances) en de zoons  David, Jacob, Isaac en Mordechai. 

In 1670 verzamelden zich de erfgenamen van Sara's oom Jacob del Sotto (alias Delmonte), die kinderloos overleed.[4] Onder hen bevond Esther zich niet. Het lijkt mij hierom duidelijk dat zij ook niet tot dit gezin behoorde. Interessant is de lijst van legaten die Jacob aan zijn naasten, veelal ongehuwde nichtjes en enkele vrienden gaf:
  • de ongehuwde dochters van zijn broer David del Soto: Ribca, Rachel, Gracia en Clara.
  • de dochters van zijn zuster bij Francisco de Lis (alias Jacob Frances/Beruhel): Sara, mits zij trouwt met Isaac del Soto; Esther, mits zij trouwt met Isaac del Soto de jonge.
  • de eerste zoon die Sara del Soto, dochter van zijn broer David, bij Manuel Abolais zal krijgen.
  • de dochter van Sara de los Rios, dochter van zijn zuster Lea en Joseph de los Rios, bij Raphael de Arredondo: Lea.
  • de drie dochters van Rachel del Sotto, dochter van zijn broer Isaac, bij Isaac da Silva: Rebecca, Hester, Rachel.
  • de drie dochters van Samuel Baruch Rosa: Judith, Benvenida, Lea.
  • de dochters van haham Moses Raphael d'Aguilar: Rachel, Gratia en Simha.
  • de [twee] dochter[s] van Isaac Baruch en Gana d'Aguilar: Ribca [en ...].
  • de twee dochters van Aron d'Aguilar: Ribca en Rachel.
  • de dochter van Joseph Baruch Alvares en Rachel: Abigael.

In de lijst komen Moses Raphael, zijn broer Aron en zuster Hanna voor. Misschien zijn zij wel neven en nicht van Jacob del Sotto. Dit zou wel betekenen dat Esther een aangehuwd familielid zou zijn. Hiernaast wordt Joseph Baruch Alvares vermeld - schoonvader van één van de dochters van Moses Raphael. Verdere aanwijzingen zouden in Bragança gevonden moeten worden

Een aanwijzing in het verre westen

In Amsterdam komen we voorlopig niet verder wat Esthers achtergrond betreft. Tot mijn verrassing duikt zij echter op in twee testamenten die zijn opgemaakt in Jamaïca. Het betreft hier de testamenten van David Baruch Alvares en zijn zoon Abraham.[5] David was na het vertrek van de joden uit Brazilië naar Jamaica gekomen. Esthers dochter Judith was met Davids zoon Jacob gehuwd en woonde ook op Jamaïca. Haar zuster Simha volgde haar en trouwde met Jacob, zoon van Joseph Baruch Alvares. David noemt Esther in zijn testament:

"Aan mijn zuster Esther de Aguilar laat ik honderd pond na voor haarzelf en haar erfgenamen. Mocht zij nog een ongehuwde dochter hebben, dan wil ik dat dit bedrag voor hun huwelijksschat gebruikt wordt."

Zijn zoon Abraham noemt Esther en haar familie ook in zijn testament, waaruit blijkt dat het om onze Esther gaat:

"aan mijn tante Esther Aguilar honderd pond en voor het huwelijk van haar dochter Judith de Aguilar honderd pond, aan mijn neef Isaac Aguilar honderd pond en voor het huwelijk van zijn dochter Sarina de Aguilar honderd pond, en aan Moses de Aguilar vijftig pond zodat hij zijn leven vorm kan geven."

Het is nu dus duidelijk: Esther is een zuster van David Baruch Alvares uit Brazilië! Hiernaast blijkt dat ook haar zoon Isaac nageslacht [op Jamaïca] had.

De familie Baruch Alvares

David Baruch Alvares noemt naast Esther ook nog zijn zuster Sara Narbaes, die tevens zijn schoonmoeder was. Hiernaast hebben zij nog twee broers, Joseph en Moses. Isaac de Castro Tartas noemt bij zijn inquisitieproces in 1646 veel van de mensen die hij tijdens zijn periode in Brazilië tegenkwam, waaronder te Mauricia (Recife):

"Joseph Baru Alvarez, of Pedro Luis, neef van de declarant in de tweede graad, afkomstig uit Bayonne; Moyse Baru Alvarez, of Luis Alvarez, broer van de voorgaande, afkomstig uit Bayonne; David Baru Alvarez, of Martim Alvarez, broer van de voorgaande, getrouwd en woonachtig in Nederland."[6]

De familie is dus vanuit Bayonne - eventueel via Amsterdam - in Brazilië terechtgekomen. Joseph en Moses zijn (als Pedro en Luis) onderwerp geweest van onderzoek door de Spaanse inquisitie. Hetzelfde geldt voor Sara (alias Isabel Luis, echtgenote van Andrés de Narvaez). Hieruit blijkt dat hun vader Bento Luis was, afkomstig uit Bragança. Hier liet hij - voor de buitenwereld katholiek - nog zijn kinderen dopen. Esther zal niet ver vóór 1625 geboren zijn.

Een overzicht van de familie Baruch Alvares (zie ook Blamont, p.424) ziet er als volgt uit:

I. Bento Luis, afkomstig uit Bragança, later woonachtig te Bayonne. Hij is gehuwd (1) met Isabel Mendes. Hij is gehuwd (2) met Violante Henriques, (Enriquez).
  1. (uit 1) Sara Baruch Alvares, (Isabel Luis), geboren ca. 1612, gehuwd met Andrés de Narvaez.
    a) Rachel de Narvaez, (Maria), overleden op Jamaïca in 1720, gehuwd met haar oom David Baruch Alvares.
  2. (uit 1 of 2) Joseph Baruch Alvares, zie II-a
  3. David Baruch Alvares, zie II-b
  4. (uit 2) Moses Baruch Alvares, (Luis Alvares), gedoopt te Bayonne op 15 augustus 1618, woonachtig te Brazilië 1646.
  5. Maria Alvares, gehuwd met Joseph de Castro, uit Bragança, vertrokken naar het Ottomaanse Rijk.
  6. Esther Baruch Alvares, (verm. dezelfde als Clara Luis, gedoopt te Bayonne op 2 april 1627), vertrokken naar Brazilië, later te Amsterdam, begraven op de Beth Haim op 12 april 1702, gehuwd aldaar ca. 1647 met Moses Raphael d'Aguilar.
II-a Joseph Baruch Alvares, (Pedro Luis), geboren te Bayonne ca. 1616 (wellicht gedoopt aldaar op 30 maart 1614), vertrokken naar Brazilië, later te Amsterdam, begraven op de Beth Haim op 12 augustus 1665. Hij is gehuwd met Rachel, begraven op de Beth Haim op 21 januari 1707.
  1. Abigael Baruch Alvares, geboren te Amsterdam in 1656, gehuwd te Amsterdam op 25 augustus 1673 met Aron Gomes, uit Pisa.
  2. Jacob Baruch Alvares, geboren te Amsterdam in 1657, gehuwd te Amsterdam op 26 januari 1685 met zijn nicht Simha d'Aguilar. 
II-b David Baruch Alvares, (Martim Alvares, mog. ook: Martim Gonçalves), geboren te Bayonne, vertrokken naar Brazilië, overleden op Jamaïca in november 1692. Hij is gehuwd met zijn nicht Rachel de Narvaez, (Maria):
  1. Abraham Baruch Alvares, overleden op Jamaïca in februari 1693, gehuwd met Esther, overleden op Jamaïca in 1690. Kinderloos.
  2. Jacob Hisquiau Baruch Alvares, op Jamaïca, gehuwd met zijn nicht Judith d'Aguilar.
  3. Ribca Baruch Alvares, gehuwd met Gonçales.
  4. Judith Baruch Alvares, gehuwd met Nunes.
  5. Esther Baruch Alvares, gehuwd met Jacob de Castro.
  6. Sara Baruch Alvares, gehuwd met [haar neef] Jacob Lopes Torres.
Veel vragen blijven openstaan: waarom werden de gebroeders Baruch Alvares door de inquisiteurs aangeduid als "neven in de tweede graad" van Isaac de Castro Tartas? Hoe past de familie d'Aguilar in dit geheel? Op welke wijze is de familie Del Sotto verwant? Om hier meer over te weten te komen moeten we op zoek in Bragança.

wordt vervolgd: Sporen in Bragança.

[1] SA Amsterdam: ONA, notaris Pieter Padthuizen, testament (13 december 1701).

[2] SA Amsterdam: ONA, notaris Jacobus Snel, testament David d’Aguilar (20 oktober 1673).

[3] Blamont. J., Le lion et le moucheron: Histoire des Marranes de Toulouse (2000).

[4] SA Amsterdam: ONA, notaris Jacobus Snel, akte (13 april 1670).

[5] Mirvis, S., 'The Alvares Family Patriarchs and the Place of Pre-1692 Port Royal in the Western Sephardic Diaspora', The American Jewish Archives Journal 67 (2015).

[6] Tribunal do Santo Ofício, Inquisição de Lisboa, proc. 11550, scan 455 etc.