vrijdag 29 mei 2015

Het verloop van een kwartierstaat

Laatst heb ik eens beter gekeken naar mijn kwartierstaat, maar dan eens niet naar de personen specifiek, maar naar hoeveel mij eigenlijk bekend is, en hoe de kwartierstaat terug de tijd in loopt.
De eerste twintig bekende generaties heb ik geteld hoeveel mensen er per generatie gevonden zijn.
Er is veel bekend, maar ook heel weinig.

Gedurende de generaties neemt het aantal bekende voorouders af. Dit kan zijn om verschillende redenen:
- een ongehuwd moeder die een kind krijgt zonder de vader te erkennen; deze vader is nooit terug te vinden, en dus blijven vele kwartieren leeg.
- een koloniaal die kinderen verwekt bij een "inlandse vrouw"; over het algemeen zijn zij met hun voorouders niet terug te vinden in enigerlei register. Of er inlandse registers bestaan, is mij onbekend, maar indien zij bestaan, zullen ze nogal ontoegankelijk zijn.
- de persoon is onduidelijk in het vermelden van zijn afkomstplaats; voornamelijk in trouwregisters van vóór 1811 is het een belangrijke aanwijzing om op verder te zoeken als de persoon zijn plaats van afkomst vermeldt. Zodra hij dit nalaat (zoals vaak in katholieke registers), en hij komt van buiten de huwelijksplaats, zoek je je een slag in de rondte om de afkomst te achterhalen.
- de persoon is afkomstig uit een plaats waarvan de registers zijn verdwenen of nog niet zijn begonnen. Dit is een belangrijke reden dat veel voorouders niet gevonden kunnen worden; er zijn simpelweg geen primaire bronnen waar zij in vermeld kunnen staan.

Zo lopen er elke generatie wel takken dood. In de elfde generatie, bestaande uit mensen geboren rond 1690, is mij bijna de helft van de mensen niet bekend. en dit aantal daalt daarna snel, totdat in generatie veertien (mensen geboren ca. 1600), hooguit één op de tien mensen bekend is.
Deze getallen zijn natuurlijk niet compleet, omdat herhaaldelijk mensen dubbel voorkomen in de kwartierstaat; dit zal ook het geval zijn tussen de mensen die ik nog niet ken, maar het is moeilijk hier schattingen over te maken, vooral ook omdat er zoveel verschillende soorten groepen voorouders zijn, en elke groep zijn eigen dynamiek kent.
Het verbaast mij dan toch; minder dan de helft van de voorouders bekend in de Gouden Eeuw.
Onderstaande grafieken laten zien wat er gebeurt; de linkergrafiek laat het totaal aantal mogelijke voorouders zien, en dit aantal zou aan het eind van de grafiek zeker zestigduizend moeten bedragen. Het aantal gevonden voorouders daalt echter zo vanaf generatie twaalf (midden 17e eeuw). De rechtergrafiek laat het percentage gevonden voorouders van het totaal zien.

1. Aantal gevonden voorouders en totaal aantal voorouders wanneer we terug de tijd in gaan.
2. Percentage gevonden voorouders van het totaal aantal mogelijke voorouders.


In ieder geval, vanaf 1750 verder terug tot 1600 daalt de kans om iemands ouders te vinden van "vrijwel zeker" tot minder dan de helft. De eerste voorouders die dan verdwijnen uit de kwartierstaat zijn zij die voornamelijk uit de primaire bronnen bekend zijn: boeren en arbeiders. Gaan we verder terug, dan verliezen we ook de middenstand, enkele nieuwere koopmansfamilies, en zodra we bij generatie twintig aankomen (mensen geboren zo tussen 1370 en 1470), waar minder dan één procent van alle voorouders bekend is, blijven de goed gedocumenteerde voorouders over: oude koopliedenfamilies, rijkere boeren die vermeld staan in leenregisters, oude burgerij, en adellijke families. Let wel, dit geldt voor deze kwartierstaat. Je moet net wel geluk hebben om hierbij uit te komen.

Hoe ver kunnen we dan terug? Nou, toch zeker véél verder dan generatie twintig, wanneer je geluk hebt; immers, er zijn veel gegevens bekend van mensen geboren vóór 1400. Veel rijke burgerfamilies gaan ver terug, maar verder dan 1200 gaan ze vaak niet; we hebben het hier dan over bestuurlijke families in steden, kooplieden van bijvoorbeeld de Hanze, of bankiersfamilies. Dat is ook niet vreemd, want juist rond deze tijd begonnen steden flink te groeien. De enige voorouders die rond die tijd overblijven is dan de adel, zowel laag als hoog mits gevonden.

Het jaar 1000 vormt dan weer een nieuwe barrière; de meeste adellijke families, hoe oud ook, gaan echt niet verder terug dan hier. Alleen sommige grafelijke en koninklijke families - die we vrijwel zeker tegenkomen, vanwege de vele onderlinge huwelijken - gaan verder terug, maar meestal niet veel verder. Voornamelijk de Frankische, Spaanse en Anglosaksische adel kunnen ver terug gaan. Het bekende aantal voorouders, hoewel in percentage elke generatie afnemend, kan in absoluut aantal zelfs steeds toenemen gedurende deze generaties, omdat van deze goed opgetekende groepen de kans op het vinden van een ouderpaar vaak boven de 50 procent ligt.

Vóór de Frankische tijd, dus vóór 700 wordt het donker. Enkele lijnen zijn terug te leiden tot misschien 500, maar dan volgt een echte grens. Er zijn aanwijzingen dat de Byzantijnse adel afstamt van Hellenistische families, dat de Frankische adel banden had met de Gallo-Romeinse; dit zouden de poorten naar de oudheid kunnen zijn, maar men kan zelfs niet eens bewijzen dat Karel de Grote afstamt van de Merovingen. De donkere tijden zijn echt donker.

Ten slotte, het aantal te vinden voorouders zal voor toekomstige generaties toenemen; zij zullen twee kwartierstaten van huidige personen in zich hebben en zo groeit ook de kans dat zij verder - maar niet verder dan mogelijk - terug kunnen gaan in de tijd.

vrijdag 1 mei 2015

Genealogie: Sermes

De familie Sermes is afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden. De stamouders zijn naar Keulen gekomen, waar vele protestanten hun heil zochten. Hierna kwamen zij naar Amsterdam. Veel leden vervulden een medisch beroep.

I. Pieter Sermes, [uit Vlaanderen], woonachtig te Keulen, later te Amsterdam. Hij is gehuwd met Mayken Daniels Huttin (Hutaing etc.)
Hieruit:
  1. Pieter Pietersz Sermes, zie II-a
  2. David Sermes, gedoopt te Keulen op 14 mei 1594 (get. Salomon Six, David de Cousenaer, jonckvrouwe Joanna de Varemes, wed. jr. Anthoine de Traas).
  3. Anna Sermes, gedoopt te Keulen op 12 juni 1598 (get. Jacques la Pere, Anna van den Eynde, geh. Michiel Bouchault, mevr. Daniel Formault). Zij is gehuwd met Jacobus Braem, geboren te Rotterdam, ijzerkramer, weduwnaar van Cathalina de la Court).
  4. Luytgen Sermes, gedoopt te Keulen op 16 januari 1602 (get. Charles Perquelet, Maria geh. Christiaen Quintgens, Catharina Adams).
  5. Catharina (Cathalijntje) Pieters Sermes, geboren te Keulen. Zij is gehuwd te Amsterdam op 16 december 1637 met Jan Joriaens Swijnskop, weduwnaar van Susanna Alberts.
  6. Mayken Sermes, gedoopt te Amsterdam op 19 februari 1606 (get. Meijken Martens).
  7. Jacob Sermes, gedoopt te Amsterdam op 25 november 1608 (get. Grietje Huberts).
  8. Jan Pietersz Sermes, zie II-b

II-a Pieter Pietersz Sermes, lakenwerker, geboren te Keulen in 1593. Hij is gehuwd te Amsterdam op 25 april 1615 met Swaentje Hermans, geboren te Blokzijl in 1591.
Hieruit:
  1. Maijke Sermes, gedoopt te Amstedam op 14 februari 1617 (get. Philip Lamoen).
  2. Pieter Sermes, gedoopt te Amsterdam op 8 september 1620 (get. Maijken Huttij).
  3. Elijsabeth Sermes, gedoopt te Amsterdam op 14 november 1621 (get. Jan Jurriaens Swijnskop, Pietertje Sijvertsdr.).
  4. Jacob Sermes, gedoopt te Amsterdam op 11 december 1629 (get. Annetje Pieters).

II-b Jan Pietersz Sermes (Cermis), geboren te Amsterdam in 1609, begraven aldaar op 27 februari 1677. Hij is gehuwd te Amsterdam op 19 mei 1638 met Geertje Gerrits, geboren te Amsterdam in 1617, bij huwelijk geassisteerd met moeder Grietie Gerrits.
Hieruit:
  1. Pieter Sermes, winkelier, gedoopt te Amsterdam op 8 maart 1639 (get. Arent Cornelisz), winkelier, begraven aldaar op 21 augustus 1681. Hij is gehuwd (1) te Amsterdam op 5 december 1670 met Cornelia Soomer, geboren te Amsterdam in 1644, begraven aldaar op 24 mei 1675, dochter van en van Hilletje Willems. Hij is gehuwd (2) te Amsterdam op 27 juni 1677 met Maria de Graaff.
  2. Gerrit Sermes, gedoopt te Amsterdam op 1 augustus 1641 (get. Cornelis Gerritsz, Jacob Vlack, Anneken Sermes, Cathalijntje Sermes).
  3. Maria Sermes, gedoopt te Amsterdam op 16 april 1644. Zij is gehuwd te Amsterdam op 24 februari 1662 met Ds. Johannes Vlak, predikant, gedoopt te Amsterdam op 26 november 1634, zoon van  Mr. Dirk Vlack en van Cornelia de Wijck.
  4. Anna Sermes, gedoopt te Amsterdam op 30 mei 1646 (get. Jan Swijnskop, Anna Pieters Sermes, Geertruijd Vlacks).
  5. Margaretha Sermes, gedoopt te Amsterdam op 26 januari 1649. Zij is gehuwd te Amsterdam op 18 juli 1670 met Simon Gales.
  6. Geertien Sermes, gedoopt te Amsterdam op 27 november 1650.
  7. Catharina Sermes, gedoopt te Amsterdam op 2 januari 1652 (get. Cathalijn Sermes). Zij is gehuwd (1) te Amsterdam op 9 december 1672 met Dames Abramsz van Schalckwijck. Zij is gehuwd (2) te Amsterdam op 28 juli 1679 met Hantke Gales.
  8. Gerard Sermes, zie III
  9. Rijmerigh Sermes, gedoopt te Amsterdam op 19 januari 1656 (get. Hendrick Schut, Hester Vlack).
  10. Rijmerighje Sermes, gedoopt te Amsterdam op 16 oktober 1657.

III Gerard Sermes, gedoopt te Amsterdam op 18 januari 1654. Hij is gehuwd te Amsterdam op 14 maart 1685 met Femmetje Schoonhoven, weduwe van Andries Waateringh, dochter van Harmen Schoonhoven en van Aefje Pruijs:
  1. Jan Sermes, IV
  2. Eva Sermes, gedoopt te Amsterdam op 2 januari 1688, begraven aldaar op 8 oktober 1691.
  3. Harmanus Sermes, koopman in verfwaren, gedoopt te Amsterdam op 17 mei 1690, overleden in Azië in 1735. Hij is gehuwd te Amsterdam op 11 augustus 1730 met Isabella Schoonhoven. Zij huwt (2) te Amsterdam op 18 april 1738 met Theodorus Wolterbeek.
  4. Simon Sermes, arts, gedoopt te Amsterdam op 17 augustus 1692.
  5. Coenraed Sermes, gedoopt te Amsterdam op 22 juli 1695.

IV. Jan Sermes, gedoopt te Amsterdam op 17 februari 1686, chirurgijn. Hij is gehuwd te Amsterdam op 29 december 1718 met Maria Verhoeven.
Hieruit:
  1. Femme Maria Sermes, gedoopt te Amsterdam op 5 mei 1723, begraven te Utrecht op 15 september 1744.
  2. Gerrit Gilles Sermes, gedoopt te Utrecht op 18 juli 1730.

De volgende gezinnen, die uit Amsterdam zeggen te komen, zijn geattesteerd te Batavia, en betreft waarschijnlijk twee broeders die twee zusters huwen. Wanneer zij broeders zijn, zullen zij zoons zijn van een Jacob Sermes (geb. 1629, zoon van II-a, of geb. 1608, zoon van I).

Pieter Jacobsz Sermes, geboren te Amsterdam, vertrokken met het schip "Grotebroek" naar Batavia, krankbezoeker/ziekentrooster op het fort te Batavia. Hij is gehuwd te Batavia met Elisabeth Rossenraet, gedoopt te Batavia op 22 november 1654, dochter van Maurits Rossenraet en van Maria Leenderts Maessluijs.
Hieruit:
  1. Jacobus Sermes, gedoopt te Batavia op 29 december 1675.
  2. Maria Sermes, gedoopt te Batavia op 29 september 1680.
Johannes Sermes, uit Amsterdam, vertrokken naar Batavia. Hij is gehuwd met Catharina Rossenraet, gedoopt te Batavia op 3 september 1662, dochter van Maurits Rossenraet en van Maria Leenderts Maessluijs.
Hieruit:
  1. Dina Sermes, gedoopt te Batavia op 16 februari 1679 (get. Maurits Rossenraet, Maria Leenderts).
  2. Helena Sermes, gedoopt te Batavia op 15 augustus 1680 (get. Jan Hercules, Martinus van Ingen, Helena de Bitter, Helena van der Hoeven). Zij is gehuwd met Hugo Percx (Perix).
  3. Anna Sermes, gedoopt te Batavia op 4 november 1683 (get. Christiaan de Jong, Helena de Bitter).
  4. Catharina Sermes, gedoopt te Batavia op 1 november 1684 (get. Hendrick Dijckman, Sara Broeve).
  5. Petronella Sermes, gedoopt te Batavia op 29 januari 1692 (get. Dirck Thomasz, Catharina Beeres). Zij is gehuwd met Willem Sweers, gedoopt te Amsterdam op 11 april 1685, zoon van Willem Sweers en van Martijntje de Later.
  6. Pieter Sermes, gedoopt te Batavia op 11 juli 1694  (get. Gilles Maljé, Elisabeth Rossenraet).
  7. Catharina Sermes, gedoopt te Batavia op 26 januari 1698 (get. Jacob Oldenvlied, Helena Sermes).
  8. Maria Sermes, gedoopt te Batavia op 7 december 1700 (get. Hendrik Meijer, Dirkje Bruijn).