zondag 15 oktober 2023

Onbekende vaders

Een veelvoorkomend fenomeen bij het uitzoeken van de stamboom is de "onbekende vader": meestal is er dan sprake van een ongehuwde vrouw in een ongunstige maatschappelijke positie die één of meer kinderen krijgt. Met name gedurende de negentiende eeuw kwam dit steeds vaker voor. De vader blijft meestal onbekend, tenzij hij in doopregisters door de moeder genoemd wordt (vaak bij katholieken) of in notariële stukken opduikt. Bij een onbekende vader in recente generaties kunnen genetische verwanten ons op het spoor brengen van zijn identiteit.

Ook in mijn voorgeslacht komen nogal wat onbekende vaders voor. Ongeveer 1/16 van mijn voorouders bestaat uit onbekende vaders. Zijn er aanwijzingen die ons meer kunnen vertellen over de identiteit van deze mannen? In deze blog enkele voorbeelden uit mijn voorgeslacht waar sprake is van een onbekende vader.

Jacob Cornelis van Zanten
in Waardenburg (eigen foto)
I. Geertrui

De meest recente onbekende vader betreft de vader van mijn betovergrootmoeder Geertrui van Zanten, geboren te Waardenburg op 20 augustus 1899 als Geertrui Pellegrom, dochter van de Waardenburgse Geertje Pellegrom. Toen Geertje in 1907 met Jacob Cornelis van Zanten trouwde, erkende hij Geertrui als zijn dochter en voedde haar ook als zodanig op. Hij was echter niet haar natuurlijke vader, zoals mijn overgrootmoeder wist te vertellen. Geertje was gedurende het grootste gedeelte van 1898 dienstmeid in Deil bij het grote huis van de oude Gerrit Johannes van Arkel. In het huis waren gedurende meerdere jaren meerdere dienstmeiden en knechten werkzaam. Ten tijde van Geertruis dienst werkte ook de 16-jarige knecht Cornelis Gerrit de Morée op het huis. Zowel Van Arkel als De Morée zouden in aanmerking kunnen komen als vader van Geertrui. Het is niet precies duidelijk wanneer Geertje naar haar volgende werkadres vertrok, maar eind 1898 of begin 1899 vinden we haar als dienstmeid bij Gozen van de Water, eveneens in Deil. Hij woonde daar met meerdere ongehuwde zoons, waaronder Willem en Hendrik. Deze verdenk ik nog meer dan Van Arkel of diens knechten als verwekker van Geertrui. Voor alle mogelijke vaders die ik hier opnoem ontbreken vooralsnog aanwijzingen op genetisch gebied.

II. Maria

In het naburige Opijnen woonde eerder Maria den Otter, die tussen 1827 en 1841 vijf kinderen kreeg waarvan de vader niet bekend was. Het eerste kind noemde zij Anthonie Marienus. Hierop volgden Cornelis, Carolina, Maria Antonia en Willem. In het doopregister wordt geen vader vermeld. Er zullen in het dorp veel verhalen over Maria de ronde hebben gedaan. Maria was géén dienstmeid; ze woonde bij haar ouders Aart en Willemke aan de Zandweg in Opijnen. Ze was waarschijnlijk ook géén dame van plezier; in zo'n klein dorp zou dit een zeer grote schande zijn. 

De Zandstraat te Opijnen
(kadaster 1832, hisgis Gelderland)
Hoewel de kinderen van verschillende vaders kunnen zijn, is m.i. het meest aannemelijke idee dat Maria een relatie had met een man met wie ze niet kon trouwen. Dat ze haar oudste zoon Anthonie Marienus noemde, en later een dochter Maria Antonia kreeg terwijl de naam Anthonie niet in haar familie voorkwam is een belangrijke aanwijzing. Volgens het kadaster uit 1832 woonde twee huizen naast Maria een Anthonie Fierant, haar neef: zijn moeder was Hermijntje den Otter, zuster van Maria's vader Aart. Anthonie was reeds gehuwd met Commerijntje Pelle, met wie hij tussen 1811 en 1829 kinderen kreeg. Hij komt m.i. goed in aanmerking als de vader van Maria's kinderen: ze kende hem als neef en buurman, ze konden niet trouwen, want hij was reeds getrouwd, en de naam Anthonie kan van hem afkomstig zijn. Bij de aangifte van Maria's zoon Cornelis was Anthonie zelfs getuige, en bij de aangifte van Willem getuigde Anthonies zoon Jan Fierant, die later eveneens bij Willems huwelijk getuigde. Mocht mijn vermoeden kloppen, vraag ik me af wat Anthonies echtgenote Commerijntje er allemaal van vond.

Kunnen we de theorie aanvullen met genetische aanwijzingen? Op autosomaal gebied wordt het lastig om eventueel genetisch materiaal afkomstig van Anthonie te onderscheiden van dat van Maria, aangezien zij neef en nicht waren. Wel is het nog mogelijk de vaderlijn van de Fieranten te vergelijken met die van mannelijke nakomelingen van Maria den Otter.

III. Antonetta

Doop van Job de Jongh (1658, Zoelen)
(Regionaal Archief Rivierenland)
In 1658 liet Antonetta Zegers haar zoon Job dopen in de kerk van Zoelen. Hij is de stamvader van een uitgebreide familie De Jongh. Zoals te zien is in het doopboek is de naam van de vader wel vermeld, maar vervolgens doorgestreept en vervangen door N.N. In de kantlijn staat in het Latijn opgeschreven dat het kind in onwettigheid zou zijn geboren, dat aan hem uiteindelijk toch het sacrament der doop niet ontzegd kon worden, aangezien de moeder beloofde ervan geleerd te hebben. Volgens mij nog niet herleidbare bronnen zou de vader Peter Corsten de Jongh uit Heerewaarden zijn. Het is mogelijk dat in de schepenakten meer informatie over deze zaak voorhanden is.

Dit zijn slechts drie van vele voorbeelden, elk met hun eigen verhaal en aanwijzingen. Door steeds elke aanwijzing te onderzoeken komen we hopelijk uiteindelijk tot de oplossing.