zaterdag 20 april 2024

Op zoek naar de Musaphia's: deel 1

De familienaam Musaphia komt sinds het begin van de zeventiende eeuw voor onder de Portugees-Joodse gemeenschappen in Amsterdam en Hamburg, en later ook in Londen en Suriname. Aan het einde van de negentiende eeuw brachten Russische joden de variant Musaph naar Amsterdam. De naam is waarschijnlijk afkomstig van het Hebreeuwse woord mussaf, dat verwijst naar extra gebeden op feestdagen.

Onder de oudste generaties in Amsterdam en Hamburg vinden we de volgende vier takken, waarvan het vooralsnog onduidelijk is of er sprake is van onderlinge verwantschap:
  • De gebroeders Simão Mendes (alias Moses Musaphia) uit Lissabon en Heitor Mendes de Setúbal, vader van Jacob Musaphia. Simão was reeds via Biarritz en Bayonne rond 1620 naar Amsterdam gekomen. Heitors weduwe Leonor Roiz de Moira en haar zoon Manuel Graciano (alias Jacob Musaphia) volgden later vanuit Sevilla.
  • De arts dr. Cristovão Nunes (alias Abraham Musaphia) en zijn echtgenote Branca Bravo (alias Sara Musaphia), vanuit Portugal naar Amsterdam gekomen. In 1648 benoemden zij elkaar tot erfgenaam.
  • Jacob Musaphia, in 1620 begraven te Ouderkerk a/d Amstel en gehuwd met Lea.
  • Manuel Nunes de Mattos, alias Immanuel Musaphia, stamvader van de Hamburgse familie en begraven te Ouderkerk a/d Amstel in 1626.

De Musaphia's die in de negentiende en twintigste eeuw te Amsterdam (en Londen) leefden, stammen af van het echtpaar Jacob de Joseph Haim Musaphia (*ca. 1752 Hamburg, +1829 A'dam) en Rachel de Isaac Semach Serano (*ca. 1754 A'dam +1840 A'dam), dochter van Isaac Semach Serano en van Reina Pretto Henriques. Zij kregen vijf kinderen: Reina (*1780, moeder van dr. Samuel Sarphati), Rachel alias Gracia (*1781, ongehuwd), Sara (*1784, verdere levensloop mij onbekend), Joseph (*1787, waaruit nakomelingen) en Hanna (*1789, gehuwd zonder nageslacht).

Jacobs Hamburgse afkomst

Over de afkomst van Jacob is regelmatig geschreven, maar zonder veel resultaat. Hij zou volgens sommigen een kleinzoon zijn van David de Moses Musaphia uit de Amsterdamse tak, maar hij wordt op geen enkele wijze vermeld in de uitgebreide overzichten van de erfgenamen van Ester de Isaac Musaphia, zoals mijn betovergrootmoeder. De heer T. Tielen heeft elders dan ook juist opgemerkt dat we in Hamburg op zoek moeten gaan naar Jacobs vader Joseph Haim.

Er is wel één en ander geschreven over de Joodse gemeenschap in Hamburg, bijv. door de heer Studemund-Halévy in verschillende werken en onlangs nog door de heer Martins.[1] Over het geslacht Musaphia, in het bijzonder de leden in dienst van de vorst van Sleeswijk-Holstein, heeft de heer Lohmeier gepubliceerd.[2] Veel van dit materiaal heb ik zelf nog niet kunnen bekijken, omdat het is weggestopt in Duitse archieven en bibliotheken en even reizen naar Hamburg er nu niet inzit; in hoeverre primaire informatie over Hamburgse huwelijken en begrafenissen inmiddels digitaal toegankelijk is, zoals Amsterdam dat al jaren heeft, is mij evenmin bekend.

Wat wel steeds toegankelijker wordt, is het notarieel archief van Amsterdam, geholpen door veel vrijwilligers en de ontwikkelingen op het gebied van automatische transcriptie. In de stukken zijn meerdere Joseph Musaphia's uit de juiste tijdsperiode te vinden. Allereerst een Surinaamse Joseph Musaphia, zoon van Immanuel Musaphia en Simha Pelegrino, een mulattin. Deze Joseph overleed te Paramaribo in 1774. Ik vind het niet aannemelijk dat hij de vader was van Jacob; er zijn géén aanwijzingen dat Joseph Suriname ooit verlaten heeft en bovendien lijkt hij niet getrouwd te zijn geweest.

Een tweede Joseph komt m.i. beter in aanmerking als Jacobs vader: in 1765 verschenen voor de notaris in Amsterdam Gracia Cohen Peixotto, echtgenote van Joseph Musaphia, en haar zuster in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van hun moeder Lea Abensur, weduwe van Jacob Cohen Peixotto.[3] Gracia werd omstreeks 1725 geboren te Amsterdam en werd in 1775 te Ouderkerk a/d Amstel begraven. Haar echtgenoot Joseph ligt elders begraven, denkelijk te Hamburg. Chronologisch gezien komen Joseph en Gracia zeker in aanmerking als ouders van Jacob Musaphia; daarnaast is het interessant dat Jacob zijn tweede dochter Gracia noemde. Gracia's moeder Lea Abensur werd in Hamburg geboren als dochter van Daniel Abensur en Rachel Levy Ximenes en was onder meer een nakomelinge van de Curiels.

Een zeer interessant document m.b.t. de potentiële afkomst van deze Joseph Musaphia betreft een notariële akte uit 1738 waarin de nalatenschap van Salomon Abensur, koopman te Livorno, behandeld wordt. In de akte lezen we dat voor de notaris verschenen:

"Lea Abensur, wed. Jacob Peixotto voor een derde part mede-erfgename van haar moeder Rachel Abensur (=Rachel Levy Ximenes), de heren Crasto en Curiel als last en procuratie hebbende van de heer Jacob Musaphia woonachtig tot Hamburg als vader en voogd over zijne nog in leven zijnde minderjarige kinderen Daniel en Joseph Musaphia bij zijn overleden huisvrouw Ester Gracia Abensur in huwelijk verwekt en dan de heer Benjamin Musaphia Fidalgo, meerderjarige zoon en benevens zijne genoemde twee nog minderjarige broeders bij representatie van hun lieder voornoemde overleden moeder mede voor een derde part erfgenaam van haarlieder grootmoeder Rachel Abensur, en laatstelijk nog de heer Moses de Crasto als benevens zijn broeder de heer Abraham de Crasto, koopman tot Livorno, voogden over Benjamin Abensur, die benevens de eerste comparante en de kinderen van Ester Gracia Abensur ieder voor een derde part zijn de enige geïnstitueerde erfgenamen van wijlen Salomon Abensur, die voor mede een zoon en voor een derde part erfgenaam was van Rachel Abensur."[4]

In 1738 woonde in Hamburg dus een Jacob Musaphia, die op dat moment een nog minderjarige zoon Joseph had. Deze Joseph was eveneens een volle neef van Gracia Cohen Peixotto. Het lijkt me gezien de tijd, plaats, vernoemings- en huwelijksgebruiken (neef-nichthuwelijken) zeer aannemelijk dat het om Gracia's echtgenoot en Jacobs vader gaat.

Kunnen we nog verder terug in deze Hamburgse lijn van Musaphia's? Ik denk het wel. In 1739 wordt een in Hamburg woonachtige Jacob genoemd in het testament van zijn ongehuwde broer Daniel Musaphia Fidalgo te Londen:

"I give and bequeath to the children of my brother Immanuel Mussaphia, deceased now at Suriname, by Simha Pelegrina, 300 pound sterling (...), to my four nephews, sons of my deceased sister Sarah, late wife of Aron Hamiz Vaz (...), to my housekeeper and servant [Martha] Jones (...), and all the rest and residue of my estate I bequeath the same to my two brothers, the said Joseph Musaphia and Jacob Musaphia to be divided equally between them (...). I do hereby constitute and appoint my said two brothers Joseph Musaphia, now residing in London, and Jacob Musaphia, now residing in Hamburg, executors of this my last will".[5]

De door Daniel genoemde zus Sara was in 1705 in Amsterdam gehuwd met Aron Hamis Vaz. Ze was toen ongeveer 32 jaar oud en afkomstig uit Hamburg; haar moeder was aanwezig bij het huwelijk. Haar vader lijkt Benjamin de Joseph Musaphia te zijn geweest, die in 1700 te Altona (Hamburg) werd begraven. Deze was weer een zoon van Joseph de Immanuel Musaphia, broer van de bekende dr. Benjamin Musaphia; en zo komen we weer bij de stamvader van de Hamburgse tak terecht.

De afstammingsreeks van Jacob Musaphia kunnen we m.i. nu als volgt reconstrueren:

I. Manuel Nunes de Mattos (alias Immanuel Musaphia), +1626, tr. Ana de Milão, zuster van Paulo de Milão (alias Moses Abensur), dochter van Henrique Dias Milão en van Guiomar Gomes.

II. Joseph de Immanuel Musaphia, (Gonçalo), *ca. 1605 Hamburg, + 1695 Glückstadt, tr. N.N.

III. Benjamin de Joseph Musaphia, *ca. 1640 Hamburg, +1700 Hamburg, tr. Rachel.

IV. Jacob de Benjamin Musaphia, *ca. 1680 Hamburg, +1747 Hamburg (of 1767 A'dam), tr. Ester Gracia de Daniel Abensur, +<1738, dochter van Daniel de Moses Abensur en van Rachel de Salomon Levy Ximenes.

V. Joseph Haim de Jacob Musaphia, *>1710 Hamburg, tr. met zijn nicht Gracia de Jacob Cohen Peixotto, *ca. 1725 A'dam, +1775 A'dam, dochter van Jacob de Josua Cohen Peixotto en van Lea de Daniel Abensur.

VI. Jacob de Joseph Haim Musaphia, *ca. 1752 Hamburg, +1829 A'dam, tr. 1778 A'dam Rachel de Isaac Semach Serano, *ca. 1754 A'dam, +1840 A'dam, dochter van Isaac de Abraham Semach Serano en van Reina de David Pretto Henriques.

wordt vervolgd.

[1] Martins, H., The Portuguese Jews of Hamburg: The History of a Merchant Community in the Seventeenth Century (2023)

[2] Lohmeier, D., 'Die Mussaphia in Hamburg und Altona. Genealogisches zu den Hofjuden der Herzöge von Schleswig-Holstein-Gottorf', in: Familienkundliches Jahrbuch Schleswig-Holstein 37 (1998), p.78–103.

[3] SA Amsterdam: ONA, not. H. van Heel (7 november 1765).

[4] SA Amsterdam: ONA, not. J. Barels, nalatenschap van Salomon Abensur (21 mei 1738).

[5] National archives, PROB 11/696/436, will of Daniel Musaphia Fidalgo (19 juni 1739).