zondag 18 juni 2023

De tiende generatie

Een kwartierstaat is nooit compleet. Elke generatie verder terug worden bronnen schaarser, duiken voorouders ineens uit het niets op of is het lastiger ze van naamgenoten te onderscheiden. Van hen die wel van naam bekend zijn is op een gegeven moment niet duidelijk meer wanneer zij precies leefden en wat zij in hun dagelijks leven deden.

Onderzoeker Yvette probeert overzicht te krijgen in wat ze wel en nog niet weet d.m.v. een "level"-systeem. Door aan elke voorouder één van zes niveaus te koppelen (van "naam onbekend" tot aan "aangeklede biografie") wordt duidelijk waar nog veel te onderzoeken valt.

Zover ben ik nog niet; wél vind ik het een goed idee om te kijken in hoeverre de basis van mijn kwartierstaat volledig is. De recente generaties gaan immers over de voorouders waar ik nog herinneringen over heb of heb gehoord, waar ik misschien nog afbeeldingen van heb of waar ik in veel gevallen ook nog genetisch aan verwant ben. Ik zie het als een mooi streven om de kwartierstaat tot en met generatie 10 zo volledig mogelijk ingevuld te hebben.

Generatie 10: stand van zaken

De tiende generatie in mijn kwartierstaat bestaat wiskundig gezien uit 512 mogelijke voorouders. Het gaat hier om mensen die grotendeels in het eerste gedeelte van de achttiende eeuw geboren zijn. Van hen ken ik er 36 niet omdat er in latere generaties sprake is van enkele onbekende vaders. Ik ga er voor nu vanuit dat deze voorlopig nog onbekend blijven. Hiernaast heb ik minstens 22 Aziatische voorouders in deze generatie die zeker onbekend blijven wegens het ontbreken van bronnen. 

Er blijven 454 voorouders over die ik van naam zou kunnen kennen. Afgelopen jaar telde ik er 410 waarvan ik minstens de voornaam kende. 4 kwamen dubbel voor. Sommige van hen hebben nog altijd een onbekende achtergrond. Daarnaast zijn er 44 waarover ik helemaal niets wist.

De kennisgaten zitten met name bij voorouders uit Nederlands-Indië (vaak de onbekende identiteit van iemands vrouw of moeder), joden uit Duitsland, Friese voorouders en voorouders uit Noordrijn-Westfalen. Met name bij de Friese en Noordrijn-Westfaalse voorouders verwacht ik nog wel voortgang te boeken, al maakt de schippers-achtergrond met mogelijk doopsgezinde affiniteit van mijn Friese voorouders het er niet makkelijker op.

Enkele vondsten uit de afgelopen tijd

De tiende generatie kon ik onlangs aanvullen met interessante nieuwe gegevens. Zo loste ik het raadsel op rondom de afkomst van voormoeder Maria Helena van Straten (generatie IX), echtgenote van Arnoldus Morgenrood. Zij was vanuit Emmerik naar Beek en Ubbergen gekomen en stond ook bekend onder de namen Johanna Helena en Johanna Helena Megteld. In 1746 woonde zij een tijdje in Gouda. Zowel in Beek als in Gouda is de ondertrouw van het koppel genoteerd. Tijden heb ik gelezen dat zij uit "Busbek" afkomstig was. Zoektochten in Büsbach (bij Aken) en Bousbecque (bij Lille) leverden niets op. Toen ik de ondertrouwinschrijvingen opnieuw las leek er echter "Bislik" te staan. Zou dit soms op Bislich bij Wesel slaan? In het Lutherse doopboek van Bislich, inmiddels te vinden op Archion (niet gratis), werd in 1726 inderdaad Johanna Helena Megteld gedoopt, dochter van de plaatselijke schoolmeester Heinrich Mattheis van Straten en de uit Kalkar afkomstige Catharina Janssen. Nog meer Duits bloed dus...

Een tweede raadsel dat ik oploste betrof de afkomst van Willem van der Hoeven en Adriana van den Heuvel uit Tilburg. In 1755 doken zij ineens in Tilburg op, waar zij drie zoons lieten dopen. Eerder had ik reeds een koppel met dezelfde namen kinderen zien dopen te Wassenaar en Veur tussen 1747 en 1753. Zou het hier om hetzelfde echtpaar kunnen gaan? Chronologisch kan het, maar zij dragen niet de zeldzaamste namen; bovendien zou moeten worden uitgelegd waarom ze ineens naar Tilburg vertrokken. Een recentelijk gedigitaliseerde borgbrief uit Tilburg bood uitkomst: Willem van der Hoeven, uit het graafschap Lingen afkomstig, en Adriana van den Heuvel, uit Rijswijk, vestigden zich even voor 1755 in Tilburg. Zij trouwden in 1746 in Rijswijk (Zuid-Holland). Het gaat inderdaad om hetzelfde echtpaar. Willem was tuinder van de heer van Tilburg. Dit moet gaan om de Haagse Gijsbert van Hogendorp, die de heerlijkheid in 1754 aankocht. Waarschijnlijk was Willem reeds vóór die tijd in dienst van Gijsbert rondom Den Haag.

Nog veel te onderzoeken

Generatie 9 en 10 zitten nog vol raadsels om verder uit te zoeken. Ik noem er hier zestien:
  • Waar kwam Jan van Wijk (nr. 516) te Wadenoijen vandaan? Hij lijkt géén lid van de plaatselijke Van Wijk-familie.
  • Wanneer zijn Johanna Jansen (nr. 227), echtgenote van Ruth Jagtenberg te Wadenoijen, en haar moeder Geertruijd Arnoldus naar Wadenoijen gekomen? Wie was Johanna's vader?
  • Werd Maria Poningh uit Opijnen (nr. 293) stiekem ergens anders gedoopt omdat haar vader Benjamin formeel nog met zijn oude vrouw, waar hij ruzie mee had, getrouwd was?
  • Was Joseph Tibo (nr. 596) een militair op Fort St. Andries? Onder wie diende hij en waar kwam hij vandaan?
  • Kwam Judic Levy Swelm (nr. 337) daadwerkelijk uit de stad Frankfurt en wat is dan haar plaats in de familie Schwelm?
  • Waar lag "Enghuijsen" bij Korbach in Hessen, waar Marianne Pinchas (nr. 339) en haar zuster Sara vandaan komen?
  • Welke plaatsen worden bedoeld met Lassoin en Canton Lazar, waar Pierre Dumas (nr. 360), stamvader van de Javaanse Dumassen, vandaan zegt te komen?
  • Behoorde de eerste vrouw van Gerrit Endeman (nr. 362) te Rembang vóórdat hij met de javaanse Tjielik samenwoonde, soms tot de familie Mente?
  • Van waar uit Zwitserland is de militair Jan Rijsch (nr. 774) rond 1700 naar Heusden gekomen?
  • Wie zijn de ouders van Hans Johannes en Hiltje Jacobs uit Drachten (nr. 400/1), Gerrit Berends en Maaike Jans uit Drachten (nr. 404/5) en van de doopsgezinde Lolkje Egberts uit Surhuisterveen (nr. 407)?
  • Wie was Elisabeth (nr. 413), echtgenote van Tilman Herckenrath uit Vluyn bij Meurs?
  • Waar komt Neeltje Jans van Dongen (nr. 837), echtgenote van Willem Leenheer te Groote Lindt vandaan?
  • Waar vond het eerste huwelijk van Pieter Gillisz de Klerk (nr. 848) met Adriana de Swart plaats en van waar is hij naar Zwijndrecht gekomen?
  • Kwamen Reinerus Schneiders en Anna Catharina Westem (nr. 476/7) wel uit Aken?
  • Welke van de twee nichten Cornelia van Scherpenzeel (nr. 981) vertrok uit Wijk bij Duurstede naar Rotterdam?
  • Was Marijtje Breedveld (nr. 1023) uit Moordrecht inderdaad de buitenechtelijke dochter van Neeltje Kraan?

Nog altijd heb ik dus veel om verder uit te zoeken.