woensdag 27 april 2022

Terug naar Zadok, deel 2

In het vorige deel keerde ik terug naar de zoektocht naar Abraham Zadok. Ik concludeerde dat het aannemelijk is dat hij geïdentificeerd kan worden als de gelijknamige zoon van Sadock Salomons. Redenen zijn o.a. zijn continue voorkomen in het notarieel archief als koopman, in tegenstelling tot de andere Abraham Zadoks, zijn status als voorzitter van de parnassim en de verbinding met (beide) Nathan Swaab. Zeker is dit echter niet, want er leefden ook andere Abraham Zadoks in Amsterdam, namelijk:
  1. Abraham Zadok Melamed, wiens vrouw werd begraven op Muiderberg op 4 juni 1714.
  2. Abraham Zadok, begraven op Muiderberg op 29 november 1721 (misschien dezelfde als bovenstaande).
  3. Abraham Zadok Lappeman, begraven op Zeeburg in oktober 1751.
  4. Abraham Zadok, geboren te Kudershof in 1693, gehuwd in 1720 met Judith Juda.
Laatstgenoemde Abraham Zadok is in ieder geval niet de zoon van Sadock Salomons, maar van Zadok Marcus. Ook Abraham Zadok Lappeman lijkt mij niet de zoon van Sadock Salomons; reden hiervoor is dat deze Abraham mogelijk een zuster Teltsje Zadok had wier dochter met Abrahams zoon Gompert Lappeman was gehuwd (neef-nicht-huwelijk). Sadock Salomons had ook een dochter Teltsje, die echter in Den Haag woonde.

Wie was Sadock Salomons? Hij werd volgens zijn huwelijk geboren rond 1630, denkelijk in Berolzheim in Beieren. Rond 1650 zal hij met zijn ouders en zijn broer Mozes naar Amsterdam zijn vertrokken. Hij trouwde in 1657 met Bele Aron Gomperts uit Emden. Op 28 februari 1669 werd zijn vader Salomon (Sjlomo Pereltsum) begraven op Muiderberg. Salomons weduwe volgde op 4 april 1688 (Van Straten vermeldt per abuis het overlijdensjaar 5488 i.p.v. 5448).

De kinderen van Sadock en Bele waren:
  1. David Zadok, richtte in 1676 met Gerson Michiel Worms een negotie op.[1]
    De mogelijkheid bestaat dat David de civiele naam was van Todres.
  2. Abraham Zadok, geboren ca. 1658, denkelijk dezelfde als Abraham Zadok Curiel, gehuwd met Branca Joseph.
  3. Todres Zadok, vermeld in een brief aan Sadock 1678.[2]
  4. Teltsje Zadok, gehuwd te 's-Gravenhage ca. 1689 met Abraham Jacob Polak, zoon van Jacob Abraham Polak.[3]
  5. Hindele Zadok, vermeld in een brief aan Sadock 1678.[4]
  6. mogelijk Prinsje Zadok, gehuwd met Nathan Samuel Swaab.
Het Amsterdams archief bevat meerdere akten waarin duidelijk wordt met wie Sadock persoonlijke en zakelijke contacten onderhield, waaronder meerdere vertalingen van brieven uit het jiddisch, onder andere door zijn zoon Abraham en Baruch Moses Waag bij de notaris aangegeven. Een deel van de brieven kwam ook bij Nathan Swaab terecht.

Sadock ontving onder andere een brief van zijn broer Moses Salomons te Frankfurt, die onder meer schreef over Schmuel z. goldenen Rose, Sadocks dochter Hindele en Gumprecht.[5]

Op 8 februari getuigden Moses Samuel Gidon, geboren ca. 1647, woonachtig te Amsterdam, en rabbijn Coussel (Jekuthiel Isaacs), dat zij in het huis van Nathan Swaab Jacob Samuels z. Rost aantroffen, die hen iets vroeg over een zaak m.b.t. Jacob Mendels die zich tot het christendom had bekeerd, en die door Abraham Tracht in Frankfurt zou zijn teruggebracht tot het jodendom. Swaab wilde daar weinig mee te maken hebben. Moses Samuel Gidon schreef 11 februari 1678 over deze zaak aan Abraham Tracht in Frankfurt, de oudoom van Jacob z. Rost; Jacob zou Nathan Swaab geld beloofd hebben om te getuigen tegen Jacob Mendels. Moses heeft "zijn neef rabbij Sadock" opdracht gegeven erop toe te zien dat Jacob z. Rost hier niet zomaar mee weg zou komen. Jacob werd inderdaad gevangen genomen, waarna Sadock een geldbedrag aan Moses en rabbij Coussel gaf vanwege hun getuigenis bij de notaris. Op 23 februari schreef Abraham Tracht vanuit Frankfurt een brief aan Sadock Salomons, zijn "cousijn" over de zaak waarin Jacob z. Rost Nathan Swaab en de zijnen "tot valse getuigen" wilde maken. Ook Abrahams schoonzoon Leib Ochs schreef een brief aan Sadock.[6]

Hiernaast had Sadock direct contact met Schmuel Bacharach z. Rost of z. goldenen Rose, de vader van Jacob z. Rost en de gebroeders Gumprecht en Elias Oppenheim (een schoonzoon van Abraham Tracht).

In de Ele Toldot, het omvangrijke werk van S. Ettlinger over de Frankfurtse joden, staat een Moses Salomons die m.i. geïdentificeerd kan worden met Sadocks broer, namelijk:

Mosje b. Sjlomo Amsterdam, woonachtig in het huis z. roter Widder, overleden te Frankfurt op 6 februari 1726. Hij is gehuwd met Ellichen b. Elia Worms-Kome, overleden te Frankfurt op 26 januari 1712.
Hieruit:
  1. Juzman b. Mosje Amsterdam, overleden te Frankfurt op 27 november 1700.
  2. Baruch b. Mosje Amsterdam, overleden te Frankfurt op 30 november 1743, ongehuwd.
  3. Elia b. Mosje Amsterdam, vertrokken uit Frankfurt.
  4. Lea b. Mosje Amsterdam, overleden te Frankfurt op 19 juli 1730, gehuwd met Sjlomo Schwalbach.
  5. Sorle b. Mosje Amsterdam, overleden te Frankfurt op 20 maart 1748, gehuwd met Zalman Schuh.
Moses' schoonmoeder was Fraadche b. Faibisj Wage, een tante van de Baruch Moses Waag, die samen met Abraham Zadok de brieven aan Sadock bij de notaris aangaf.

Abraham Tracht (of Drach) is dezelfde als Abraham Bacharach, woonachtig in het huis z. Rost, later z. Drachen, overleden te Frankfurt op 14 augustus 1687. Hij vervulde een belangrijke positie in de joodse gemeenschap van Frankfurt. Hij is de oom van Schmuel Bacharach, de vader van Jacob z. Rost. 

Abrahams ouders waren Schmuel Bacharach z. Knoblauch, later z. Drachen, en Hinle b. Jacob Bloch, die in 1595 trouwden. Abraham moet ca. 1600 geboren zijn. Het is niet bekend wat precies in de originele jiddische brief aan Sadock stond, maar voor een "cousijn" (volle neef) lijkt hij mij te oud. Hij is eerder een oom van Sadock of neef van één van de ouders van Sadock.

Sadocks neef, Moses Samuel Gidon, of mensen met een soortgelijke naam tref ik niet aan in de Ele Toldot, hoewel hij Abraham Tracht wel kende. Het is ook niet te zeggen of Moses verdere familiebanden had met Frankfurt.

Onder de kennissen van Sadock bevinden zich Elias Oppenheim, schoonzoon van Abraham Tracht, en diens broer Gumprecht, woonachtig te Koblenz. Beide waren zoons van Todres Oppenheim. Een familieband met Sadock blijkt niet uit de brieven - ook Sadock zelf had een zoon Todres.

Hoe de verwantschap tussen Sadock en Abraham Tracht nu precies was, valt niet te zeggen. Omdat Sadocks ouders niet in Frankfurt overleden zijn, staan zij niet in de Ele Toldot. Misschien was Sadocks moeder wel een zuster van Abraham. Misschien was Abraham een neef van één van zijn ouders. Als zij aan elkaar verwant waren via Abrahams moeder, Hinle Bloch, hoeft dit niet binnen de Frankfurtse gemeente te zijn geweest; Hinles vader kwam uit Bruchsal in Baden-Württemberg. Hiernaast bestaat ook nog de mogelijkheid dat de verwantschap via Abraham Trachts echtgenote Sorle Homburg liep. Het is in dit licht mogelijk interessant dat Sorles stiefvader Hirts Oppenheim een broer van Todres Oppenheim was.

Geeft de zeldzame voornaam Zadok aanwijzingen? In de Ele Toldot komt welgeteld één Zadok voor, namelijk Tsadok b. Chajim Worms, woonachtig in het huis z. Weinheber, overleden te Frankfurt op 31 oktober 1607, vermoedelijk zoon van rabbijn Chajim b. Besalel te Friedberg, een familielid van rabbijn Juda-Löw, bekend als de "Maharal van Praag". Deze Tsadok was omstreeks 1604 gehuwd met Rajts. Ettlinger schrijft dat over haar en haar (eventuele) kinderen na 1613 niets meer in Frankfurt te vinden is. Hij suggereert dat zij uit Frankfurt vertrokken zijn na de Fettmilch-opstand in 1614. Zouden zij soms de ouders van Salomon, vader van Sadock, zijn geweest? Zou Rajts zich in Berolzheim gevestigd hebben? Het is een interessante mogelijkheid, maar antwoorden kan ik hier niet geven.

Update 19 mei

Salomon wordt vermeld in het werk "Hebrew Typography in the Northern Netherlands", en wel als Solomon b. Todros Berlizum, die in 1662 een werk schreef. Dit betekent dat zijn vader géén Zadok heette, maar Todros/Todres.

Ter verduidelijking van bovenstaande voeg ik hier een schema bij van de familie en contacten van Sadock Salomons:

Familie en contacten van Sadock Salomons

Is er ten slotte nog iets te vermelden over de vrouw van Abraham Zadok, Branca Joseph, en haar afkomst? Behalve dat zij zelf haar naam kon schrijven niet. De beste kans om meer te weten te komen is om hun huwelijkse voorwaarden (ketubot) te vinden. Mogelijk ligt deze nog verborgen bij één van de vele Amsterdamse notarissen.

[1] SA Amsterdam: ONA, notaris Dirk van der Groe (21 juni 1676)

[2] SA Amsterdam: ONA, notaris Dirk van der Groe, transcriptie brief Schmuel Bacharach aan Sadock Salomons (26 januari 1678).

[3] SA Amsterdam: ONA, notaris Dirk van der Groe, huwelijkse voorwaarden 1 juni 1689; 3 augustus 1694.

[4] SA Amsterdam: ONA, notaris Dirk van der Groe, transcriptie brief Moses Salomons aan Sadock Salomons (23 februari 1678).

[5] id.

[6] SA Amsterdam: ONA, notaris Dirk van der Groe, verklaring (8 februari 1678); transcriptie brieven (februari en maart 1678).

zaterdag 23 april 2022

Terug naar Zadok, deel 1

Stukje bij beetje is er steeds meer te vinden over de levens van vroeger. Eerder schreef ik over de zoektocht naar Abraham Zadok, bijgenaamd Curiel of Kriel. Ik bracht daar de hypothese naar voren dat Kriel zou kunnen verwijzen naar het jiddische woord voor "kraal". Inmiddels denk ik dat hij de bijnaam simpelweg van de bekende Portugees-Joodse familie Curiel heeft overgenomen. De redenen hiervoor zijn niet duidelijk. Misschien verleende hij diensten voor deze familie, woonde hij nabij hen of leek hij veel op één van hen. Wie was Abraham Zadok?

Handtekeningen Abraham Zadok en Branca Joseph
onder hun testament, 1742.
In augustus 1742 schreven Abraham Zadok en zijn vrouw Branca Joseph hun testament.[1] Abraham was ziek en zou dezelfde maand nog overlijden. Branca overleed in 1768. Abraham en Branca wensen op de joodse begraafplaats begraven te worden - beiden liggen nog altijd op Muiderberg. Abraham wil dat Branca kan leven van het geld uit de boedel, zoals afgesproken bij hun ketuba - de huwelijksovereenkomst - en dat zij in hun huis blijft wonen, samen met hun jongste zoon en twee [nog] ongehuwde dochters. Tot erfgenamen worden Branca en hun gezamenlijke kinderen aangewezen. Abraham wil dat zijn nog ongehuwde kinderen bij het uithuwelijken een bruidsschat meekrijgen waarvan Branca en de voogden het bedrag zullen bepalen. De ongehuwde kinderen zullen evenveel krijgen als de ongehuwde kinderen genoten hebben. Tot voogden over zijn minderjarige kinderen benoemt hij zijn huisvrouw, zijn zonen Joseph en Meijer en zijn schoonzonen Mozes Philip en Hartog Philip Jost. Branca, die nog gezond van lichaam is, benoemt tot haar erfgenamen haar man en haar kinderen en wil tevens dat haar man de enige voogd zal zijn over de minderjarige kinderen. De weeskamer sluiten zij uit van hun boedel. Beide ondertekenden zij het testament, Branca in het jiddisch..

De kinderen van Abraham en Branca waren:
  1. Roosje Abraham Zadok, (Reiz), geboren te Amsterdam ca. 1698. Zij is gehuwd te Amsterdam op 9 september 1717 met Mozes Philip Levy, geboren te Amsterdam ca. 1691, koopman, zoon van Philip Levy en Gutrat.
  2. Hanna Abraham Zadok, geboren te Amsterdam ca. 1701. Zij is gehuwd te Amsterdam op 7 juli 1719 met Hartog Philip Halberstadt, geboren te Halberstadt ca. 1700, zoon van Philip Joost.
  3. Judith Abraham Zadok, geboren te Amsterdam in 1705. Zij is gehuwd te Amsterdam op 25 juni 1723 met Samuel Hartog Levy, geboren te Amsterdam ca. 1698.
  4. Joseph Abraham Zadok, geboren te Amsterdam ca. 1710. Hij is gehuwd te Amersfoort op 6 oktober 1730 met Marianne Italiaander, geboren te Amersfoort, dochter van Benjamin Abraham Italiaander en van Judith Jacob Littau.
  5. Meijer Abraham Zadok, geboren te Amsterdam ca. 1710. Hij is gehuwd te Amersfoort op 13 september 1731 met Rachel Italiaander, geboren te Amersfoort, dochter van Benjamin Abraham Italiaander en van Judith Jacob Littau.
  6. Jacob Abraham Zadok, geboren te Amsterdam ca. 1717. Hij is gehuwd te Amsterdam op 25 augustus 1747 met zijn nicht Goedje Mozes Philip, geboren te Amsterdam ca. 1727, dochter van Mozes Philip Levy en van Roosje Abraham Zadok.
  7. Hester Abraham Zadok, overleden tussen 1742 en 1747.
  8. dochter Abraham Zadok, gehuwd te Hamburg ca. 1747 met N.N.
Een mogelijke dochter Bele Abraham Zadok, in 1741 gehuwd met Aron Abrahams, zou ook dochter van Abraham Zadok Sjochet kunnen zijn, een jongere naamgenoot van onze Abraham; haar naam ontbreekt namelijk in het testament.

Abrahams oudste dochter Roosje was gehuwd met Mozes, zoon van de redelijk bemiddelde koopman Philip Levy, een zwager van de rijke Salomon Levy Norden. Roosjes dochter Goedje trouwde later met haar oom, Jacob Abraham Zadok. De oudste zoons van Abraham, Joseph en Meijer, trouwden met de dochters van Benjamin Italiaander, een vooraanstaand lid van de joodse gemeente te Amersfoort. 
Handtekeningen Abraham Zadok in 1701 en 1733.

Aan de handtekening die Abraham onder zijn testament zette, is duidelijk te zien dat hij al op hoge leeftijd was. In eerdere jaren voegde hij nog een versiering toe aan zijn naam, zoals in 1701 en 1733.

In 1701 machtigde Abraham Zadok, op dat moment koopman, Nathan Swaab om zijn zaken waar te nemen.[2] Nathan zullen we in een andere context opnieuw tegenkomen.

Abraham Zadok kocht in 1710 een huis op de Zwanenburgerstraat op Vlooienburg. Hier zag in 1714 een groep joodse mannen de rabbijn Hartog Jacobs uit het huis van Abraham Zadok, "in de wandeling genaamd Curiel", stappen, waarna zij hem achtervolgden, poortgeld voor hem betaalden, en hem zagen vertrekken met de Goudse schuit.[3]

In 1733 was Abraham voorzitter van de parnassim van de Hoogduits-Joodse gemeente in Amsterdam. In deze rol is hij betrokken bij een opmerkelijke gebeurtenis: Bela Mozes Goldschmidt en Isaac Joseph Cohen wilden een huwelijksceremonie houden, waarvoor zij reeds kosten hadden gemaakt; Abraham wilde het huwelijk echter niet op die wijze voltrekken. Mozes Goldschmidt eiste vervolgens dat het huwelijk volgens de traditie voltrokken zou worden en een vergoeding voor de schade die geleden zou worden. Toen Abrahams vrouw Branca dit vernam, zei ze dat ze niets van de situatie wist en er niets van begreep.[4]

Dat onze Abraham Zadok samen met Nathan Swaab vermeld werd in 1701, zoals zijn handtekening aantoont, is interessant; in Amsterdam woonden toen de oudere Nathan David Swaab en de jongere Nathan Samuel Swaab, die met Prinsje Zadok, mogelijk een zuster van Abraham, gehuwd was. Het wordt uit de context niet duidelijk met wie van beiden we hier van doen hebben.

Reeds in 1678 legde Nathan Swaab - vermoedelijk de oudere - een verklaring af over de levering van vijf brieven uit Frankfurt voor Sadock Salomons, die hem door Sadocks zoon, de toen ongeveer twintig jaar oude Abraham, waren overhandigd.[5] Ik vind het aannemelijk dat het hier om onze Abraham gaat. Het contact met Nathan Swaab zou dan nog ouder zijn. Abraham ondertekende toen nog in het jiddisch.

Abrahams ouders waren Sadock Salomons en Bele Aron Gomperts die te Amsterdam in 1657 trouwden. Sadock verklaart uit "Persum" te komen. Bij zijn begraafinschrijving in 1718 te Muiderberg noemt hij zich "Pereltsum". Zijn vader, Salomon Pereltsum werd hier in 1669 reeds begraven. Hoewel ik de naam "Pereltsum" eerder als een mogelijke verwijzing naar parels verklaarde, ga ik er nu van uit dat de naam verwijst naar de Beierse plaats Berolzheim, waar gedurende de zeventiende eeuw inderdaad een kleine joodse gemeenschap aanwezig was. Hoewel Sadock daar naar alle waarschijnlijkheid opgroeide, blijkt uit zijn brieven en transacties dat zijn kennissenkring en familiebanden echter vooral in Frankfurt liggen.

wordt vervolgd (zie: deel 2)

[1] SA Amsterdam: ONA, notaris Mathijs van Son, testament (1 augustus 1742).

[2] SA Amsterdam: ONA, notaris Joan Hoekeback, machtiging (7 november 1701).

[3] SA Amsterdam: ONA, notaris Johannes van Vilekens, attestatie (17 januari 1714).

[4] SA Amsterdam: ONA, notaris Philippus Pot, insinutatie (18 november 1733).

[5] SA Amsterdam: ONA, notaris Dirk van der Groe, attestatie (23 februari 1678).

zaterdag 9 april 2022

Vererving van segmenten bij nabije familie

Bij een genetische match delen twee mensen één of meerdere segmenten DNA met elkaar die teruggaan op één of meerdere gemeenschappelijke voorouders. In dit stuk bespreek ik enkele aspecten die voor kunnen komen bij gedeelde segmenten met nabije familieleden.

Algoritmen en andere gekkigheden

De bedrijven en organisaties die gedeelde genetische segmenten tussen twee mensen berekenen doen dit op basis van algoritmen: wanneer er genoeg overeenkomsten zijn tussen bepaalde stukjes DNA en het segment voldoet aan de voorwaarden is er sprake van een gedeeld segment. De voorwaarden waaraan het segment moet voldoen betreffen doorgaans de lengte van het segment: hoe groter, hoe betrouwbaarder. Hoe kleiner het gedeelde segment is, hoe groter de kans is op een toevallige overeenkomst. Ook op bepaalde gebieden in het DNA, de pile-up regions, zoals het begin van chromosoom 15 of het midden van chromosoom 9, is er sprake van een verhoogde kans op toevallige gedeelde segmenten. De algoritmen pikken niet altijd elk gedeeld segment op: het kan voorkomen dat een oom met zijn neef een match deelt die niet in het lijstje van de broer van de oom, vader van zijn neef, voorkomt. Algoritmen verschillen per bedrijf. Hiernaast hangt de mate waarin een segment en de grootte hiervan herkend wordt af van de gebruikte chip waarmee getest is: wanneer de overlap tussen verschillende chips klein is, neemt vanzelfsprekend ook de betrouwbaarheid van de vergelijking af.

Een fictieve familie

In schema 1 is de vererving van een bepaald chromosoom van de fictieve familie van opa Pake en oma Mieke aan hun kinderen Theo en Tessa en hun kleinkinderen, de neven Sam en Stef weergegeven:

Schema 1: vererving van een chromosoom.

Zoals bij ieder ander mens bestaan de (autosomale) chromosomen van Opa Pake en Oma Mieke uit twee strengen, één van elke ouder. Pake heeft de strengen van zijn ouders Piet en Paula geërfd, Mieke van haar ouders Max en Martha. Ook bij hun kinderen, Theo en Tessa, bestaat elk chromosoom uit twee strengen van hun ouders, Pake en Mieke. In hun geslachtscellen hebben Pake en Mieke de strengen van hun ouders in meerdere stukken geknipt en in nieuwe combinaties gehusseld voordat zij elk één streng, bestaande uit een combinatie van Piet en Paula of Max en Martha, doorgaven. Hetzelfde verervingsproces is te zien tussen Theo en Sam en tussen Tessa en Stef.

Al deze familieleden delen segmenten met elkaar op een net even andere manier. In schema 2 is te zien welke segmenten de volle neven Sam en Stef op het voorbeeld-chromosoom met elkaar delen:

Schema 2: gedeelde segmenten volle neef/nicht.

Sam en Stef zijn volle neven van elkaar. Over het algemeen betekent dit dat zij via één van hun ouders, en dus op één streng, aan elkaar verwant zijn. Op dit chromosoom delen zij twee segmenten, één van hun grootvader Pake (1) en één van hun grootmoeder Mieke (2). In beide gevallen gaan de segmenten terug op één van de ouders van de gemeenschappelijke grootouders, namelijk hun overgrootvaders Piet en Max.

In schema 3 zien we de gedeelde segmenten tussen Opa Pake en zijn zoon Theo:

Schema 3: gedeelde segmenten ouder/kind.

Een ouder en een kind delen altijd elk (autosomale) chromosoom over de gehele lengte. Theo heeft hier drie segmenten van zijn vader geërfd, afkomstig van Piet, Paula en Piet. In tegenstelling tot bij de twee volle neven kan het gedeelde segment (1) echter niet zomaar worden herleid tot één van de ouders van Opa Pake. Dit komt omdat Theo segmenten van beide strengen van Opa Pake's chromosoom geërfd heeft. Het algoritme weet dit echter niet: deze ziet slechts dat er over de gehele lengte van het chromosoom sprake is van gelijkenis.

In schema 4 zien we de gedeelde segmenten tussen Oma Mieke en kleinzoon Stef, en Opa Pake en kleinzoon Sam op dit chromosoom:

Schema 4: gedeelde segmenten grootouder/kleinkind.

Stef deelt twee segmenten met zijn grootmoeder. Toevallig zijn deze afkomstig van zijn afzonderlijke overgrootouders Martha (1) en Max (2). Er is echter dezelfde potentiële situatie als bij een ouder/kind-verwantschap: het kleinkind heeft segmenten van zijn grootouder geërfd afkomstig van beide strengen: het was hier dus mogelijk geweest dat Stef een segment van zijn grootmoeder geërfd had dat uit een combinatie van Max en Martha bestond. Een dergelijke combinatie zien we wel bij Opa Pake en zijn kleinzoon Sam: het algoritme wijst twee gedeelde segmenten aan. Segment (1) bestaat bij Sam uit een combinatie van zijn overgrootouders Piet en Paula, terwijl segment (2) alleen van Piet afkomstig is.

Bij een verwantschap tussen oom/tante en neef/nicht, zoals in schema 5 weergegeven, speelt iets soortgelijks, maar dan één generatie dichter bij het heden:

Schema 5: gedeelde segmenten oom/tante en neef/nicht.

Stef deelt hier volgens het algoritme drie segmenten met zijn oom Theo, Sam deelt er twee met zijn tante Tessa. Bij Theo en Stef gaan gedeelde segmenten (1) en (2) terug op (over)grootouders Martha en Piet. Bij Tessa en Sam gaat segment (1) terug op (over)grootvader Piet. Zowel bij Theo en Stef (segment 3) als bij Tessa en Sam (segment 2) is er echter sprake van een segment dat uit een combinatie van Opa Pake en Oma Mieke bestaat (in dit geval van (over)grootvaders Max en Piet). Dat er sprake is van een gecombineerd segment wordt alleen duidelijk bij een vergelijking met (familie van) Opa Pake of Oma Mieke.

De meest nabije en complexe verwantschap is die tussen volle broer/zus, zoals in schema 6 is weergegeven:

Schema 6: gedeelde segmenten volle broer/zus.

Volgens het algoritme delen volle broer en zus Theo en Tessa twee segmenten met elkaar op dit chromosoom. In werkelijkheid is er echter sprake van een ingewikkelder situatie: waar (klein)kinderen of neefjes/nichtjes op één van hun strengen segmenten kunnen delen die op de beide strengen van de chromosomen van hun (groot)ouders of ooms/tantes kunnen voorkomen, kunnen volle broers en zussen segmenten met elkaar delen die bij allebei op beide strengen voorkomen. In het geval van Theo en Tessa is er sprake van twee gedeelde segmenten aan vaderskant (beide afkomstig van hun grootvader Piet), en twee gedeelde segmenten aan moederskant (één van grootmoeder Martha, één van hun grootvader Max). Op twee punten overlappen de segmenten afkomstig van Piet en Max: hier zijn Theo en Tessa dus als het ware "dubbel" verwant aan elkaar. Bij een kwart van de segmenten die volle broers en zussen met elkaar delen is sprake van een dergelijke "dubbele" verwantschap. Een effect van deze dubbel gedeelde segmenten is dat volle broers en zussen "slechts" ca. 37,5% over de gehele lengte van hun chromosomen met elkaar delen (een percentage dat veel bedrijven gebruiken), terwijl de werkelijke hoeveelheid gedeeld DNA uiteraard ca. 50% bedraagt.

Slot

Matches met nabije familie kunnen goed helpen in de zoektocht naar de herkomst van gedeelde DNA-segmenten, maar leveren, juist vanwege de nabije verwantschap, complexe situaties op.