zondag 4 april 2021

Parels en kralen

Via mede-genealoog Yvette Hoitink kwam ik erachter dat een deel van de Amsterdamse notariële akten door AI zijn getranscribeerd. Het gaat hier om de stukken van zes notarissen, dus het betreft een bescheiden percentage. De stukken zijn vrij goed op tekst doorzoekbaar, al is AI nog lang niet in staat specifieke woorden als namen te herkennen en worden sommige letters nog vaak door elkaar gehaald.

Één voorvader waar ik wel meer van zou willen weten is Abraham Zadok (nr. 2798 in mijn kwartierstaat), ook bekend als Abraham Kriel (of Curiel). Hij is één van de Asjkenazische joden die rond 1700 plotseling in Amsterdam lijken op te duiken. Er zijn géén aanwijzingen dat hij tot de Portugees-Joodse familie Curiel behoorde. De naam Kriel verwijst volgens mij naar het jiddische woord voor "kraal". In 1710 kocht Abraham een huis op de Zwanenburgstraat in Vlooienburg. Hij overleed in 1742. Abraham was in of vlak voor 1698 met Branca Joseph gehuwd, die slechts enkele malen is vermeld. Zij overleed in 1768 op hoge leeftijd. Uit dit huwelijk zijn zes kinderen geboren: Roosje (*1698), de oudste, was gehuwd met Mozes Philip Levie. Hierna volgen Hanna (*1701), gehuwd met Hartog Philip Halberstadt, Judith (*1705), gehuwd met Samuel Hartog Levie, Joseph (*ca. 1710), gehuwd met Marianne Italiaander, Meijer (*ca. 1710), gehuwd met Judith Italiaander, en Jacob (*1717), gehuwd met zijn nicht Goedje Mozes Philip. Het huwelijk van Abraham en Branca is vermoedelijk één van vele Asjkenazische huwelijken die niet in de gemeentelijke registers van Amsterdam terecht is gekomen. Omdat de oudste kinderen wel aangeven in Amsterdam geboren te zijn, is het echter aannemelijk dat het wel in Amsterdam voltrokken is. Over Branca's achtergrond kan ik weinig vermelden. Over Abrahams verleden lijkt wel meer voorhanden. 

Volgens dutchjewry.org (voorheen Akevoth, inmiddels alleen via de internet archive in te zien), had Abraham een broer Marcus Zadok. Dit slaat echter op een jongere Abraham Zadok (*1693), ook bekend als Abraham Sjochet, die een zoon was van Zadok Marcus uit Kudershof in Zwaben. Onze Abraham vinden we mogelijk eerst in 1678, wanneer hij 20 jaar oud is. Hij overhandigt dan samen met Baruch Moses Waag, 21 jaar oud, een aantal brieven die aan zijn vader Sadock Salomons gestuurd zijn, op verzoek van onder meer Nathan Swaab, die hier een belang bij heeft. De brieven, oorspronkelijk "gesteld in de hoogduitse taal met Hebreeuwse karakters" zijn verstuurd door Sadocks broer Moses Salomons en door Schmuel Bacharach "zur Rost" uit Frankfurt. Moses spreekt onder meer over een mogelijk huwelijk tussen Sadocks dochter Hindele en een Schmuel of met een zekere Gumpricht. Banden tussen Sadock en Frankfurt blijken eveneens uit brieven van Elias Oppenheim en diens schoonvader Abraham Tracht, die Sadock zijn neef en cousijn noemt.[1]

In 1680 stuurde Sadock zijn zoon Abraham naar Frankfurt om enkele zaken te regelen. Dit ging echter mis. Sadock verklaarde dat Abraham "tot zijn leedwezen door jeugdigheid en onbedachtzaamheid" een aantal goederen en contanten had ingepikt, waarna hij naar Wesel was gevlucht. Nog altijd zat Abraham in hechtenis. Sadock vergeeft zijn zoon en "zal er niet meer aan denken, onder de belofte dat Abraham zich onder de gehoorzaamheid van zijn vader zou begeven".[2]

Gaat het om onze Abraham Kriel? Zeker is dit niet; het zou ook om Abraham Zadok Lappeman kunnen gaan of om een derde Abraham Zadok [Melamed], die in 1721 op Muiderberg werd begraven. Onder aanzienlijk voorbehoud dus!

Kwam Sadock uit Frankfurt? Bij zijn huwelijk in Amsterdam in 1657 met Bele Aron Gomperts (uit Emden) staat als plaats van herkomst "Persom". Hij overleed op 26 april 1718, en ligt als "Tsadok b. Sjlomo Pereltsum" op Muiderberg begraven, twee dagen na zijn echtgenote. Sadocks vader, "Sjlomo Perlsum" en diens waarschijnlijk tweede echtgenote liggen ook op Muiderberg begraven.[3] Ik heb de indruk dat "Persom", "Perlsum" etc. eerder varianten van een familienaam, vermoedelijk betreffende parels, verwijzen dan naar een plaatsnaam. Sadocks broer Moses ligt niet op Muiderberg.

De Frankfurtse joden zijn beschreven in de Ele Toldot, mits zij in Frankfurt begraven liggen. Abraham Tracht, die Sadock "zijn cousijn" noemde, overleed te Frankfurt op 14 augustus 1687. Hij blijkt Abraham Bacharach "zum Drachen" te zijn geweest, een zoon van Schmuel Bacharach "zur Knoblauch" en Hindele, dochter van Jacob Bloch aus Bruchsal. Abraham was de schoonvader van Elias Oppenheim en oom van Schmuel Bacharach "zum Rost" waarmee Sadock ook converseerde. Ook Baruch Moses Waag, die samen met Abraham Zadok getuigde, kwam uit Frankfurt. Uit de Ele Toldot wordt niet duidelijk hoe Sadock verwant kan zijn aan Abraham Tracht.

Van Sadock en Bele zijn naast Abraham ook een zoon David, een dochter Hindele, een dochter, gehuwd met de Haagse Abraham Jacobs Polack, en waarschijnlijk een dochter Prinsje, gehuwd met Nathan Swaab bekend.


[1] SA Amsterdam, ONA, notaris Dirk van der Groe (23 februari 1678).
[2] SA Amsterdam, ONA, notaris Dirk van der Groe (9 juli 1680).
[3] Jits van Straaten, De begraafboeken van Muiderberg 1669-1811 (2000).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten