In 1694 traden Samuel de Josua Cohen Faro en Sara de Jacob de Salazar in Amsterdam in het huwelijk, waarbij Sara, afkomstig uit Bayonne, werd bijgestaan door haar grootmoeder Beatris de Salazar. Sara’s ouders leefden op dat moment niet meer. Beatris was een dochter van de Spaans-Joodse magnaat Diego Gómez de Salazar, (later: Abraham), die grote rijkdommen bezat en onder meer de accijnzen op tabak uit Castilië en León beheerde. Diego behoorde tot de groep van de nieuwe christenen, de Spaanse en Portugese Joden die zich vanaf 1492 lieten dopen. Bekering tot het katholicisme was voor hen noodzakelijk om in Spanje te kunnen blijven; het alternatief was emigratie. De Spaanse Inquisitie hield de religieuze handel en wandel van de nieuwe christenen goed in de gaten. Ook Diego en veel van zijn familieleden ontkwamen niet aan een proces.
Het proces
Tussen 1659 en 1666 werd Diego’s zaak behandeld. Het Proceso de fe de Diego Gómez de Salazar is te vinden in het Archivo Histórico Nacional, Inquisición, 151, exp. 8. Het dossier beslaat maar liefst meer dan 900 bladzijden, waarbij vaak verschillende, elkaar soms overlappende, getuigenissen worden behandeld. Hiernaast vond de Inquisitie het van groot belang om de familie van de verdachte in kaart te brengen om zo meer bewijzen te verkrijgen over de joodse afkomst van de verdachte en om andere familieleden in de gaten te kunnen houden.
Op 20 augustus 1659 werd Diego's familie behandeld (f.223), waarvan ik hier – bij benadering – een vertaling geef:
“Hij zegt dat hij heet: Diego Gomez de Salaçar, geboortig van Ciudad Rodrigo, dat hij reeds tweeëntwintig jaar in Madrid woont, momenteel boekhouder van de financiën betreffende de zekerheid van de Koninklijke Renten en schatten is, alsook pachter van de Renten van het tabaksmonopolie in het gehele koninkrijk van Castilië en León en van de Alcabala van het zelfde [gebied] en de Duizenden van de stad Granada en elders van Zijne Majesteit. Dat hij drieënvijftig jaar oud is en op 11 mei van het afgelopen jaar is gearresteerd in Madrid en werd vastgezet in de gevangenis van het Hof van León waar de Inquisitie zetelt, en op 7 augustus werd binnengebracht in dit tribunaal door D. Sebastian (...), in een geheim gevang werd opgesloten.
Hij verklaart dat zijn genealogie als volgt is:
Ouders:
- Gonçalo Mendez, geboortig van Aldea del Obispo in de jurisdictie van Ciudad Rodrigo, in het koninkrijk van Portugal, koopman te Ciudad Rodrigo, waar hij naartoe was gegaan. Hierna vertrok hij naar Malaga, waar hij 20 jaar geleden overleed. Zijn echtgenote was:
- Leonor Gomez, geboortig van Ciudad Rodrigo, die ongeveer tien jaar geleden in de Calle de Hortaleza [te Madrid] leefde, ingeschreven (..) bij Mendez, haar zoon, broer van de confessant, verschenen in de lopende zaak van Po. Mendez, haar andere zoon, om enige interessante informatie te verzamelen, (..), en zij ging naar Pamplona om naar Frankrijk te vertrekken, volgens de berichten die de confessant heeft, is Pedro Mendes, haar zoon, in Bayonne of daar in de buurt, en het is bekend dat haar reis ook naar Bayonne in Frankrijk ging. De confessant weet het niet precies. Na enige pauze zegt hij dat ze hierna naar Italië ging. Twee jaar en twee maanden terug ontving hij van Alvarez de Toledo, een Portugees, burger van Ciudad Rodrigo, een goede bekende en vriend van de confessant, een bericht dat in Napels was geschreven, waarin werd verteld dat Leonor Gomez, moeder van de confessant, in Napels is overleden.
- Pedro Alvarez, geboortig van Aldea del Obispo en ingezetene aldaar. Zijn beroep weet de confessant niet, evenmin als waar en wanneer hij overleden is.
- Isabel Mendez, geboren in dezelfde plaats, Aldea del Obispo, en overleden, onbekend waar en wanneer.
Grootouders van moederskant:
- Diego Gomez, ook Salaçar, geboortig van Ciudad Rodrigo. Zijn beroep weet de confessant niet. Wel weet hij dat hij hoofdzakelijk in Ciudad Rodrigo woonde en werkte en hier ongeveer zestig jaar geleden overleed. Confessant weet niet waar hij begraven is.
- Beatriz Gomez, geboortig van dezelfde stad, Ciudad Rodrigo, waar zij tot haar overlijden woonde. De confessant weet niet wanneer zij overleden is en waar zij begraven is.
Ooms en tantes van vaderskant:
- Diego Méndez, geboortig van Aldea del Obispo. Confessant heeft gehoord dat hij een zaak heeft gehad in Almeida in Portugal. Hij is meer dan vijftig jaar geleden gestorven. Verder heeft de confessant geen gegevens.
- Maria Nunez, geboortig van dezelfde plaats, Aldea del Obispo. Confessant weet dat zij naar Portugal is gegaan en overleden is. Over haar gezin heeft hij geen gegevens.
Er zijn geen gegevens over eventuele andere broers en zussen van de vader.
Ooms en tantes van moederszijde:
- Francisco Gomez de Salaçar, geboortig van Ciudad Rodrigo, boer (...). Hij is getrouwd, maar van zijn gezin weet de confessant niets. Hij is lang geleden overleden in deze stad en in de parochie De Espiritu Santo begraven.
- Joan Gomez de Salaçar, geboortig van Ciudad Rodrigo, vanwaar hij veertig jaar geleden vertrok naar Madrid en daarna naar Sevilla, waar hij bij sommige tabaksondernemingen betrokken was als administrateur. Confessant weet dat hij in Sevilla woont. Hij is getrouwd met Isabel Mendez, geboortig van Ciudad Rodrigo, overleden in Madrid, veertien of zestien jaar geleden, en is begraven bij de Agustinos Recoletos. Zij kregen één zoon Diego, die omstreeks zijn dertigste is overleden in Madrid, (...), en mogelijk ook bij de Agustinos Recoletos begraven is. (...). Confessant weet niet of hij getrouwd was en of hij kinderen had.
- Gracia Rodrigues, geboortig van Ciudad Rodrigo. Zij is getrouwd in Portugal met een Portugees, João Nunez. Confessant weet zijn beroep niet. Hij weet ook niet of zij nog in leven zijn of dat zij reeds gestorven zijn. Zij hadden meerdere kinderen, van wie hij niet alle namen kent (...). Één dochter heet Ana Rodrigues of Nunez. Zij woont in Madrid (...) en is weduwe van Manuel Gomez de Oria, die in de tabak werkte, en zij hebben twee kinderen, één van twaalf of veertien jaar die Francisco heet, en een andere wiens naam de confessant niet uit zijn hoofd kent.
Er zijn geen gegevens over eventuele andere broers of zussen van de moeder.
Broers en zussen:
- Pedro Mendez, geboortig van Ciudad Rodrigues, pachter van de duizenden te Antequera, waar hij al acht of tien jaar woont. Hij is getrouwd met Cathalina de Espinosa, dochter van Pedro Gomes de Espinosa en van Beatriz Gomes [de la Peña], zijn vrouw, ingezetenen van Antequera. Hij heeft meer dan twintig jaar bij de schatkist gewerkt, heeft vier of vijf jaar in Castilië doorgebracht, is toen naar Frankrijk gegaan, en daarna naar Italië, en is momenteel in deze gevangenis (...). Zijn vrouw Catalina de Espinosa is overleden in Antequera. Confessant weet niet waar zij begraven is. Zij hebben één zoon, die Gabriel de Salazar heet, hij is zesentwintig jaar oud. Hij is getrouwd met de dochter van de confessant, Isabel de Salaçar, en zit al zes maanden in deze gevangenis. Gabriel woonde in Granada waar hij de duizenden pachtte met de confessant (...). Zij hebben één dochter van ongeveer één jaar oud, die Catalina heet.
- Francisco Mendez de Salazar, geboortig van Ciudad Rodrigo, getrouwd met een dochter van Gracia Rodrigues, zuster van zijn moeder. Confessant denkt dat zij Beatriz heet. Zij woonden ongeveer tien jaar geleden in Malaga, waar hij koopman was, en vijf of zes jaar geleden in Madrid, en hij pachtte ook met zijn broer Pedro Mendez de duizenden van Antequera. Hij is met zijn vrouw naar Italië gegaan, de precieze bestemming is niet bekend. Zij hebben één dochter, die vermoedelijk Leonor Gomez heet en twaalf of veertien jaar oud is (...).
- Juan, op zijn twaalfde of veertiende overleden in Ciudad Rodrigo, begraven in de parochie de Espiritu Santo.
- Beatriz, geboortig van Ciudad Rodrigo, overleden toen zij één jaar oud was. (...).
Echtgenote en kinderen:
- De confessant is getrouwd met Leonor de Espinosa, geboortig van Antequera, dochter van Pedro Gomes de Espinosa en van Beatriz Gomez [de la Peña], en zij zijn ongeveer 30 jaar geleden in de parochie van San Sebastián [te Antequera] getrouwd (...).
Zij hebben elf kinderen die in leven zijn:
- Pedro de Salaçar, geboortig van Antequera, vijfentwintig jaar oud, ongehuwd, is opgegroeid bij de confessant. Hij heeft geen kinderen.
- Beatriz de Salaçar, geboortig van Antequera, vierentwintig jaar oud, gehuwd met Antonio de Fonseca, zoon van Diego Lopez, ingezetene van Burgos, woonachtig te Madrid in de Calle de la Baño. Zij hebben drie kinderen, Diego van drie jaar, Anita van twee jaar, en een derde kind van zes of acht [maanden]. Confessant weet de leeftijd niet uit zijn hoofd.
- Leonor de Salaçar, geboortig van Madrid, (..), tweeëntwintig jaar oud, gehuwd met Thomas de Aguilar Rendon, die de Renten van de Maestr. de las Indias pacht. Confessant weet niet waar Thomas vandaan komt, maar wel dat hij een zoon is van Gonzalo Falcon. (...). Zij wonen op de Calle del Prado in Madrid, en hebben nog geen kinderen.
- Isabel de Salaçar, geboortig van Madrid, achttien jaar oud, gehuwd met Gabriel Gomes de Salaçar, zoon van Pedro Mendez, broer van de confessant. Zij hebben één dochter Catalina, één jaar oud. (Zie verder boven).
- Andres de Salaçar, geboortig van Madrid, negentien of twintig jaar oud, ongehuwd, woonachtig in het huis van de confessant. Hij heeft nog geen kinderen.
- Ana de Salaçar, geboortig van Madrid, vijftien jaar oud, gehuwd met Gaspar de Torres [Paiba], Portugees, uit Lissabon, (...).
- Catalina de Salaçar, geboortig van Madrid, dertien of veertien jaar oud, (...).
- Antonio de Salaçar, geboortig van Madrid, tien of elf jaar oud, woonachtig bij de confessant.
- Maria de Salaçar, geboortig van Madrid, zeven jaar oud, eveneens woonachtig bij de confessant.
- Flora de Salaçar, geboortig van Madrid, vijf of zes jaar oud.
- Theresa de Salaçar, geboortig van Madrid, vier jaar oud, woonachtig bij haar moeder.
- Gonzalo de Salaçar, geboortig van Antequera, die het oudste kind was, overleden te Madrid toen hij zes jaar oud was, begraven bij de Agustinos Recoletos.
- Isabel de Salaçar, geboortig van Madrid, overleden toen zij één jaar oud was, begraven in de parochie van San Sebastián.
- Zij hadden acht of negen jong overleden kinderen (...).”
Na enige tijd opgesloten te hebben gezeten, weet Diego met een deel van zijn familie naar Bayonne te vertrekken. In deel (2) ga ik verder in op de periode in Bayonne en onderzoek ik de verwantschap tussen Beatris de Salazar en haar kleindochter Sara.
(vervolg: deel 2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten