Het geslacht Coetier
V.F. van der Heijden
De familie Coetier is aan het
einde van de zestiende of begin zeventiende eeuw vanuit Namen naar de
Noordelijke Nederlanden gevlucht, waarbij zij bij de heren van Oijen terecht
kwamen. Vervolgens leefden zij met name rondom Arnhem. Leden van dit geslacht
waren onder meer hoogleraar, predikant, militair en gouverneur-generaal van
Suriname.
Genealogie
I. N.N.
Coetier, stamvader van het Nederlandse geslacht, vermoedelijk geboren in
Namen en gevlucht naar Oijen.
In de grafrede voor prof. Willem Coetier wordt stilgestaan bij de Namense
oorsprong van dit geslacht; naast Willems vader Johan worden echter geen oudere
namen genoemd.[1]
Zijn kinderen:
1. Johan Coetier, zie II-a
2. Christoffel Coetier, zie
II-b
3. Aletta Coetier,
geboren te Oijen. Zij is gehuwd te Zaltbommel op 20 maart 1659 met Isaac
Hubertsz (van Arnhem), landbode van de Tielerwaard, zoon van Huijbert Jacobsz
en van Fijken Lenaerts Coninck.
Hieruit:
a) Huijbert van Arnhem, te Zaltbommel, gehuwd met Sara van Elst.
b) Hendrina van Arnhem, geboren te Wadenoijen, gehuwd aldaar op 6 oktober 1683
met Seger Jacobsz van der Kruijssen.
c) Sophia van Arnhem.
II-a Johan Coetier, geboren
te Oijen, rentmeester en substituut-schout aldaar en te Arnhem. Hij is gehuwd te
Arnhem (ondertrouw 17 mei 1645) met Elisabeth van der Roer, geboren te
Nijmegen, dochter van Willem van der Roer en van Geertruijd Castrops.
Johan werd door de baron Willem
van Gent (uit het geslacht van de heren van Oijen) aangesteld als
executeur-testamentair van zijn testament.
Hieruit:
1. prof. dr. Willem Coetier, geboren te Arnhem op 10 maart 1647,
hoogleraar te Deventer, vervolgens hoogleraar geschiedenis te Franeker,
overleden te Franeker op 15/6 december 1723, ongehuwd.
Hij kreeg evenals zijn moeder een legaat van baron Willem van Gent.
2. Adam Coetier, zie III-a
3. Geertruijd Coetier, gedoopt te Arnhem op 2 juni 1654.
4. Hendrik Coetier, zie III-b
5. Johan Coetier, zie III-c
6. Gerhardus Coetier, gedoopt te Arnhem op 26 september 1661.
III-a Adam Coetier, gedoopt te Arnhem op 10 november 1650,
kapitein. Hij is gehuwd te Elden (ondertrouw Arnhem) op 5 september 1680 met
Everardina Sluijsken, dochter van Evert Sluijsken en van Catharina van Essen.
Hieruit:
1. Everardina Elizabeth
Coetier, te Arnhem, overleden voor 14 september 1762, ongehuwd.
Zij maakte op 30 augustus 1760 haar testament op.[2]
2. Everard Johan Coetier,
te Arnhem, overleden na 1729, voor zover bekend ongehuwd.
3. Hester Catharina
Coetier, te Arnhem, overleden na 1719, voor zover bekend ongehuwd.
III-b Hendrik Coetier, gedoopt te Arnhem op 9 november 1656,
vaandrig, luitenant, overleden in 1686. Hij is gehuwd te Bergen op Zoom op 22
maart 1682 met Sara Aelstius, gedoopt te Bergen op Zoom op 21 december 1655,
dochter van ds. Johannes Aelstius, predikant te Bergen op Zoom, en van Johanna
Moijaerts.
Hieruit:
1. Johanna Elisabeth
Coetier, te Bergen op Zoom, overleden na 1731, ongehuwd.
Zij maakte in 1731 haar testament op.[3]
2. Gerhardus Coetier, zie
IV-a
3. ds. Hendrik Willem
Coetier, gedoopt te Breda op 15 juni 1685, student theologie te Franeker, hulppredikant
te Bergen op Zoom 1705-1712, predikant Oud Vossemeer 1712-1719, te Middelburg
1719-1741. Hij is gehuwd met Sara Laurentia van de Blocquery, begraven te
Middelburg op 18 augustus 1736. Kinderloos.
Hendrik maakte in 1741 zijn testament op.[4]
4. Rudolf Ernst Coetier,
gedoopt te ’s-Hertogenbosch op 5 september 1690.
IV-a
Gerhardus Coetier, kapitein infanterie, begraven te Arnhem op 26 januari
1747. Hij is gehuwd op 24 mei 1731 met zijn nicht Charlotta Maria Coetier,
begraven te Bergen op Zoom op 16 december 1762 (zie III-c)
Hieruit:
1. Sara Henrietta
Coetier, gedoopt te Arnhem op 31 maart 1735. Zij is gehuwd (Waals) te Bergen op
Zoom op 28 augustus 1752 met Christophe Jean de Sauçin, geboren te Bergen op
Zoom, luitenant, in garnizoen te Doornik.
2. Hendrik Jan Coetier,
gedoopt te Arnhem op 26 juli 1736.
3. Eleonora Catharina
Coetier, gedoopt te Arnhem op 18 oktober 1739.
III-c Johan Coetier, gedoopt te Arnhem op 16 januari 1659, gouverneur-generaal
van Suriname 1718-1720, overleden te Paramaribo op 31 augustus 1720. Hij is
gehuwd met Eleonora Johanna Catharina barones von Schwartzenau, geboren te
Sint-Michielsgestel in april 1682, overleden te Bonn op 13 december 1713,
begraven aldaar, dochter van Carel Ferdinand Adam Ulrich baron von Schwartzenau
en van Johanna Elisabeth van Sijberg.
Te Suriname is ook het gezin van Louis Coutier te
vinden; het is vooralsnog niet duidelijk of hij verwant is aan deze familie.
Hieruit:
1. Johanna Elisabeth
Coetier, overleden in 1729.
2. Carel Jacob Willem
Coetier, gedoopt te Arnhem op 15 juli 1701, onderkoopman V.O.C. te Batavia
1723-1725, ongehuwd.
3. Henrietta Agneta
Coetier, gehuwd te Homoet (ondertrouw Valburg 28 juli 1733) met Everhard
Rudolph Huijghens, heer van Schoonderlogt, geboren te Arnhem op 23 juli 1699, burgemeester
Arnhem, zoon van Diederick Huijghens en van Maria van Ommeren.
4. Charlotta Maria
Coetier, gehuwd te Arnhem op 24 mei 1731 met haar neef Gerhardus Coetier (zie
IV-a).
5. Adriana Dorothea
Coetier, begraven te Arnhem op 7 december 1753, ongehuwd.
6. Johanna Dorothea
Coetier, gehuwd (ondertrouw te Arnhem, Heusden) te Velp op 31 januari 1747 met
Johan Gaspar van Pabst, uit Kleef, kapitein in het regiment van brigadier
Elias.
II-b Christoffel Coetier,
geboren te Oijen, bakker. Hij is gehuwd te Voorschoten op 3 oktober 1660 met
Maria Jans Hauw, dochter van Jan Hauw en van Maertgen Jacobs.
Hieruit:
1. Adam Coetier, gedoopt
te Leiden op 12 december 1660.
2. Johannes Coetier,
gedoopt te Leiden op 17 februari 1664.
3. Marij Coetier,
gedoopt te Leiden op 14 juli 1666.
4. Christoffel Coetier,
gedoopt te Leiden op 27 maart 1672.