Net zoals vorig jaar zijn ook dit jaar weer nieuwe inzichten ontstaan in de prehistorie van de mens m.b.v. onderzoek naar ancient DNA. Ik heb een aantal wetenschappelijke artikelen op een rij gezet. Deze vormen echter nog maar het topje van de ijsberg!:
1. Wanneer ontmoetten wij de Neanderthalers?
Sümer et al. (2024) onderzochten in Earliest modern human genomes constrain timing of Neanderthal admixture enkele van de vroegst bekende Europese genomen en concludeerden dat de vermenging tussen de voorouders van niet-Afrikanen en Neanderthalers plaatshad tussen 45.000 en 49.000 jaar geleden.
2. Inzicht in de oudste Indo-Europeanen
Lazaridis et al. (preprint) testten in The Genetic Origins of the Indo-Europeans ongeveer 300 nieuwe genomen van individuen van de Oekraïense en Zuid-Russische steppe uit het late neolithicum en vonden meerdere genetische clines (gradiënten) tussen deze groepen, zoals tussen de Kaukasus en de Volga, langs de Volga en langs de Dniepr. De nieuwe inzichten in de genetische verwantschap tussen deze groepen bieden waardevolle informatie over het ontstaan van het Yamnaya-volk rond 4000 v.Chr., dat meestal gezien worden als de belangrijkste initiële verspreider van de Indo-Europese talen.
3. Verspreiding van Indo-Europeanen in het Middellandse Zeegebied
In Yediay et al. (preprint), Ancient genomics support deep divergence between Eastern and Western Mediterranean Indo-European languages, worden enkele honderden individuen uit met name de brons- en ijzertijd, onder meer uit Griekenland en Italië, nader bekeken. De onderzoekers vinden grote verschillen tussen het westelijk en oostelijk Middellandse Zeegebied: de oude Grieken en Armenen danken hun aandeel steppe-DNA voornamelijk direct aan de Yamnaya, de oude inwoners van Italië, Spanje en Frankrijk hebben dit indirect via de verspreiding van het Klokbekervolk geërfd. De conclusies stemmen redelijk overeen met theorieën over de verspreiding van de specifieke Indo-Europese taalgroepen over Europa.
4. Meer over de oorsprong van de Germanen
McColl et al. (preprint) onderzochten in Steppe Ancestry in western Eurasia and the spread of the Germanic Languages maar liefst 700 genomen uit verschillende prehistorische tijdsperioden en vinden onder meer aanwijzingen voor een voorheen onbekende migratie of verspreiding van mensen binnen Scandinavië vanuit Oost-Zweden gedurende de bronstijd. Deze migratie vormt een essentieel element van het genoom van de Germanen die zich gedurende de ijzertijd en later over Noord(west)-Europa verspreidden.
5. Keltische dynastieën
Gretzinger et al. (2024) onderzochten in Evidence for dynastic succession among early Celtic elites in Central Europe meerdere genomen van Keltische heersers uit de ijzertijd die o.a. onder grafheuvels in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland begraven liggen en vinden meerdere gevallen van onderlinge verwantschap tussen individuen die honderd kilometer van elkaar begraven zijn, in enkele gevallen ooms van moederszijde en neven. Dit suggereert dat de toenmalige heersende families evenals de koninklijke families uit later tijden onderling huwelijken aangingen.
6. Verrassingen uit Pompeii
In Ancient DNA challenges prevailing interpretations of the Pompeii plaster casts vinden Pilli et al. (2024) dat het mogelijk is om DNA te extraheren uit de afgietsels van individuen uit Pompeii. Veel van de geteste individuen hadden een oorsprong in het oostelijke Middellandse Zeegebied. In een aantal gevallen bleken heersende verhalen over de afgietsels onjuist: families bleken vreemden, vrouwen bleken mannen etc. De nieuwe inzichten verrijken onze kennis over de ware samenstelling van de plaatselijke bevolking ten tijde van de uitbarsting van de Vesuvius.
7. Families der Avaren
In Network of large pedigrees reveals social practices of Avar communities onderzochten Gnecchi-Ruscone et al (2024) ongeveer 300 Hongaarse genomen uit de tijd van de Avaren en vonden meerdere groepen van verwanten en huwelijkspatronen: mannen die op dezelfde plaats bleven, vrouwen die tussen gemeenschappen werden uitgewisseld en afwezigheid van huwelijken tussen verwanten. Genetisch onderzoek biedt zo inzichten in de socio-culturele praktijken van een verdwenen samenleving.
8. Merovingers in België
Sasso et al. (2024) onderzochten dertig individuen uit het laat-Merovingische Koksijde alsook dieper uit Vlaanderen en vonden twee genetische clusters: het ene cluster met name langs de Vlaamse kust, met "(Noordzee-)Germaanse" genetische affiniteit en het andere met genetische affiniteit met de oudere, Gallische bevolking. Beide groepen zijn belangrijk geweest bij de vorming van de huidige Vlaamse bevolking.
9. Contacten van de oude Paaseilanders
Het team van Moreno-Mayar et al. (2024) deed in Ancient Rapanui genomes reveal resilience and pre-European contact with the Americas onderzoek naar de oorsprong van de bewoners van Paaseiland (Rapa Nui) uit de vroegmoderne tijd. Zij concludeerden dat er géén aanwijzingen zijn dat de bevolking zeer snel kromp gedurende de zeventiende eeuw als gevolg van het verdwijnen van grondstoffen en vonden dat de Paaseilanders, die grotendeels van Polynesische afkomst zijn, vóór de komst van de Europeanen, gedurende de latere middeleeuwen voor ongeveer 10% met inheemse Amerikanen vermengd geraakt zijn.
10. Chromosoomafwijkingen in de prehistorie
Anastasiadou et al. (2024) verzamelde in Detection of chromosomal aneuploidy in ancient genomes voorbeelden van prehistorische mensen met chromosoomafwijkingen, zoals het syndroom van Down of het Turner syndroom en concludeerde dat de wijze waarop zij begraven werden over het algemeen niet afweek van de gebruikelijke begrafenisriten voor anderen, wat zou kunnen suggereren dat er voor hen vaak een plaats was binnen de samenleving.
Op naar het volgende jaar!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten