zondag 3 maart 2024

Handtekeningen en een tempel

Jacob Juda Leão Templo
(ca. 1603 - 1675)
Collectie Rijksmuseum
In de nasleep van het overlijden van de gezusters Debora en Ribca Farro in 1739 diende zich ook Isaac Templo (ca. 1689-1741) aan als erfgenaam. Hij was een zoon van Salomon Juda Leão Templo en kleinzoon van Jacob Juda Leão, alias Templo (ca. 1603-1675). Deze Jacob was een bekende geleerde, onder meer in Middelburg en later in Amsterdam, waar hij op de Talmud Tora ook de vader en oom van Debora en Ribca onderwees. In 1642 publiceerde hij zijn belangrijkste werk, de Retrato del Templo de Selomoh, waarin hij de plattegrond van de tempel van Salomon uitgebreid beschreef. De tempel hield hem vermoedelijk zo in zijn greep dat hij de naam Templo aannam en eveneens zijn zoon Salomon noemde.

Oom en neef

Jacob Juda Leão Templo werd rond 1603 geboren, waarschijnlijk in Bordeaux of Saint-Jean-de-Luz, waar zijn ouders, Simão (alias Abraham) de Leão en Felipa (alias Abigael) da Fonseca via Portugal en Spanje naartoe waren gegaan alvorens in Amsterdam terecht te komen. Ook meerdere van zijn ooms, waaronder Manuel Lopes de Leão (ca. 1585-1661), kwamen naar Amsterdam. Manuel nam eveneens de naam Jacob Juda Leão aan. Dit maakt het weleens lastig om uit te vinden met wie we in de bronnen te maken hebben.

Zo lijken beide Jacobs meerdere malen gehuwd te zijn geweest. In de kaartjes van de graven van de Beth Haim-begraafplaats wordt beweerd dat Jacob Juda Leão (de oudere) driemaal gehuwd was, namelijk eerst met Rachel (overleden 1616), vervolgens met Sara (overleden 1639) en tot slot met Rachel Jessurun Furtado. Bij Jacob Juda Leão Templo vermeldt men slechts dat zijn echtgenote in 1675 in Londen begraven werd.

Op grond van andere bronnen dienen we deze interpretaties te herzien. Dat Jacob Juda Leão senior eerst met Rachel was gehuwd klopt; zij worden (onder hun christelijke namen Manuel Lopes de Leão en Catharina Lopes) vermeld door Jacobs broer João de Leão bij zijn verhoor door de Portugese Inquisitie in 1618.[1] Vervolgens hertrouwde hij - nog onder de naam Manuel Lopes de Leão - echter niet met een Sara, maar met een Rachel: in 1622 verschijnen zij voor het stadhuis in Amsterdam waar zij verklaren reeds vier jaar gehuwd te zijn. Deze Rachel kan geïdentificeerd worden met Isabel de Pina, alias Rachel Naar, die samen met haar man en kinderen Moses, Sara, Simha, Branca, David en Lea vermeld worden in de uitgebreide stamboom van Isaac Aboab.[2]

Handtekeningen van Jacob Juda Leão Templo
door de jaren heen (SA Amsterdam)
In 1646 ondertrouwde een Jacob Juda Leão, weduwnaar van Sara, met Rachel Jessurun Furtado, dochter van Jacob Jessurun Furtado en tante van de gezusters Farro. Beiden leven nog bij het openen van het testament van Rachels vader Jacob Jessurun Furtado in december 1661.[3] Dit huwelijk kan dus niet van Jacob Juda Leão senior zijn geweest, die eerder dat jaar overleden was. In 1662 verschijnen zowel Isaac Jessurun Furtado als wederom een Jacob Juda Leão bij de Dotar om te bevestigen dat zij hun vaders, Jacob Jessurun Furtado en Abraham de Leão, opvolgen als lid. Dit moet gaan om Jacob Juda Leão Templo, die inderdaad zoon was van Abraham. De handtekening heeft dezelfde vormen als bij het openen van het testament een jaar eerder; het was dus zeker Jacob Juda Leão Templo die met Rachel Jessurun Furtado gehuwd was. Later neemt zijn zoon Salomon het lidmaatschap over. In 1670 lijken Jacob en Rachel hun huwelijkstrouw te vernieuwen door opnieuw bij het stadhuis langs te gaan; de handtekening van Jacob komt m.i. overeen met de eerdere handtekeningen, al is deze iets soberder van aard. Rechts een overzicht van Jacobs handtekeningen door de jaren heen. De vermelding in de ondertrouwakte van 1670 dat hij weduwnaar was van een Rachel Abiatar kan ik niet plaatsen. Mijn vermoeden is dat het gaat om de in 1639 overleden Sara.

Op grond van de vergelijking van de handtekeningen alsook aanvullende informatie uit notariële archieven en de Dotar kunnen we m.i. de gezinnen van beide Jacob Juda Leão's, voor zover bekend, reconstrueren:

1. Jacob Juda Leão, (senior; alias van Manuel Lopes de Leão), geb. ca. 1585 Barcos/Porto, overl. 1661 Amsterdam.
tr. (1) zijn nicht Catharina Lopes (alias Rachel), overl. Amsterdam 1616.
tr. (2) 1618 Amsterdam Isabel de Pina, (alias Rachel Naar), overleden voor 1662.
Uit (2):
  1. Moses de Jacob Juda Leão (ca. 1622-1679), tr. zijn nicht Sara de Michael Juda Leão.
  2. Sara de Jacob Juda Leão (ca. 1623-1686), tr. Jacob Chilão.
  3. David de Jacob Juda Leão (ca. 1632-1707), tr. zijn nicht Debora de Jacob Chilão.
  4. Simha de Jacob Juda Leão (ca. 1634-1695), tr. dr. Joseph Abarbanel Barbosa.
  5. Branca de Jacob Juda Leão (ca. 1634-1669), tr. Menasse Abarbanel Barbosa.
  6. Lea de Jacob Juda Leão (-1652).

2. Jacob Juda Leão, (junior; alias Templo), geb. ca. 1603 Bordeaux(?), overl. 1675 Amsterdam.
tr. (1) voor 1634 Sara [Abiatar?], overl. 1639 Amsterdam.
tr. (2) 1646 (hernieuwd 1670) Rachel de Jacob Jessurun Furtado, geb. ca. 1623 Amsterdam, [overl. 1675 Londen].
Uit (1):
  1. Eliau de Jacob Juda Leão (ca. 1634-1707), tr. (1) Ribca, vervolgens bekeerd tot het calvinisme.
  2. Abigael de Jacob Juda Leão (ca. 1635), tr. (1) ca. 1653 Isaac Rodrigues Penha, tr. (2) David Jessurun.
Uit (2):
  1. Eliseba de Jacob Juda Leão (ca. 1649), tr. Abraham Juda Leão (uit Livorno).
  2. Hana de Jacob Juda Leão (ca. 1653), tr. Josua Jessurun Furtado (uit Venetië).
  3. Salomon de Jacob Juda Leão Templo (ca. 1658-1712), tr. (1) Ester Rodrigues, tr. (2) Lea de Jacob Chilão.

De gezusters Farro en Isaac Templo

Als zoon van Salomon Juda Leão Templo en kleinzoon van Rachel Jessurun Furtado was Isaac Templo inderdaad een wettige erfgenaam van de gezusters Ribca en Debora Farro via hun moederskant. Wat mij nog niet geheel duidelijk is, is waarom hun (jonger overleden zuster) Ester Farro bij de Dotar werd ingeschreven als derdegraads verwant van Salomon Juda Leão Templo, terwijl dit volgens het strikte canonieke recht tweedegraads geweest moet zijn (zij deelde immers grootouders met Salomon). Het kan zijn dat hier een foutje is gemaakt of dat men toch de derde graad ook toepaste bij verwantschap tussen volle neven en nichten. Of dit laatste vaker voorkwam is een belangrijk vraagstuk bij het interpreteren van de vermelde graden in de registers van de Dotar.

[1] Tribunal do Santo Ofício: Inquisição de Lisboa, proc. 9719 (João de Leão).

[2] Ets Haim: E48 E27, genealogische aantekeningen door Isaac Aboab.

[3] SA Amsterdam: ONA, not. P. Padthuijzen, opening testament Jacob Jessurun Furtado (december 1661).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten