vrijdag 1 maart 2024

Farro's op school en een spel met graden

Vorige keer beschreef ik de gang van zaken rondom het overlijden van de gezusters Ribca en Debora Cohen Farro, hun erfgenamen, de identiteit van hun moeder Jaël en hoe de archieven van de Dotar - de organisatie die bruidsschatten voor weesdochters en arme meisjes regelde - hierbij hielpen. Deze keer ga ik verder in op de identiteit van hun vader Isaac en andere familieleden waarbij de Dotar belangrijke aanwijzingen biedt.

Isaac de Faro

Halverwege de zeventiende eeuw had de voorzanger van de Portugese synagoge Joseph de Faro "Cohen" toegevoegd aan zijn naam; volgens toenmalig geschiedschrijver Daniel Levy de Barrios deed hij dit nadat hij ontdekt had tot de Cohanim te behoren. Joseph had samen met zijn echtgenote Ester in ieder geval één zoon, Josua, geboren rond 1636. Deze Josua was rond 1653 getrouwd met Simha, dochter van Rodrigo Álvares de Paz (alias Josua Justo) en weduwe van een andere voorzanger Ephraim-Samuel Abarbanel. Isaac Cohen Farro (of Isaac de Faro) was een broer of zoon van Josua. De laatste mogelijkheid is chronologisch gezien krap: Isaac zou niet ver na 1653 geboren moeten zijn, en uiterlijk 1675 gehuwd zijn, want vanaf 1679 laat hij reeds dochters inschrijven bij de Dotar; zijn echtgenote Jaël is uiterlijk in 1646 geboren, aangezien toen haar moeder overleed.

lijst van leerlingen van de Talmud Tora in 5409 (1649)
SA Amsterdam: Portugees-Isr. gemeente.
In de archieven van de Talmud Tora, de joodse school in Amsterdam, kwam ik een lijst tegen van leerlingen uit 5409 (1649), hier rechts gedeeltelijk afgebeeld. Bovenaan zien we Josua de Faro. Helemaal onderaan de afbeelding zien we dat Isaac de Faro halverwege het jaar leerling is geworden. Hun leraar was rabbijn Jacob Juda Leão.[1] Deze Isaac kan nooit een zoon zijn van Josua, die pas in 1653 trouwde. Gaat het om onze Isaac? In 5420/1 (1660/1) worden Joseph, zijn vrouw Ester, hun zoons Josua én Isaac vermeld als lidmaat (irmão) van de school of bibliotheek.[2] Omdat mij verder géén Isaac de Faro bekend is, lijkt het duidelijk dat het hier gaat om de vader van Debora en Ribca: hij is een zoon van Joseph, en dus een broer van Josua.

De vrouw(en) van Haim Saruco

Het testament van Isaacs schoonvader Jacob Jessurun Furtado uit 1661 biedt naast de aanwijzingen uit de Dotar veel inzicht in de geschiedenis en samenstelling van zijn familie.[3] Jacob schreef onder meer dat hij met zijn oom Josua Jessurun Furtado naar Amsterdam was gekomen en vervolgens met Ester, Josua's dochter, was getrouwd. Jacob was lid van de Dotar. Dit lidmaatschap werd in 1661 door zijn zoon Isaac geërfd, en toen deze kinderloos overleed kwam het bij diens zwager Isaac Saruco (gehuwd met Sara Jessurun Furtado) terecht. Deze Isaac was een zoon van Haim Saruco, een Hamburgse sjochet (slager), volgens overlevering een nazaat van de kabbalist Israel Sarug. Jacob Jessurun Furtado noemde ook Haim in zijn testament: deze was op dat moment namelijk met zijn zuster Ester Jessurun Furtado gehuwd. Haims zoon Moses Saruco was met Jacobs kleindochter Ester da Rocha gehuwd.

Haim Saruco schreef gedurende een langere periode meerdere dochters in bij de Dotar. Gedurende het lidmaatschap van Jacob Jessurun Furtado werd niet verwezen naar een verwantschap met Jacob Jessurun Furtado, iets dat wel gebruikelijk was als hier sprake van was. Nadat Isaac Jessurun Furtado het lidmaatschap van zijn vader Jacob had overgenomen, worden Haims dochters als 3e-graads verwanten van Isaac vermeld. Dit betekent, bij de strikte opvatting van het canonieke gradensysteem, dat zij overgrootouders hadden waar ook Isaac van afstamde. Opvallend, want Jacob was in die tijd Haims schoonvader en Isaac zijn zwager. Een nabijere verwantschap zou dus voor de hand liggen. Wat is hier nu aan de hand?

Een eerste mogelijkheid, namelijk dat hier sprake is van een andere Haim Saruco, lijkt me onwaarschijnlijk; er zijn mij geen aanwijzingen bekend voor het bestaan van een andere Haim; bovendien waren de kinderen van deze Haim eveneens verweven met de familie Jessurun Furtado.

Waarschijnlijke verwantschap tussen de Jessurun Furtado's
en Haim Saruco in lijn met de Dotar
Meest waarschijnlijk is volgens mij dat Ester Jessurun Furtado de tweede echtgenote was van Haim Saruco en dat zijn kinderen uit een eerder huwelijk stammen. Haims eerste echtgenote (of Haim zelf) was dan wél verwant aan Isaac Jessurun Furtado, maar niet aan diens vader Jacob Jessurun Furtado. De verwantschap moet lopen via Isaacs moeder Ester Jessurun Furtado, en vervolgens weer via haar moeder, want haar vader Josua was de oom van Jacob Jessurun Furtado, aan wie Haims kinderen dus niet verwant waren.
Ik vermoed dat Haims eerste echtgenote een nichtje was (of hijzelf een neefje) van de vrouw van Josua Jessurun Furtado: dit verklaart de genoemde verwantschappen in de Dotar. De waarschijnlijke verwantschappen zijn in nevenstaand schema gevisualiseerd.

Opnieuw biedt de Dotar nieuwe inzichten; hadden we deze registers niet gehad, dan zouden we er zomaar vanuit gegaan kunnen zijn dat Haims tweede echtgenote de moeder van zijn kinderen was. Niets is wat het op het eerste gezicht lijkt.

[1] SA Amsterdam: Portugees-Israëlitische gemeente, inv.nr. 1052, besluiten Talmud Tora, f.43v (1649).

[2] id., f.52v-53 (1660/1).

[3] SA Amsterdam: not. P. Padthuijzen, testament Jacob Jessurun Furtado (20 januari 1661).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten