Mijn betovergrootmoeder Geertrui van Zanten is geboren te Waardenburg op 20 augustus 1899 als dochter van de ongehuwde Geertje Pellegrom. Wanneer zij acht jaar later huwt met Jacob Cornelis van Zanten, erkent deze het kind. Dit heb ik altijd een vreemde zaak gevonden, want in de tussentijd hebben zij geen kinderen gekregen; als Geertrui hun voorkind was, hadden zij volgens gebruik wel sneller in het huwelijk moeten treden; aangezien zij beiden hervormd waren, was dit geen probleem geweest.
Het zou dus kunnen dat Geertrui geen natuurlijke dochter is van Jacob, maar dat hij haar uit goede wil, uit juridisch oogpunt, of vanwege het taboe op voorkinderen heeft erkend. Er is mij indirect bekend dat mijn overgrootmoeder, Geertruis dochter, beweerd heeft dat Geertrui een "rijkere boer" als vader had. Dit moet zij direct van haar moeder zelf, of haar moeders familieleden gehoord hebben. Wanneer dit inderdaad zo is, dan heeft dit gevolgen voor de kwartierstaat; ik houd deze hier voorlopig echter wel in stand, want het is wel haar wettelijke afstamming; in eerdere generaties zullen ook dit soort zaken gebeurd zijn, die wij nu niet meer kunnen traceren. Wanneer totale duidelijkheid komt over haar biologische afstamming, dan zal een wijziging wel nodig zijn.
Een "rijkere boer" dus. Vanuit de positie van een dienstmeid zullen de meeste boeren wel rijk geleken hebben; maar wie zou hij dan geweest kunnen zijn? De loopbaan van moeder Geertje Pellegrom als dienstmeid kan aanwijzingen bieden: er is mij het volgende van bekend:
1887, 29 juli: vertrek van Waardenburg naar Zaltbommel
1889, 16 augustus: aankomst Ophemert vanuit Zaltbommel. Dienstbode bij K.B. van Sent.
1890, 4/11 september: terugkeer naar Waardenburg vanuit Ophemert.
1890, 4 november: vertrek naar Zaltbommel.
1891, 28 april: vertrek naar Everdingen vanuit Zaltbommel
1891, 26 juni, terugkeer naar Waardenburg vanuit Everdingen.
1892, 19 mei, vertrek naar Ophemert. Dienstbode bij H. van Blijdenstein.
1892, 29 september/7 oktober: terugkeer naar Waardenburg vanuit Ophemert.
1893, 18 maart: vertrek naar Deil vanuit Waardenburg, alwaar dienstbode bij G.J. van Arkel.
1898: dienstbode bij Gosen van de Water, tevens te Deil.
1899, 18 juli: terugkeer naar Waardenburg vanuit Deil.
1899, 20 augustus: bevalling van dochter Geertrui.
1900, 11 september: vertrek naar Deil.
1902, 25 april: vertrek naar Bleskensgraaf.
1906, 13 september: terugkeer naar Waardenburg vanuit Bleskensgraaf.
1907, 6 maart: samenwoning met echtgenoot Jacob Cornelis van Zanten te Waardenburg, die Geertrui echt als zijn dochter.
Het is te zien dat zij ten tijde van de verwekking van haar dochter dienstbode in Deil was bij Gerrit Johannes van Arkel, of bij Gosen van de Water. Het is niet helemaal duidelijk wanneer zij vertrok bij Van Arkel en naar Van de Water ging; zij is slechts in 1898 bij Van de Water ingeschreven, maar een datum voor de verhuizing wordt in het bevolkingsregister niet genoemd. Van Arkel had een groot verloop van knechten en meiden; bij Van de Water, die tevens nog wat oudere zoons in huis had, was zij de enige dienstmeid. Één van hen, of een bekende bezoeker van hen zal dan wel de vader kunnen zijn.
Geertje keert in juli 1899 hoogzwanger terug naar haar ouders, alwaar ze een maand later bevalt. Het kind laat zij opgroeien bij haar ouders, want zelf keert ze in 1900 terug naar Deil, en is tot eind 1906 dienstmeid. In 1907 huwt zij tenslotte met Jacob Cornelis van Zanten, die Geertrui erkent als zijn kind.
Eventueel biedt DNA-onderzoek uitkomst; hierbij is het echter wel zo dat we wat generaties verder zijn, dus het DNA van verwanten zal best verdund zijn; bovendien hebben we te maken met mensen uit dezelfde kleine streek, dus het zal dan vermoedelijk best lastig zijn om ieder van elkaar te onderscheiden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten