Onlangs vond ik deze gravure van Johannes Bogaert, predikant te Haarlem (nr. 47576). De gravure door Jan van de Velde is gemaakt in 1628, naar een verloren gegaan portret door Frans Hals.
Het portret is hier te zien.
Het wapen dat is afgebeeld naast Bogaerts hoofd laat twee bomen zien. Op een schuinbalk hiertussen ligt een schuine boom. De zes 'blokjes' hieronder lijken mij op een soort deegrollers, iets om nog eens naar te kijken.
vrijdag 21 december 2012
maandag 10 december 2012
Genealogie: een tak De Jongh te Batavia
De familie De Jongh, vermeld in NP 1919, met een verbetering van de stamreeks in o.a. het CBG Jaarboek 1976 heeft ook zeker één Nederlandsch-Indische tak voortgebracht. Deze tak, die niet zo heel uitgebreid was, speelde zich vooral af rond Batavia.
Er valt hier nog veel aan te onderzoeken; een voorlopige genealogie van de tak is de volgende:
I. Mr. Wijbrand de Jongh, gedoopt te Valkenswaard op 21 maart 1754 als zoon van Jan Willem Daniël de Jongh en van Maria Johanna van Velsen. Onderkoopman te Batavia 1777, diaken der gereformeerde gemeente 1778, secretaris van de Boedelmeesteren 1779, ouderling 1782, secretaris schepenen 1786, koopman 1788, secretaris weeskamer 1794.Hij was gehuwd te Batavia op 15 juni 1778 met Ephraïma Schultz, gedoopt te Batavia op 25 juni 1763, overleden aldaar op 21 april 1817, dochter van Mr. Johannes Christoffel Schultz en van Jacoba Grothe. Zij huwt (2) Jan Berkhout.
II. Mr. Jan Willem Daniël de Jongh, raad, president van het Hooggerechtshof te Indië, gedoopt te Batavia op 5 september 1788, overleden aldaar op 10 september 1832. Hij was gehuwd te Batavia op 17 maart 1816 met Anna Philippina Vogelaar, geboren te Batavia op 13 oktober 1801, gedoopt aldaar op 25 oktober 1801, overleden aldaar op 27 februari 1882, dochter van Mr. Jan Jacob Vogelaar en van Maria Anna Jacoba Cröse.
Er valt hier nog veel aan te onderzoeken; een voorlopige genealogie van de tak is de volgende:
I. Mr. Wijbrand de Jongh, gedoopt te Valkenswaard op 21 maart 1754 als zoon van Jan Willem Daniël de Jongh en van Maria Johanna van Velsen. Onderkoopman te Batavia 1777, diaken der gereformeerde gemeente 1778, secretaris van de Boedelmeesteren 1779, ouderling 1782, secretaris schepenen 1786, koopman 1788, secretaris weeskamer 1794.Hij was gehuwd te Batavia op 15 juni 1778 met Ephraïma Schultz, gedoopt te Batavia op 25 juni 1763, overleden aldaar op 21 april 1817, dochter van Mr. Johannes Christoffel Schultz en van Jacoba Grothe. Zij huwt (2) Jan Berkhout.
Hieruit:
- Maria Jacoba de Jongh, gedoopt te Batavia op 9 mei 1779. Zij is gehuwd te Batavia op 26 februari 1797 met Laurentius Kesmann, militair, uit Maastricht. Hieruit:
a) Jan Willem Laurents Kesmann, gedoopt te Batavia op 5 juni 1799.
b) Jacob Lodewijk Kesmann, gedoopt te Batavia op 9 november 1801. - Willem Christoffel de Jongh, gedoopt te Batavia op 14 april 1784, lot onbekend.
- Jan Christoffel de Jongh, gedoopt te Batavia op 15 januari 1786, lot onbekend.
- Mr. Jan Willem Daniël de Jongh, II.
- Pieter Jan Christoffel de Jongh, adjudant-pakhuismeester, gedoopt te Batavia op 21 januari 1791, overleden aldaar op 10 januari 1818.
II. Mr. Jan Willem Daniël de Jongh, raad, president van het Hooggerechtshof te Indië, gedoopt te Batavia op 5 september 1788, overleden aldaar op 10 september 1832. Hij was gehuwd te Batavia op 17 maart 1816 met Anna Philippina Vogelaar, geboren te Batavia op 13 oktober 1801, gedoopt aldaar op 25 oktober 1801, overleden aldaar op 27 februari 1882, dochter van Mr. Jan Jacob Vogelaar en van Maria Anna Jacoba Cröse.
Hieruit:
- Jan Wijbrand Ephraïm de Jongh, geboren te Batavia op 15 maart 1817, overleden te Kampen op 6 september 1831 (dood aangegeven door twee kostschoolhouders).
- Jacoba Anna Maria de Jongh, gedoopt te Batavia op 2 augustus 1818, gehuwd te Batavia op 28 oktober 1840 met Mr. Jacobus Johannes Alix.
- Johanna Philippina Clasina de Jongh, gedoopt te Batavia op 30 juni 1822. Zij is gehuwd te Batavia op 15 september 1845 met Eduard Cornelis de Casembroot.
- Henriëtta (Theodora) Wilhelmina de Jongh, geboren te Batavia op 11 april 1826, overleden te Djokjakarta op 10 januari 1904. Zij is gehuwd te Batavia op 31 oktober 1848 met Jhr. Florent Emile Leyssius.
vrijdag 2 november 2012
Familie Dimmer, deel 2
Zie ook deel 1.
Belonje geeft een genalogie Dimmer in “Ons Voorgeslacht” 1965. Om nu niet een heel artikel over te schrijven, zal ik hier ingekort de eerste generaties geven:
I. Mr. Jan Dimmer x Persijn, waarover later meer. Hieruit:
II. Mr. Erik Dimmer, gehuwd met Tiete (Dorothea) Duyn, dochter van Jan Duyn Cornelisz en van Hillegond Cornelisdr de Vlaming. Hieruit:
Wie is nu de vrouw van Mr. Jan Dimmer?
Belonje noemt de vrouw van Dimmer een Persijn. Hij meent dat zij ofwel een dochter is van Adriaen Persijn x Elisabeth de Jonge, ofwel van Johan Persijn x Maria Vos.
Hij baseert zich hierbij op de genealogie uit Genealogische en Heraldische Bladen VI, 1911, 279, waar Johan Persijn (x Maria Vos) zoon wordt genoemd van Adriaen Persijn x Elisabeth de Jonge.
De onzekerheid hierin ligt bij de aanduiding van Van Sichem en Dimmer als “zwagers” van Maria Vos.
Het woord “zwager” betekent in deze periode nog niet exclusief schoonbroer, maar had een algemenere betekenis van “aangehuwde mannelijke verwant”, zodat het ook schoonzoon kan betekenen.
Belonje kende blijkbaar niet de publicatie “Persijns op de Plaats” door Dr. D. Hoek in Die Haghe 1960 en 1961. In 1961 stelt Hoek voornoemde genealogie Persijn ter discussie. Er is geen Adriaan Persijn geweest die een huwelijk aanging met Elisabeth de Jonge. Zij is namelijk vrouw geweest van Hippolytus Persijn.
Ten tweede wordt in de oudere genealogie er vanuit gegaan dat Adriaan Persijn een zoon is van Jan Persijn Hendriksz, terwijl Hoek in deze Adriaan juist een broer van Jan ziet, weliswaar met een noot dat ook dit niet geheel zeker is, maar toch beter past.
Een schema van hoe Hoek over deze tak Persijn denkt, ziet er als volgt uit:
Op grond van wat Belonje en Hoek zeggen, meen ik dat we een goed beeld krijgen van de familie Dimmer, en dat Jan Dimmers vrouw inderdaad als een Persijn bestempeld moet worden.
Noot 22/5/2013: Men merke op dat de oudere Persijns genoemd worden in deze reeks naar Karel de Grote. Deze reeks berust op de aanname dat 20. Gijsbrecht Jansz Persijn een legitieme zoon is van Jan Persijn en Jutte van Brederode. Hier zijn echter goede argumenten tegen in te brengen (heer Lots etc.), zodat ikzelf geneigd ben Gijsbrecht als bastaardzoon van Jan Persijn te zien, zodat de reeks vervalt.
Belonje geeft een genalogie Dimmer in “Ons Voorgeslacht” 1965. Om nu niet een heel artikel over te schrijven, zal ik hier ingekort de eerste generaties geven:
I. Mr. Jan Dimmer x Persijn, waarover later meer. Hieruit:
- Mr. Erik Dimmer, II
- Sara Dimmer x Johan van Nordingen
- Emerentiana Dimmer x Joris Jacobsz del Mol, tafelhouder.
- Mr. Dirk Dimmer?, advocaat aan het Hof van Holland.
II. Mr. Erik Dimmer, gehuwd met Tiete (Dorothea) Duyn, dochter van Jan Duyn Cornelisz en van Hillegond Cornelisdr de Vlaming. Hieruit:
- Johan Dimmer, ongehuwd.
- Willem Dimmer, rentmeester over de baronie van IJsselstein, gehuwd met Elisabeth van der Linden van Lambrouck, waaruit 4 kinderen.
- Mr. Gijsbrecht Dimmer, advocaat aan het Hof van Holland, huwde (RK) in 1609 met Johanna Rosenburg, vertrok van Den Haag naar Steenbergen. Hij had vele kinderen, waaronder Jan, gehuwd met Maria van Asperen, en Mr. Willem, gehuwd met Elisabeth Schalck, waaruit verder kinderen.
- Johanna Dimmer, overleden te Florence in 1661, x Thaddeo de Vico, ambassadeur Venetië.
- Cornelis Dimmer, kapitein, overleden in 1642.
- Pieter Dimmer, kapitein, gehuwd (1) Anna Catharina Bacx, gehuwd (2) Geertruijd van Dorp. Hieruit een zoon Jan.
- Dirk Dimmer, luitenant, kapitein, gehuwd (1) met Catharina de Gruijtere, waaruit 1 kind, gehuwd (2) in 1626 met Anna van Arckel, waaruit 3 kinderen.
- Hillegond Dimmer.
Wie is nu de vrouw van Mr. Jan Dimmer?
Belonje noemt de vrouw van Dimmer een Persijn. Hij meent dat zij ofwel een dochter is van Adriaen Persijn x Elisabeth de Jonge, ofwel van Johan Persijn x Maria Vos.
Hij baseert zich hierbij op de genealogie uit Genealogische en Heraldische Bladen VI, 1911, 279, waar Johan Persijn (x Maria Vos) zoon wordt genoemd van Adriaen Persijn x Elisabeth de Jonge.
De onzekerheid hierin ligt bij de aanduiding van Van Sichem en Dimmer als “zwagers” van Maria Vos.
Het woord “zwager” betekent in deze periode nog niet exclusief schoonbroer, maar had een algemenere betekenis van “aangehuwde mannelijke verwant”, zodat het ook schoonzoon kan betekenen.
Belonje kende blijkbaar niet de publicatie “Persijns op de Plaats” door Dr. D. Hoek in Die Haghe 1960 en 1961. In 1961 stelt Hoek voornoemde genealogie Persijn ter discussie. Er is geen Adriaan Persijn geweest die een huwelijk aanging met Elisabeth de Jonge. Zij is namelijk vrouw geweest van Hippolytus Persijn.
Ten tweede wordt in de oudere genealogie er vanuit gegaan dat Adriaan Persijn een zoon is van Jan Persijn Hendriksz, terwijl Hoek in deze Adriaan juist een broer van Jan ziet, weliswaar met een noot dat ook dit niet geheel zeker is, maar toch beter past.
Een schema van hoe Hoek over deze tak Persijn denkt, ziet er als volgt uit:
schema Persijn, onvolledig |
Noot 22/5/2013: Men merke op dat de oudere Persijns genoemd worden in deze reeks naar Karel de Grote. Deze reeks berust op de aanname dat 20. Gijsbrecht Jansz Persijn een legitieme zoon is van Jan Persijn en Jutte van Brederode. Hier zijn echter goede argumenten tegen in te brengen (heer Lots etc.), zodat ikzelf geneigd ben Gijsbrecht als bastaardzoon van Jan Persijn te zien, zodat de reeks vervalt.
Update 06/08/2021: Nieuwe inzichten tonen aan dat de voorzichtigheid van Hoek terecht was: Jan Adriaansz Persijn was niet de zoon van Adriaan Hendriksz Persijn, maar van Adriaan Leunisz Persijn uit Wijk (bij Aalburg). Dit blijkt uit de leenregisters van het gebied, waar ook mr. Jan Dimmer opduikt.
Zie ook:
Belonje, Genealogie Dimmer, Ons Voorgeslacht 1965, 201-208.
Hoek, D., De Persijns op de Plaats , aanvulling in Jaarboek Die Haghe 1961.
Zie ook:
Belonje, Genealogie Dimmer, Ons Voorgeslacht 1965, 201-208.
Hoek, D., De Persijns op de Plaats , aanvulling in Jaarboek Die Haghe 1961.
vrijdag 26 oktober 2012
Tree of Life
Onderstaande boom geeft een aardige weergave van hoe het leven volgens de evolutie verlopen is tot aan het heden. De boom breidt zich uit over de tijd, die weergegeven wordt met concentrische ringen.
De mens staat hier helemaal rechtsonder genoemd, maar had natuurlijk helemaal niet op die bijzondere positie hoeven staan.
Feit is dat ons twijgje aan de reuzenboom wel heel bescheiden is, wat temeer laat zien dat we niet alleen zijn op deze aarde.
De mens staat hier helemaal rechtsonder genoemd, maar had natuurlijk helemaal niet op die bijzondere positie hoeven staan.
Feit is dat ons twijgje aan de reuzenboom wel heel bescheiden is, wat temeer laat zien dat we niet alleen zijn op deze aarde.
Een weergave van de levensboom, gevonden op http://www.lucasbrouwers.nl/blog/ |
donderdag 11 oktober 2012
Familie Dimmer, deel 1
Een familie die relatief onbelicht is, is de familie Dimmer. In deze aantekening maak ik geen genealogie van dit geslacht, maar bekijk ik enkele knelpunten.
Mr. Jan Dimmer (nr. 97038), was advocaat te 's-Gravenhage (1561) aan de Vijverberg. Op 6 november 1571 verzocht hij om de functie van landsadvocaat, die hem niet gehonoreed werd. In 1576 was hij nog procureur-generaal van Friesland. Hij stond aan de Spaanse zijde. Zo was hij in 1569 raad van hertog Erik van Brunswijk, een goede katholiek die in dienst stond van de Spaanse zaak. Omdat Dimmer aan de Spaanse zijde bleef, werden zijn goederen geconfisceerd. In 1580 werden de opbrengsten gebruikt voor de fortificatie van Heusden (RvH 1580). Zijn zoon Mr. Erick Dimmer verzocht nog om teruggave van de goederen, maar kreeg hiervan slechts een hofstede te Bodegraven, met een verzoek zich als "goed patriot" te gedragen (Van der Aa).
(CBG Jaarboek 1972, p. 172).
De vraag wie zijn echtgenote was heeft eerst nogal verwarring opgeleverd, omdat zij in één mij bekend boek "N. Sichem" genoemd wordt (Vries 1999), maar voor de rest als "Persijn" .
Het is bekend dat Jan Dimmer de schoonzoon was van Marie Vossen, weduwe van Jan Adriaansz Persijn; een andere schoonzoon was Gerrit van Sichem.
Omdat Dimmers' zwager Van Sichem heette en ik geen gegevens kan vinden dat Jan Dimmer tevens gehuwd is geweest met een Van Sichem, moet ik aannemen dat zijn vrouw een Persijn was, en dat per abuis zijn zwagers naam geïnterpreteerd is als zijn echtgenotes naam (JDH 1945, 1960).
Over het gezin Persijn/Vossen kunnen we het volgende zeggen (schematisch):
Jan Adriaansz Persijn, zoon van Adriaan Hendricksz Persijn en van Geertruid van der Meer, gehuwd met Marie Vossen, een waardin uit Gorinchem. Hieruit:
Zie ook:
Aa, van der, Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 4, p.175.
Hoek, D.,Het buitenhof omstreeks 1550-1650, Jaarboek Die Haghe 1945, p.63-209.
Hoek, D., De Persijns op de Plaats en hun Buitentuin aan de Haagse Vaart, Jaarboek Die Haghe 1960, p. 7-26.
Dudok van Heel, in het CBG Jaarboek 1972.
Resolutiën van Holland, 1580, p. 112.
Vries, Oebele et al.: De Heeren van den Raede: Biografieën en Groepsportret van de Raadsheren van het Hof van Friesland 1499-1811, (1999).
UPDATE (12/10/2012): De heer Belonje heeft in Ons Voorgeslacht 1965 een artikel geplaatst betreffende dit geslacht; dit ga ik spoedig inzien, en zijn conclusies doornemen.
UPDATE (2/11/2012): Het artikel van Belonje is reeds doorgenomen. Zie voor de resultaten hier.
UPDATE 2017: In Ons Voorgeslacht 2015, p. 307-329 is een nieuw artikel verschenen over de voorouders van Jan Dimmer, die uit Gouda lijkt te komen.
Mr. Jan Dimmer (nr. 97038), was advocaat te 's-Gravenhage (1561) aan de Vijverberg. Op 6 november 1571 verzocht hij om de functie van landsadvocaat, die hem niet gehonoreed werd. In 1576 was hij nog procureur-generaal van Friesland. Hij stond aan de Spaanse zijde. Zo was hij in 1569 raad van hertog Erik van Brunswijk, een goede katholiek die in dienst stond van de Spaanse zaak. Omdat Dimmer aan de Spaanse zijde bleef, werden zijn goederen geconfisceerd. In 1580 werden de opbrengsten gebruikt voor de fortificatie van Heusden (RvH 1580). Zijn zoon Mr. Erick Dimmer verzocht nog om teruggave van de goederen, maar kreeg hiervan slechts een hofstede te Bodegraven, met een verzoek zich als "goed patriot" te gedragen (Van der Aa).
(CBG Jaarboek 1972, p. 172).
De vraag wie zijn echtgenote was heeft eerst nogal verwarring opgeleverd, omdat zij in één mij bekend boek "N. Sichem" genoemd wordt (Vries 1999), maar voor de rest als "Persijn" .
Het is bekend dat Jan Dimmer de schoonzoon was van Marie Vossen, weduwe van Jan Adriaansz Persijn; een andere schoonzoon was Gerrit van Sichem.
Omdat Dimmers' zwager Van Sichem heette en ik geen gegevens kan vinden dat Jan Dimmer tevens gehuwd is geweest met een Van Sichem, moet ik aannemen dat zijn vrouw een Persijn was, en dat per abuis zijn zwagers naam geïnterpreteerd is als zijn echtgenotes naam (JDH 1945, 1960).
Over het gezin Persijn/Vossen kunnen we het volgende zeggen (schematisch):
Jan Adriaansz Persijn, zoon van Adriaan Hendricksz Persijn en van Geertruid van der Meer, gehuwd met Marie Vossen, een waardin uit Gorinchem. Hieruit:
- Adriaan Persijn, gehuwd met de dochter van Gijsje Focxen.
- Jan Persijn, genoemd 1561.
- dochter Persijn, gehuwd met Gerrit van Sichem
- dochter Persijn, gehuwd met Mr. Jan Dimmer.
Zie ook:
Aa, van der, Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 4, p.175.
Hoek, D.,Het buitenhof omstreeks 1550-1650, Jaarboek Die Haghe 1945, p.63-209.
Hoek, D., De Persijns op de Plaats en hun Buitentuin aan de Haagse Vaart, Jaarboek Die Haghe 1960, p. 7-26.
Dudok van Heel, in het CBG Jaarboek 1972.
Resolutiën van Holland, 1580, p. 112.
Vries, Oebele et al.: De Heeren van den Raede: Biografieën en Groepsportret van de Raadsheren van het Hof van Friesland 1499-1811, (1999).
UPDATE (12/10/2012): De heer Belonje heeft in Ons Voorgeslacht 1965 een artikel geplaatst betreffende dit geslacht; dit ga ik spoedig inzien, en zijn conclusies doornemen.
UPDATE (2/11/2012): Het artikel van Belonje is reeds doorgenomen. Zie voor de resultaten hier.
UPDATE 2017: In Ons Voorgeslacht 2015, p. 307-329 is een nieuw artikel verschenen over de voorouders van Jan Dimmer, die uit Gouda lijkt te komen.
maandag 20 augustus 2012
François van Harencarspel (1685-1756)
Abraham Velters (1603-1690) (Crommelin Journal dec 2010) |
Zijn vader was o.a. baljuw en dijkgraaf van Amstelland. Zij moeder was de dochter van de rijke koopman Abraham Velters (no. 28 in het boek "De 250 Rijksten van de Gouden Eeuw").
In 1712 huwde hij zijn volle nicht Anna Apollonia Loten, dochter van Abraham Loten en Anna Velters, en eveneens kleindochter van Abraham Velters.
Functies
François van Harencarspel (1685-1756) |
Vervolgens werd hij Commissaris te Amsterdam in 1714, en schepen in 1721.
François was lid van de Raad te Amsterdam van 1746 tot 6 september 1748, toen hij werd geremoveerd door stadhouder Willem IV. Dit is waarschijnlijk gebeurd in de context van een vernieuwingspolitiek onder de regenten.
In 1746 kocht hij voor f.44.237 het huis "van oudsher genaamt het Potasvat" op de Herengracht.
Het is verder een bekend gegeven dat hij hofstede "De Schans" (ook wel Oud-Meeresteyn) te Beverwijk bezat en hofstede "de Clarenbeek" onder Ouder-Amstel. In 1742 had hij 5 dienstboden in dienst, alsmede een koets en 4 paarden. Toentertijd verdiende hij ca. f.25.000.
François van Harencarspel is voornamelijk verbonden met de schoutambachten Beverwijk, Wijk op Zee en Wijk aan Duin, die hij in 1730 kocht. Als ambachtsheer vestigde hij is op hofstede "De Schans", welke hij geërfd heeft van zijn vader, die het in 1699 bekwam. Een halve eeuw eerder werd "De Schans" gekocht door Alithea Adriaensdr. (nr. 24213 in de Kwartierstaat), waarna het lange tijd tot de familie Trip behoorde. Aan het begin van de 18e eeuw kwam de naam "Oud-Meeresteyn" op voor "De Schans".
Buitenplaats De Schans |
Het is mij niet geheel duidelijk waarom ook Hendrik Nicolaas Sautijn zich tevens heer van Wijk aan Duin en Wijk op Zee noemt; in ieder geval is het wel duidelijk dat de heerlijkheden onderling verdeeld werden.
Wat er verder gebeurd is met de heerlijkheden Beverwijk, Wijk aan Duin en Wijk op Zee gebeurd is, dient verder nagegaan te worden.
Gezin
Het echtpaar Van Harencarspel-Loten kreeg onder andere de volgende kinderen:
1. Renetta Clara van Harencarspel, gedoopt te Amsterdam op 28 juni 1713. Zij huwt met Mr. Willem Decker, heer van Ursem, o.a. burgemeester Gouda, gouverneur Malakka. Hieruit zijn kinderen voortgekomen.
2. Anna Constantia van Harencarspel, gedoopt te Amsterdam op 7 december 1714. Zij huwt met Joan Thierry, die in 1757 de heerlijkheid Wijk aan Duin en Wijk op Zee kocht van Mr. Willem Decker. Hieruit zijn kinderen voortgekomen.
3. Alexander van Harencarspel, gedoopt te Amsterdam op 1 december 1715, ongehuwd overleden te Beverwijk op 13 november 1756. Hij is heer van de stad Beverwijk, Wijk aan Zee en Wijk aan Duin. Bij zijn dood liet hij een vermogen na van f.196.972.
4. Helena Margaretha van Harencarspel, gedoopt te Amsterdam op 14 april 1717, overleden op 18 januari 1803, ongehuwd.
5. Susanna Jacoba van Harencarspel, gedoopt te Amsterdam op 15 januari 1719, overleden op 14 april 1780. Zij is gehuwd (1) met Hendrik Nicolaas Sautijn, die in 1757 de heerlijkheid Beverwijk voor f.12.000 kocht van zijn schoonzuster Renetta Clara.
Susanna Jacoba huwt (2) met Elbert Testart. Zij is kinderloos gebleven.
Rouwborden te Beverwijk
De "Van Harencarspel-kapel" |
Zij zijn te vinden op: http://www.pknbeverwijk.nl/foto's-rouwborden.
Hieronder de rouwborden van het echtpaar Van Harencarspel-Loten, elk met hun 16 kwartieren.
François van Harencarspel, 16 kwartieren:
Links, van boven naar beneden: van Harencarspel/Vrient, Meurling/Pouwels, de Vlaming van Oudtshoorn/Wuytiers, van Bronckhorst/Haeck.
Rechts, van boven naar beneden: Velters/de Budt, van der Voorde/de la Fosse, de Haze/Coymans, van Juchteren/Schenk.
Anna Apollonia Loten, 16 kwartieren:
Links, van boven naar beneden: Loten/van Arsenburgh, de Hem/de Hoorn, Seleyns/Spranckhuijsen, Rijckaert/Metsue.
Rechts, van boven naar beneden: Velters/de Budt, van der Voorde/de la Fosse, de Haze/Coymans, van Juchteren/Schenk.
Rouwbord François van Harencarspel |
Rouwbord Anna Apollonia Loten |
zaterdag 11 augustus 2012
Kaarten: Bommelerwaard+Land van Altena
Het aangrenzende gebied ten zuiden van de Tielerwaard is de Bommelerwaard. Deze grenst in het westen aan het Land van Altena. Ten behoeve hiervan heb ik een schematische kaart gemaakt van deze gebieden:
Land van Altena en de Bommelerwaard |
Kaarten: Tielerwaard
Omdat het heel handig is bij genealogisch onderzoek om kaarten bij de hand te houden, heb ik graag een simpele kaart waarop dorpen en steden staan afgebeeld. Omdat ik dit soort kaarten nooit vind - het zijn altijd wegenkaarten/moderne kaarten vol met kleuren - maak ik ze zelf maar.
Hieronder een kaart van de Tielerwaard, traditioneel het gebied tussen de Waal en de Linge, uitgebreid met het historische Culemborg en Buren, alsmede met de omliggende gebiden.
Duidelijk te zien is dat de dorpen en steden zich liefst langs de Lek, Linge en Waal geplaatst zien, waartussen grote leegtes met velden liggen.
Mooie, fraaie kaarten uit de 17e eeuw kunnen worden gevonden in de Atlas Maior van Joan Blaeu, digitaal raadpleegbaar in het archief van Leiden. De Tielerwaard en omgeving zijn mooi afgebeeld in het Eerste Deel, p. 249 en p. 267.
Hieronder een kaart van de Tielerwaard, traditioneel het gebied tussen de Waal en de Linge, uitgebreid met het historische Culemborg en Buren, alsmede met de omliggende gebiden.
De Tielerwaard en omgeving |
Mooie, fraaie kaarten uit de 17e eeuw kunnen worden gevonden in de Atlas Maior van Joan Blaeu, digitaal raadpleegbaar in het archief van Leiden. De Tielerwaard en omgeving zijn mooi afgebeeld in het Eerste Deel, p. 249 en p. 267.
Friese schippers, nogal tegendraads
Het volgende deel van de Zoektocht naar reeksen met Karel de Grote laat nog even op zich wachten; dit door de uitgebreidheid van de Zwitserse lage adel, een ander bericht dus.
Afgelopen week was ik met mijn moeder op een midweek in Friesland; een mooie gelegenheid langs het Tresoar te gaan voor mijn Friese bloed, in het bijzonder de familie van Jacob Reindert van der Kamp (nr. 50).
Hoewel wij reeds de ouders, grootouders en de meeste overgrootouders van hem kenden, ontbrak er nog een hoop informatie; we hoopten aldus verder terug te dringen in de tijd.
Nadat wij aankwamen kregen we een vrijwilliger die een kort overzicht gaf van de registers. Hij antwoordde "dus toch", toen we hem vertelden dat we een beetje Fries bloed hadden; ons ietwat zuidelijker uiterlijk maakte dat waarschijnlijk niet meteen duidelijk.
Al snel merkten we dat er amper wat terug te vinden was; geen doop te bekennen van onze Jacob, alsmede van zijn ouders niet. Het aparte was dat de mensen wel gewoon huwden bij de kerk.
Zijn overgrootvader Gerrit Berends bleek, reeds allang gehuwd, pas bij de belijdenis lidmaat te zijn geworden, en liet toen zijn kinderen tegelijk dopen, iets dat we absoluut niet kenden uit Holland.
De vrijwilliger zei ons toen: "o, zijn het schippers? Ja, dat is een volk apart, die trouwden bij de puthaak en dat was het dan zo ongeveer".
Het lijkt er dus op neer te komen dat onze Friese voorouders als schipper een mate van vrijheid voelden en zich niet zoveel aantrokken van de kerk. Jacob is dus vermoedelijk helemaal niet gedoopt.
Jacobs grootvader Jacob Hanzes, was wel terug te vinden in de archieven; hij kocht met zijn vrouw Rinske Ebeles een huis bij Noorderdrachten.
Hoewel dus niet veel aanvullingen op de kwartierstaat, hebben we wel een verklaring gevonden voor het feit dat zij amper terug te vinden zijn in de dtb-registers; een interessant verhaal van schippers die deden wat zij wilden.
Afgelopen week was ik met mijn moeder op een midweek in Friesland; een mooie gelegenheid langs het Tresoar te gaan voor mijn Friese bloed, in het bijzonder de familie van Jacob Reindert van der Kamp (nr. 50).
Hoewel wij reeds de ouders, grootouders en de meeste overgrootouders van hem kenden, ontbrak er nog een hoop informatie; we hoopten aldus verder terug te dringen in de tijd.
Nadat wij aankwamen kregen we een vrijwilliger die een kort overzicht gaf van de registers. Hij antwoordde "dus toch", toen we hem vertelden dat we een beetje Fries bloed hadden; ons ietwat zuidelijker uiterlijk maakte dat waarschijnlijk niet meteen duidelijk.
Al snel merkten we dat er amper wat terug te vinden was; geen doop te bekennen van onze Jacob, alsmede van zijn ouders niet. Het aparte was dat de mensen wel gewoon huwden bij de kerk.
Zijn overgrootvader Gerrit Berends bleek, reeds allang gehuwd, pas bij de belijdenis lidmaat te zijn geworden, en liet toen zijn kinderen tegelijk dopen, iets dat we absoluut niet kenden uit Holland.
De vrijwilliger zei ons toen: "o, zijn het schippers? Ja, dat is een volk apart, die trouwden bij de puthaak en dat was het dan zo ongeveer".
Het lijkt er dus op neer te komen dat onze Friese voorouders als schipper een mate van vrijheid voelden en zich niet zoveel aantrokken van de kerk. Jacob is dus vermoedelijk helemaal niet gedoopt.
Jacobs grootvader Jacob Hanzes, was wel terug te vinden in de archieven; hij kocht met zijn vrouw Rinske Ebeles een huis bij Noorderdrachten.
Hoewel dus niet veel aanvullingen op de kwartierstaat, hebben we wel een verklaring gevonden voor het feit dat zij amper terug te vinden zijn in de dtb-registers; een interessant verhaal van schippers die deden wat zij wilden.
zaterdag 28 juli 2012
Kwartierherhaling deel 2: Hoeveel afstammingen uit Cranendonck?
De pastoor van Maarheeze in 1366/88, Roelof van Emmichoven, had waarschijnlijk niet verwacht dat hij de "stamvader" zou worden van zo'n beetje geheel IJsselmonde en de Hoeksche Waard.
Ik stam 11 keer af van zijn achterachterkleinzoon Gerrit Roelofs Cranendonck.
Een overzicht van deze 11 reeksen:
I. Gerrit Roelofs Cranendonck, 11 afstammingsreeksen, via 2 zonen:
a. Willem Gerrits Cranendonck, 9 afstammingsreeksen, allen via zijn zoon Pieter Willemsz Cranendonck. Deze had zonen Huijg (1 afstammingsreeks), Pieter (2 afstammingsreeksen), Willem (1 afstammingsreeks) en Gerrit (5 afstammingsreeksen, via zijn kleindochter Soetje Hendricksdr. Cranendonck.
b. Gerrit Gerrits Cranendonck, 2 afstammingsreeksen, via zijn zonen Gerrit (1 afstammingsreeks) en Leendert (1 afstammingsreeks).
10 afstammingsreeksen lopen via mijn moeders zijde, die diepe wortels in IJsselmonde en de Hoeksche Waard heeft.
1 afstammingsreeks, de laatstgenoemde via Leendert Gerrits Cranendonck, loopt via mijn vaders zijde. Zijn afstammelinge Sijke Foppen van Driel trok vanuit de Hoeksche Waard langs de Waal omhoog.
In totaal komen de afstammingsreeksen via 5 van mijn betovergrootouders.
Zie bevoorbeeld ook eens de kwartierstaat Zuiderent over kwartierverlies ("Ahnenverlust"). Hier wordt gesproken over o.a. Doen Beijensz, een in mijn kwartierstaat ook niet onaanwezig persoon.
Ik stam 11 keer af van zijn achterachterkleinzoon Gerrit Roelofs Cranendonck.
Een overzicht van deze 11 reeksen:
I. Gerrit Roelofs Cranendonck, 11 afstammingsreeksen, via 2 zonen:
a. Willem Gerrits Cranendonck, 9 afstammingsreeksen, allen via zijn zoon Pieter Willemsz Cranendonck. Deze had zonen Huijg (1 afstammingsreeks), Pieter (2 afstammingsreeksen), Willem (1 afstammingsreeks) en Gerrit (5 afstammingsreeksen, via zijn kleindochter Soetje Hendricksdr. Cranendonck.
b. Gerrit Gerrits Cranendonck, 2 afstammingsreeksen, via zijn zonen Gerrit (1 afstammingsreeks) en Leendert (1 afstammingsreeks).
10 afstammingsreeksen lopen via mijn moeders zijde, die diepe wortels in IJsselmonde en de Hoeksche Waard heeft.
1 afstammingsreeks, de laatstgenoemde via Leendert Gerrits Cranendonck, loopt via mijn vaders zijde. Zijn afstammelinge Sijke Foppen van Driel trok vanuit de Hoeksche Waard langs de Waal omhoog.
In totaal komen de afstammingsreeksen via 5 van mijn betovergrootouders.
Zie bevoorbeeld ook eens de kwartierstaat Zuiderent over kwartierverlies ("Ahnenverlust"). Hier wordt gesproken over o.a. Doen Beijensz, een in mijn kwartierstaat ook niet onaanwezig persoon.
donderdag 26 juli 2012
Kwartierherhaling deel 1: Hoeksche Waard
Kwartierherhaling is een wijdverbreid verschijnsel en gebeurt daar, waar relatief kleine gemeenschappen binnen de groep huwen (d.w.z. er is een natuurlijke grote kans dat bruidegom en bruid nabij voorouders delen), of in arrangementshuwelijken (bijv. door religieuze en economische motieven, herenboeren, adel, joden).
Één voormoeder van mij, Bastiaantje Groeneweg (nr. 197) heeft relatief veel kwartierherhaling tot aan haar 32 kwartieren, zoals te zien valt in dit schema:
Om te beginnen zijn haar grootouders van moederszijde (Otto en Soetje Maaskant) neef en nicht van elkaar, alsmede de ouders van Soetje (via de familie De Winter). Zowel familie Maaskant als de Winter komen ook terug via grootvader vaderszijde Jan Bastiaansz Groeneweg.
Hierdoorheen gedrapeerd is een dubbele afstamming uit het echtpaar Jacob Leenderts Vermaese x Aegke Pouwels Weeda.
Uiteindelijk heeft Bastiaantje Groeneweg tot in de 6e generatie de volgende dubbele voorouders:
4 afstammingen uit het echtpaar Jan Pietersz de Winter x Soetje Bastiaens Cranendonck
3 afstammingen uit het echtpaar Sebastiaen Adriaensz Maaskant x Aeltge Ottens Snider.
2 afstammingen uit het echtpaar Jacob Leenderts Vermaese x Aegke Pouwels Weeda.
De 16 posities in de 5e generatie worden gevuld door 14 verschillende mensen.
De 32 posities in de 6e generatie worden gevuld door 22 verschillende mensen.
De 64 posities in de 7e generatie worden gevuld door 42 verschillende mensen.
In generatie 7 wordt 22/64 keer een voorouder herhaald, oftewel een kwartierverlies van ca. 34%.
Ter vergelijking: keizerin Maria Theresia van Oostenrijk had een kwartierherhaling van 22% in dezelfde generatie, en Frederik de Grote 45% (de kroon wordt hier mogelijk gespannen door Alfonso XII, met een kwartierherhaling van 75% in dezelfde generatie).
Één voormoeder van mij, Bastiaantje Groeneweg (nr. 197) heeft relatief veel kwartierherhaling tot aan haar 32 kwartieren, zoals te zien valt in dit schema:
Kwartierherhaling onder de voorouders Bastiaantje Groeneweg |
Om te beginnen zijn haar grootouders van moederszijde (Otto en Soetje Maaskant) neef en nicht van elkaar, alsmede de ouders van Soetje (via de familie De Winter). Zowel familie Maaskant als de Winter komen ook terug via grootvader vaderszijde Jan Bastiaansz Groeneweg.
Hierdoorheen gedrapeerd is een dubbele afstamming uit het echtpaar Jacob Leenderts Vermaese x Aegke Pouwels Weeda.
Uiteindelijk heeft Bastiaantje Groeneweg tot in de 6e generatie de volgende dubbele voorouders:
4 afstammingen uit het echtpaar Jan Pietersz de Winter x Soetje Bastiaens Cranendonck
3 afstammingen uit het echtpaar Sebastiaen Adriaensz Maaskant x Aeltge Ottens Snider.
2 afstammingen uit het echtpaar Jacob Leenderts Vermaese x Aegke Pouwels Weeda.
De 16 posities in de 5e generatie worden gevuld door 14 verschillende mensen.
De 32 posities in de 6e generatie worden gevuld door 22 verschillende mensen.
De 64 posities in de 7e generatie worden gevuld door 42 verschillende mensen.
In generatie 7 wordt 22/64 keer een voorouder herhaald, oftewel een kwartierverlies van ca. 34%.
Ter vergelijking: keizerin Maria Theresia van Oostenrijk had een kwartierherhaling van 22% in dezelfde generatie, en Frederik de Grote 45% (de kroon wordt hier mogelijk gespannen door Alfonso XII, met een kwartierherhaling van 75% in dezelfde generatie).
woensdag 25 juli 2012
Oorsprong 't Hooft - wat is bekend?
De Numansdorpse familie 't Hooft kent als stamvader Claes Jansz 't Hooft, die geboortig was van Almkerk in het Land van Altena, ca. 1660.
Te Almkerk bestaat op dat moment reeds een familie 't Hooft met als stamvader de heemraad en schepen Willem Claes Claesz 't Hooft, geboren ca. 1630.
Één van zijn dochters, Aechtge Willemsdr. 't Hooft treedt op als getuige bij de doop van Claes' zoon Willem.
Als we de regels van vernoeming die meestal in Nederland gebezigd werd volgen, is hij als derde vernoemde zoon, vernoemd naar de oom van vaderszijde. Dit is qua chronologische en geografische redenen vrijwel zeker Willem Claes Claesz 't Hooft. Dit idee wordt versterkt doordat zijn dochter getuige is bij de doop van Willem; Claes laat hier dus zijn nicht als getuige optreden.
We kunnen dus vrijwel zeker aannemen dat Willem Claes Claesz 't Hooft een oom is van Claes Jansz 't Hooft. Er moet dus een Jan Claes Claesz 't Hooft geweest zijn, broeder van de eerste en vader van de laatste.
Deze persoon echter, vinden we helaas niet terug in de door muizen aangevreten Almkerkse dtb.
We kunnen als vader van Jan en Willem een Claes Claesz 't Hooft reconstrueren, geboren ca. 1600, die dient als stamvader van zowel de Numansdorpse als de Almkerkse familie 't Hooft.
Dit staat weergegeven in onderstaand schema, waarbij de mensen in de onderbroken vierkantjes hypothetisch en op basis van naamkundige redenen beredeneerd zijn.:
Een artikel in de Nederlandsche Leeuw, 1963, betreffende Willem Claesz 't Hooft, poogt een link te leggen tussen Willem Claes Claesz 't Hooft en de Amsterdamse regentenfamilie Hooft, aangezien een verhaal in de Almkerkse familie de ronde doet dat "de familie afstamt van Hooft".
Zij vinden een chronologisch perfect passende oplossing door de in het schema genoemde Claes Claesz 't Hooft gelijk te stellen met Claes Claesz Hooft, schepen van Amstelveen, gehuwd met Marretje Dirksdr en lid van de regentenfamilie.
Dat is mooi bedacht; een verandering van Hooft in 't Hooft is makkelijk voor te stellen in een tijd dat achternamen nog redelijk flexibel waren; tevens komen de beroepen overeen tussen beoogd vader en zoon; er moet echter uitgelegd worden waarom de familie 't Hooft ineens in Almkerk te vinden is en niet meer in Amstelveen (een bestuurslaag uit het noorden in het zuiden?), en bewijs gevonden worden dat Willem - en Jan - de zonen zijn van Claes Claesz Hooft.
Aangezien dit nog niet het geval is, zullen we dus tot zover Claes Claesz 't Hooft, geb. ca. 1600, als stamvader moeten beschouwen.
Te Almkerk bestaat op dat moment reeds een familie 't Hooft met als stamvader de heemraad en schepen Willem Claes Claesz 't Hooft, geboren ca. 1630.
Één van zijn dochters, Aechtge Willemsdr. 't Hooft treedt op als getuige bij de doop van Claes' zoon Willem.
Als we de regels van vernoeming die meestal in Nederland gebezigd werd volgen, is hij als derde vernoemde zoon, vernoemd naar de oom van vaderszijde. Dit is qua chronologische en geografische redenen vrijwel zeker Willem Claes Claesz 't Hooft. Dit idee wordt versterkt doordat zijn dochter getuige is bij de doop van Willem; Claes laat hier dus zijn nicht als getuige optreden.
We kunnen dus vrijwel zeker aannemen dat Willem Claes Claesz 't Hooft een oom is van Claes Jansz 't Hooft. Er moet dus een Jan Claes Claesz 't Hooft geweest zijn, broeder van de eerste en vader van de laatste.
Deze persoon echter, vinden we helaas niet terug in de door muizen aangevreten Almkerkse dtb.
We kunnen als vader van Jan en Willem een Claes Claesz 't Hooft reconstrueren, geboren ca. 1600, die dient als stamvader van zowel de Numansdorpse als de Almkerkse familie 't Hooft.
Dit staat weergegeven in onderstaand schema, waarbij de mensen in de onderbroken vierkantjes hypothetisch en op basis van naamkundige redenen beredeneerd zijn.:
Hypothese over de oorsprong 't Hooft |
Een artikel in de Nederlandsche Leeuw, 1963, betreffende Willem Claesz 't Hooft, poogt een link te leggen tussen Willem Claes Claesz 't Hooft en de Amsterdamse regentenfamilie Hooft, aangezien een verhaal in de Almkerkse familie de ronde doet dat "de familie afstamt van Hooft".
Zij vinden een chronologisch perfect passende oplossing door de in het schema genoemde Claes Claesz 't Hooft gelijk te stellen met Claes Claesz Hooft, schepen van Amstelveen, gehuwd met Marretje Dirksdr en lid van de regentenfamilie.
Dat is mooi bedacht; een verandering van Hooft in 't Hooft is makkelijk voor te stellen in een tijd dat achternamen nog redelijk flexibel waren; tevens komen de beroepen overeen tussen beoogd vader en zoon; er moet echter uitgelegd worden waarom de familie 't Hooft ineens in Almkerk te vinden is en niet meer in Amstelveen (een bestuurslaag uit het noorden in het zuiden?), en bewijs gevonden worden dat Willem - en Jan - de zonen zijn van Claes Claesz Hooft.
Aangezien dit nog niet het geval is, zullen we dus tot zover Claes Claesz 't Hooft, geb. ca. 1600, als stamvader moeten beschouwen.
maandag 16 juli 2012
Familie Slaterus
Op http://tersalus.wordpress.com/ is heel veel te vinden over de familie Slaterus (zie Kwartierstaat Mallien/Leyssius).
Zo is te lezen over de foto omtrent Mary Anne Slaterus-Pike, de Japanse kampen waar o.a. Leontine W.E. Slaterus in gezeten heeft en de bijziendheid van Frederik Lodewijk Slaterus senior; en nog veel meer, zeker een bezoek waard!
In mijn kwartierstaat heb ik de inzichten opgenomen die ik heb opgedaan over de oudere Zwitserse kwartieren van Schlatter en Keller vom Steinbock. Er (b)lijken hier vele banden te zitten in het oudere Zwitserse patriciaat - en landadel, toen die nog een rol had in Zwitserland. Hier is nog veel onderzoek naar te doen, zeker om alle familieverbanden bij Keller vom Steinbock te bevestigen.
Hier onder vallen dus ook de gebroeders Göldli, die tegenover elkaar stonden in de slag bij Kappel, waar ik dit artikel over geschreven heb.
Zo is te lezen over de foto omtrent Mary Anne Slaterus-Pike, de Japanse kampen waar o.a. Leontine W.E. Slaterus in gezeten heeft en de bijziendheid van Frederik Lodewijk Slaterus senior; en nog veel meer, zeker een bezoek waard!
In mijn kwartierstaat heb ik de inzichten opgenomen die ik heb opgedaan over de oudere Zwitserse kwartieren van Schlatter en Keller vom Steinbock. Er (b)lijken hier vele banden te zitten in het oudere Zwitserse patriciaat - en landadel, toen die nog een rol had in Zwitserland. Hier is nog veel onderzoek naar te doen, zeker om alle familieverbanden bij Keller vom Steinbock te bevestigen.
Hier onder vallen dus ook de gebroeders Göldli, die tegenover elkaar stonden in de slag bij Kappel, waar ik dit artikel over geschreven heb.
Kwartierstaat geheel online
Mijn gehele kwartierstaat tot met generatie 20 staat nu online, en is rechts te vinden onder pagina's. Zij zijn gesplitst in vijf deelkwartierstaten, namelijk:
- Grootvader vaderszijde: Van der Heijden
- Grootmoeder vaderszijde: Bouthoorn/Zeldenrust en Mallien/Leyssius
- Grootvader moederszijde: 't Hooft
- Grootmoeder moederszijde: De Jong
Er zullen soms wel wat nieuwe dingetjes in voorkomen. Ik ben zelf nog niet tevreden over een degelijke bronvermelding, wat veel tijd zal kosten, en wil ook nog portretten plaatsen. Dit is iets voor de komende tijd.
Veel plezier met zoeken, en wees altijd kritisch!
My entire pedigree till Generation 20 is now online, (see right under "Pagina's"). It is split into five semi-pedigrees:
- Grand-father father's side: Van der Heijden.
- Grand-mother father's side: Bouthoorn/Zeldenrust and Mallien/Leyssius
- Grand-father mother's side: 't Hooft
- Grand-mother mother's side: De Jong
Sometimes, new data may be added. I am not yet content: I should add a severe list of sources - something that will take some time! - and I like to add portraits.
However, there is a lot to find, have fun, and remember: don't just copy-paste data, but think of their value by yourself too!
- Grootvader vaderszijde: Van der Heijden
- Grootmoeder vaderszijde: Bouthoorn/Zeldenrust en Mallien/Leyssius
- Grootvader moederszijde: 't Hooft
- Grootmoeder moederszijde: De Jong
Er zullen soms wel wat nieuwe dingetjes in voorkomen. Ik ben zelf nog niet tevreden over een degelijke bronvermelding, wat veel tijd zal kosten, en wil ook nog portretten plaatsen. Dit is iets voor de komende tijd.
Veel plezier met zoeken, en wees altijd kritisch!
My entire pedigree till Generation 20 is now online, (see right under "Pagina's"). It is split into five semi-pedigrees:
- Grand-father father's side: Van der Heijden.
- Grand-mother father's side: Bouthoorn/Zeldenrust and Mallien/Leyssius
- Grand-father mother's side: 't Hooft
- Grand-mother mother's side: De Jong
Sometimes, new data may be added. I am not yet content: I should add a severe list of sources - something that will take some time! - and I like to add portraits.
However, there is a lot to find, have fun, and remember: don't just copy-paste data, but think of their value by yourself too!
zaterdag 14 juli 2012
Kwartierstaat weer deels online
Ik heb besloten mijn kwartierstaat in vier deelkwartierstaten de delen, daar zo de samenhang onder de voorouders beter tot uitdrukking komt, en men niet verward wordt door de grote hoeveelheid mensen.
De kwartierstaat van mijn grootmoeder moederszijde, een "De Jong" is reeds te vinden onder Pagina's (zie rechts).
I decided to split my pedigree into four pedigrees, each for every grand-parent; in doing so, the consistency between ancestors will become better to see, and the confusion due to the large number of people reduced.
The semi-pedigree of my grand-mother "De Jong" can be seen under "Pagina's" (at the right): Kwartierstaat: De Jong, V t/m XX
De kwartierstaat van mijn grootmoeder moederszijde, een "De Jong" is reeds te vinden onder Pagina's (zie rechts).
I decided to split my pedigree into four pedigrees, each for every grand-parent; in doing so, the consistency between ancestors will become better to see, and the confusion due to the large number of people reduced.
The semi-pedigree of my grand-mother "De Jong" can be seen under "Pagina's" (at the right): Kwartierstaat: De Jong, V t/m XX
vrijdag 13 juli 2012
De afkomst van Duijfje Stibbe (1773-1850)
Joseph Asser Lehmans (1766-1842), opperrabbijn in Den Haag, echtgenoot van Duijfje Stibbe. |
Tot voor kort had ik mijn twijfels wat betreft de afkomst van Duijfje Stibbe, echtgenote van de opperrabbijn Joseph Asser Lehmans, (tot 1811: Leman Simons).
Twee mogelijkheden, die beiden over internet zwerven, komen aan bod:
1) Duijfje Stibbe was geboren te Amsterdam in 1773, als dochter van Jacob Simon Witlich en van Vrouwtje Davids Stibbe. Deze visie is hier te vinden op de Joods-genealogische website "akevoth": , waar heel veel informatie te vinden is.
2) Duijfje Stibbe was geboren te Amsterdam in 1775, als dochter van Jacob Stibbe en Kaatje (Maatje) Stibbe. Dit is wat haar overlijdensakte te 's-Gravenhage, 1850, tenminste beweert. Een echtpaar Jacob Stibbe x Kaatje zou dan te vinden moeten zijn, en dat is tot op heden niet gelukt. Deze Jacob Stibbe zou dan op chronologische gronden dezelfde moeten zijn als Jacob David Stibbe, de zoon van David Jacob Stibbe, rabbijn te Zwolle.
In de ondertrouwregisters van Amsterdam, die inmiddels online zijn te raadplegen tegen een kleine vergoeding, vond ik de volgende huwelijksinschrijving van Joseph Asser Lehmans - toen nog Leman Simons - en Duijfje Stibbe:
De inschrijving, (Stadsarchief Amsterdam) |
(10 januari 1794, Amsterdam): "Compareerden als vooren
Leman Simons, van Amsterdam, Jood, oud 24 jaar, in de Rapenburgerstraat, geadstr. met zijn vader Siemon Barends, woont als boven;
Duijfje Jacobs, van Amsterdam, Jodin, oud 21 jaar, op de Swaneburgwal, geadst. met haar vader Jacob Simons, woont als boven".
Volgens de overlijdensakte van de rabbijn Joseph Asser Lehmans, heette diens vader Simon Barends Boekbinder.
Dit feit, in combinatie met de gevonden trouwinschrijving, ondersteunt hypothese 1.
David Jacob Stibbe (1717-1806), rabbijn te Zwolle en grootvader moederszijde van Duijfje Stibbe. |
De Zwolse rabbijn David Jacob Stibbe heeft de naam Stibbe aangenomen van de drogist Meindert Stibbe waar hij gewerkt heeft; ten gunste van zijn oorspronkelijke achternaam Sousan/Sjoesjan.
Zijn dochter Vrouwtje Davids Stibbe huwde met haar volle neef Jacob Simon Witlich, wiens moeder Rachel Jacob Sousan was.
Meer over de Stibbes in Zwolle is hier te vinden;
een grote parenteel Stibbe vanaf de Perzische stamvader David Schuschan is hier te vinden; jammer is alleen dat de hierboven genoemde beide hypothesen in de parenteel zijn verwerkt. Verder zeer veel afstammelingen.
Herkomst van de afbeeldingen:
Joseph Asser Lehmans: het Joods Historisch Museum
David Jacob Stibbe: "Joods Zwolle"
donderdag 21 juni 2012
Een aantekening over historische genetica
Op Eupedia is veel informatie te vinden volgens de laatste inzichten wat betreft de geschiedenis van de haplogroepen (van o.a. het Y-chromosoom) van de mens in Europa.
Het onderzoek naar historische genetica is de laatste jaren sterk in omvang toegenomen, en is niet direct van belang voor de genealoog, maar wel voor begrip van hoe de huidige populaties tot stand gekomen zijn.
Een voorbeeld van een radicaal gewijzigd inzicht is de verspreiding van haplogroep R1b over West-Europa.
Tot 2008 was het mainstream ervan uit te gaan dat deze groep na de IJstijd vanuit het Iberisch schiereiland zich herverspreid heeft over Europa. De meeste West-Europeanen zouden in rechte mannelijke lijn van deze mensen afstammen.
Vanaf 2008 is het veel waarschijnlijker gebleken dat R1b pas veel later Europa is binnengekomen, bijvoorbeeld pas in de vroege Bronstijd. Redenen hiervoor zijn dat er veel oudere (eerder van de boom afgesplitste) vormen van R1b te vinden zijn in Oost-Europa en de Kaukasus, en dat R1b volledig ontbreekt uit "ancient" DNA van de Neolitische en oudere tijd in Europa. Bovendien zijn de leeftijden van in West-Europa voorkomende "subclades" geschat op ca. 3000 voor Christus. Als R1b sinds de IJstijd al in West-Europa zat, dan zou een leeftijd van 10000 jaar logischer zijn.
De meeste West-Europeanen stammen in dit geval dus in rechte mannelijke lijn af van immigranten uit de vroege Bronstijd.
Wie het interessant vindt zich hiermee bezig te houden, doet er dus verstandig aan de laatste , zich steeds wijzigende inzichten te bekijken. Dit kan bijvoorbeeld op de blog van Dienekes: http://dienekes.blogspot.nl/
Het onderzoek naar historische genetica is de laatste jaren sterk in omvang toegenomen, en is niet direct van belang voor de genealoog, maar wel voor begrip van hoe de huidige populaties tot stand gekomen zijn.
Een voorbeeld van een radicaal gewijzigd inzicht is de verspreiding van haplogroep R1b over West-Europa.
Tot 2008 was het mainstream ervan uit te gaan dat deze groep na de IJstijd vanuit het Iberisch schiereiland zich herverspreid heeft over Europa. De meeste West-Europeanen zouden in rechte mannelijke lijn van deze mensen afstammen.
Vanaf 2008 is het veel waarschijnlijker gebleken dat R1b pas veel later Europa is binnengekomen, bijvoorbeeld pas in de vroege Bronstijd. Redenen hiervoor zijn dat er veel oudere (eerder van de boom afgesplitste) vormen van R1b te vinden zijn in Oost-Europa en de Kaukasus, en dat R1b volledig ontbreekt uit "ancient" DNA van de Neolitische en oudere tijd in Europa. Bovendien zijn de leeftijden van in West-Europa voorkomende "subclades" geschat op ca. 3000 voor Christus. Als R1b sinds de IJstijd al in West-Europa zat, dan zou een leeftijd van 10000 jaar logischer zijn.
De meeste West-Europeanen stammen in dit geval dus in rechte mannelijke lijn af van immigranten uit de vroege Bronstijd.
Wie het interessant vindt zich hiermee bezig te houden, doet er dus verstandig aan de laatste , zich steeds wijzigende inzichten te bekijken. Dit kan bijvoorbeeld op de blog van Dienekes: http://dienekes.blogspot.nl/
donderdag 14 juni 2012
de Fernex > van Ee: eindelijk opgelost
Een schijnbaar onoplosbaar probleem bij het invullen van de kwartierstaat vormde de persoon Johanna van Ee, (nr. 151), de echtgenote van Hendrik van Druten. Volgens haar overlijdensakte moest zij geboren zijn te Deil in het jaar 1780, als dochter van Adriaan van Ee. Haar moeders naam was de aktemaker niet bekend.
Ik vond maar geen Johanna van Ee in het desbetreffende tijdvak in het doopboek van Deil. De hoop verder terug te dringen in de tijd bij deze mevrouw vervloog.
Één aanwijzing vond ik in het genealogisch tijdschrift der NGV afdeling Betuwe,
Aqua Vitae, 2000-1.
Hierin staat een reconstructie van de bevolking van Deil 1806-1809.
Hieruit blijkt dat Hendrik van Druten verdronk bij de overstroming van de Linge, en er hierbij flink wat huisraad verloren is gegaan. In het huis woonde ook de grootmoeder, 'weduwe Plat'. Aangezien Hendrik van Druten onder zijn grootouders géén Plat, danwel een weduwe van een Plat had zitten, vermoedde ik dat zij een grootmoeder moest zijn van Johanna van Ee.
Na het trouwboek van de gemeente Deil erop nageslagen te hebben, kwam ik een Catharina Vernee tegen, die als JD van Rossum huwde op 6 januari 1760 met Jan Plat, uit Waardenburg. Bij het zien van de achternaam Vernee moest ik denken aan de naam Van Ee zelf. Er zou hier wel eens hetzelfde fenomeen achter kunnen zitten als bij de variaties Vernooij tegenover Van Ooij.
In dat geval zou Johanna van Ee een grootmoeder met dezelfde naam als zijzelf gehad hebben. Ik vond een dochter uit het huwelijk Plat-Vernee, die de moeder zou kunnen zijn van Johanna van Ee, maar dit was niet na te gaan in de dtb van Deil.
Ik keek weer terug in het doopboek van Deil, en vond Johanna toen ineens wel in 1780: zij was gedoopt als onechte dochter van Ariaantje Verneij, en de getuige was Catharina Verneij!
De aanname dat Vernee = Van Ee heeft dus meegeholpen, en de overlijdensakte is de fout in gegaan.
Nu wilde ik bewijzen dat Catharina Vernee ook daadwerkelijk Johanna's grootmoeder was; Ariaantje Vernee zou dan buitenechtelijk gedoopt zijn en haar moeders naam gekregen hebben.
Ik vond Ariaantje in de dopen van Rossum, dus zij is geboren voordat Catharina Vernee naar Deil vertrok.
Catharina zelf is wel binnen huwelijk geboren, als dochter van de Zwitserse sergeant Abraham de Fernex (= de Vernee), wat ik niet verwacht had, maar wat het verhaal wel interessant maakt!
Deze naam is weer anders dan Vernee. Het lidwoord "de" is hier vermoedelijk weggevallen na herinterpretatie van de naam als een Nederlandse. Hierbij is "Ver-" een samentrekking van "Van der". Het zou raar zijn hier een lidwoord voor te zetten.
Er heeft zich dus binnen 70 jaar een verbastering voorgedaan van een Frans-Zwitserse achternaam tot een Nederlandse:
de Fernex -> de Vernee -> Vernee -> Van Ee.
Dat deze verandering zo snel heeft plaatsgevonden is interessant. Vraag is hoe groot de rol hierin geweest is van het op elkaar volgen van twee ongehuwde moeders.
Tot slot nog de stamboom, hetgeen uitgebreid na te lezen valt in de kwartierstaat:
Abraham de Fernex x Jenneke Lamberts de Groot
(*1677 Genève) (*Rossum)
|
Catharina (de) Vernee (x Jan Plat)
(*1726 Rossum)
|
Ariaantje Vernee x ?
(*1760 Rossum)
|
Johanna van Ee x Hendrik van Druten
(*1780 Deil +1855 Deil)
Ik vond maar geen Johanna van Ee in het desbetreffende tijdvak in het doopboek van Deil. De hoop verder terug te dringen in de tijd bij deze mevrouw vervloog.
Één aanwijzing vond ik in het genealogisch tijdschrift der NGV afdeling Betuwe,
Aqua Vitae, 2000-1.
Hierin staat een reconstructie van de bevolking van Deil 1806-1809.
Hieruit blijkt dat Hendrik van Druten verdronk bij de overstroming van de Linge, en er hierbij flink wat huisraad verloren is gegaan. In het huis woonde ook de grootmoeder, 'weduwe Plat'. Aangezien Hendrik van Druten onder zijn grootouders géén Plat, danwel een weduwe van een Plat had zitten, vermoedde ik dat zij een grootmoeder moest zijn van Johanna van Ee.
Na het trouwboek van de gemeente Deil erop nageslagen te hebben, kwam ik een Catharina Vernee tegen, die als JD van Rossum huwde op 6 januari 1760 met Jan Plat, uit Waardenburg. Bij het zien van de achternaam Vernee moest ik denken aan de naam Van Ee zelf. Er zou hier wel eens hetzelfde fenomeen achter kunnen zitten als bij de variaties Vernooij tegenover Van Ooij.
In dat geval zou Johanna van Ee een grootmoeder met dezelfde naam als zijzelf gehad hebben. Ik vond een dochter uit het huwelijk Plat-Vernee, die de moeder zou kunnen zijn van Johanna van Ee, maar dit was niet na te gaan in de dtb van Deil.
Ik keek weer terug in het doopboek van Deil, en vond Johanna toen ineens wel in 1780: zij was gedoopt als onechte dochter van Ariaantje Verneij, en de getuige was Catharina Verneij!
De aanname dat Vernee = Van Ee heeft dus meegeholpen, en de overlijdensakte is de fout in gegaan.
Nu wilde ik bewijzen dat Catharina Vernee ook daadwerkelijk Johanna's grootmoeder was; Ariaantje Vernee zou dan buitenechtelijk gedoopt zijn en haar moeders naam gekregen hebben.
Ik vond Ariaantje in de dopen van Rossum, dus zij is geboren voordat Catharina Vernee naar Deil vertrok.
Catharina zelf is wel binnen huwelijk geboren, als dochter van de Zwitserse sergeant Abraham de Fernex (= de Vernee), wat ik niet verwacht had, maar wat het verhaal wel interessant maakt!
Deze naam is weer anders dan Vernee. Het lidwoord "de" is hier vermoedelijk weggevallen na herinterpretatie van de naam als een Nederlandse. Hierbij is "Ver-" een samentrekking van "Van der". Het zou raar zijn hier een lidwoord voor te zetten.
Er heeft zich dus binnen 70 jaar een verbastering voorgedaan van een Frans-Zwitserse achternaam tot een Nederlandse:
de Fernex -> de Vernee -> Vernee -> Van Ee.
Dat deze verandering zo snel heeft plaatsgevonden is interessant. Vraag is hoe groot de rol hierin geweest is van het op elkaar volgen van twee ongehuwde moeders.
Tot slot nog de stamboom, hetgeen uitgebreid na te lezen valt in de kwartierstaat:
Abraham de Fernex x Jenneke Lamberts de Groot
(*1677 Genève) (*Rossum)
|
Catharina (de) Vernee (x Jan Plat)
(*1726 Rossum)
|
Ariaantje Vernee x ?
(*1760 Rossum)
|
Johanna van Ee x Hendrik van Druten
(*1780 Deil +1855 Deil)
Labels:
dutch genealogy,
founds,
genealogy,
names,
pedigree,
swiss genealogy
zondag 3 juni 2012
Uitleg naam en kwartierstaat
De naam die ik gekozen heb voor deze blog, "Sennewini" is een door mijzelf bedachte verlatijnisering van "van Zennewijnen". Mijn stamvader, Jan van der Heijden, staat bij zijn huwelijk in 1726 te Ophemert met Maria van der Burg, te boek als "J.M. van Sennewijnen".
Zennewijnen is een buurtschap dat toentertijd onder Ophemert viel, maar tegenwoordig dicht langs de buitenrand van Tiel ligt.
Onder de pagina "Kwartierstaten", in de zijbalk rechts, heb ik een begin gemaakt met mijn kwartierstaat, te beginnen vanaf mijn betovergrootouders (Generatie V). De voorouders uit mijn kwartierstaat komen uit verschillende gebieden, waarbij de stad gezorgd heeft voor de uiteenlopende herkomsten van alle mensen. Het grootste gedeelte komt uit verschillende Nederlandse gebieden, inclusief Nederlands-Indië. De meeste voorouders uit het Nederlandse gebied waren protestants van geloof, maar een niet onaanzienlijk deel was katholiek, en ook joden komen voor.
Onder het buitenlandse bloed zijn meest Duitsers aanwezig, van zowel protestantse als katholieke achtergrond.
Zennewijnen is een buurtschap dat toentertijd onder Ophemert viel, maar tegenwoordig dicht langs de buitenrand van Tiel ligt.
Onder de pagina "Kwartierstaten", in de zijbalk rechts, heb ik een begin gemaakt met mijn kwartierstaat, te beginnen vanaf mijn betovergrootouders (Generatie V). De voorouders uit mijn kwartierstaat komen uit verschillende gebieden, waarbij de stad gezorgd heeft voor de uiteenlopende herkomsten van alle mensen. Het grootste gedeelte komt uit verschillende Nederlandse gebieden, inclusief Nederlands-Indië. De meeste voorouders uit het Nederlandse gebied waren protestants van geloof, maar een niet onaanzienlijk deel was katholiek, en ook joden komen voor.
Onder het buitenlandse bloed zijn meest Duitsers aanwezig, van zowel protestantse als katholieke achtergrond.
donderdag 17 mei 2012
Guillaume Budé (1467-1530) part 2: Dutch descendants in the academy
In
continuation of my last post I will place here beneath a lineage showing the descendance
of Ida Elisabeth Bothenius (married to Jan Lohman) from the humanist Guillaume
Budé. This is a quite interesting descendance story.
From France descendants went - amongst others - to Geneva, to openly practise Calvinist faith. From there, descendants went to Leiden, to teach at University. Since then, descendants live in the Netherlands.Guillaume Budé (1467-1530) |
I.
Guillaume Budé, seigneur de Marly-la-Ville, etc., born at Paris 26 January
1467, died at Paris 23 August 1540. Influential humanist, son of Jean Budé and
of Catherine le Picart. He married to Roberte le Lieur, converted to Calvinism
at Geneva, died Geneva 15 april 1550, daughter of Roger le Lieur and of Isabeau
de Lailly.
II. Marguerite Budé, born 1530, died at Geneva 27 April 1618. She married Guillaume de Trie, merchant, born at Lyon, Calvinist, one of Calvin's correspondents, died at Geneva in 1561.
Joseph Duchesne (-1609) |
III. Anne
de Trie, married (1) Matthieu de Sève, échevin at Lyon, who died 1572. She
married (2) to Joseph Duchesne, (Josephus Quercetanus), seigneur de la
Violette, an alchemist, physician, firstly of Francis, duke of Anjou, later for
Henry IV. He also was diplomat with missions in Switzerland. He was born in
Armagnac, became Calvinist, and died in 1609. He was follower of Paracelsus and
wrote about alchemy.
IV. Jeanne
Duchesne, dame de la Violette, married to Pierre du Port, seigneur du
Mouillepied. Older
books mention Jeanne as married to Joachim du Port, with Pierre as their son,
but this is chronologically tight, and newer books only show her as married to
Pierre.
Friedrich Spanheim (1600-1649) |
V.
Françoise-Charlotte du Port, born in Paris, died at Geneva in 1648. She married
Prof. Friedrich Spanheim, theologian and philosopher. He first became professor
philosophy at the University of Geneva. In 1642, he moved to Leiden to teach
theology at Leiden University. He believed strongly in the Calvinistic
principle of predestination, which he defended against Amyraut. Friedrich
Spanheim was born in Amberg, 1600, and died at Leiden in 1649. He was son of
Wigand Spanheim, a theologian, and of Renée Tossanus, daughter of Daniel
Tossanus, also a theologian.
Among their
children were Ezechiel Spanheim and Friedrich Spanheim the Younger. We will
continue with the less important of the brothers:
Henricus Geldorpius (1600-1652), father of Ida Geldorpius. |
VI. Andreas Spanheim, land agent in Groningen, baptised at Leiden 8 May 1643, died in 1727. He married at Amsterdam in 1681 Ida Geldorpius, baptised at Amsterdam 19 February 1645, daughter of Henricus Geldorpius, a preacher, and of Neeltje Elberts Pool.
VII.
Elisabeth Catharina Spanheim, baptised in Groningen 23 October 1683. She
married Louis Bothenius, mayor of Groningen, baptised at Groningen 12 August
1677, son of Dr. Henricus Bothenius, a philosopher, and of Adriana Trip, from
the rich merchant family.
VIII. Ida
Elisabeth Bothenius, baptised at Groningen 7 April 1706, died 12 March 1756.
She married Jan Lohman, a colonel, born at Groningen 18 July 1701, son of
Hendrik Lohman and of Elisabeth Tammen.
They have
living descendants.
The French humanist Guillaume Budé (1467-1530). Part 1: his life
The ideas
of humanism has contributed to a significant extant to the ideas of the
Renaissance. Humanist learned to know the Classics from the original texts.
A
significant humanist from France is Guillaume Budé (1467-1530).
Guillaume Budé (bron: wikimedia.org) |
Budé was
born at Paris in 1467 as member from a family with many people working in
court. His father was a counselor of the king.
Budé began
studying law in Orléans, but did not finish it. It might not have been the
right study for him, or he may have had not enough motivation. He by himself
said that he 'spoilt his youth by dealing with horses and hunting.' Only at 23,
he got interested in literature.
By then, he
started to read rapidly the books from his father's library, and spent most of
his money on books in Latin and Greek. He went on autodidactic tour and learnt
himself Latin and Greek, becoming more fluent in the last one. He may be
regarded as one of the greatest specialists in Greek language of his time. To
me it is not known if he also mastered Classical Hebrew, the 'third classical
language.' His son Louis Budé knew it, because he taught the language in
Geneva.
Budé also
learned philosophy, theology and medicines. It is not clear to which extant he
knew these subjects.
As his
father, he became secretary at court under Louis XII. In this time Budé
travelled to Venice and Rome. These travels may have influenced his humanist
thoughts.Under king François I, who was fond of Budé, Budé's influence rose.
His
knowledge of the Latin and Greek language brought him to the idea to restore the
classic education in France. Real Christian students had to not only learn the
Bible and the writings of the church fathers, but also especially classical and
original texts. This would give the students the skill to recognize truth
whenever they encounter a text.
He
suggested the king the idea building a school in which Greek, Hebrew and
mathematics should have been taught. In
1530, the school was built and got the name Collegium Trilinguae. Today, the
school is known as the Collège de France. Budé asked the Dutch humanist Erasmus
to lead the school, but he refused.
Budé also
was involved by setting up the Bibliothèque de Fontainebleau, which later moved
to Paris to become the Bibliothèque National.
Budé lived
in a religiously restless time, when the church began falling apart. By
himself, he stayed Catholic till his death. It is however claimed that towards
the end of his life he developed Calvinist tendencies. In 1540 he died in
Paris. He made the awkward request to bury him at night.
His widow,
Roberte le Lieur, and his family certainly was Calvinistic, and went to Geneva.
Budé's son-in-law, Guillaume de Trie, was a friend of Calvin himself.
From his
actions, Budé clearly can be seen as a humanist. His intention for building the
Collegium Trilinguae, make clear he attached importance to studying original
sources in their original languages.
From his
books, Budé's interest in the Classics can be drawn. In his book
"Annationes in XXIV libros Pandectarum", he compares Roman pandectae,
in where Roman law is described, and molded it in a standard work on Roman law.
In 1514,
Budé gained publicity from his book "De asse et partibus", in where
he deals with ancient Greek and Roman coins, weights and measures.
Another
important work written in 1533 is "De studio literarum recte et commode
instituendo". This work is important for humanists because it deals with
the "ideal of a whole culture as preparation for a Christian mind.".
Budé seemingly wanted to spread the improved Christianity, drawn from original
sources.
Further on,
Budé left mostly books that improved the study of Greek, letters written in
Greek, and dictionaries.
Conclusion
Budé is of
importance for later people, because of his restoration of the in the medieval
period decayed study of Greek language, books on other topics from the classic
period, and because of his foundation of the contemporary Collège de France.
A search
for Guillaume Budé (or in Latin: Budaeus) on google books shows a lot of books
about him.
donderdag 19 april 2012
Mary Anne Slaterus-Pike, her ancestry
An ancestor whom I long had interest in, was my father's direct
matrilineal ancestor Mary Anne Slaterus-Pike (1844-1916). The only family
stories about her were delivered by her granddaughter, my
great-great-grandmother Jkvr. Frederika Mallien-Leyssius, who, according to
what is told me, loved telling all her stories in the East Indies again and
again: "Did I already tell you...?" Told or not, she would speak.
About her grandmother Mary Anne Pike, not an awful lot was known nor
told. She was born on her father's ship, which was told to be a pirate ship -
of course, this was to colour the story - but it turned out that it was true Mary Anne was born on board of her father's ship. Furthermore, the story rose that she
was related to a "bishop Pike", but for this no clues have been found.
Some research about her was done by Christiaan van Vuure, who worked
together with Henk Slaterus on the family tree Slaterus. In a journey to Padang
on the island of Sumatra, and found information on the background of Mary Anne
Pike. Her parents were Michael Lawrence Pike, a captain from India
(Jaggernaikpuram) and the native baptized woman Sophia. Furthermore became
clear that Michael Lawrence Pike was the son of the identical named Michael
Lawrence Pike and Wilhelmina Dirksen.
A picture of Mary Anne Slaterus-Pike with some family in front of her house in Padang:
A picture of Mary Anne Slaterus-Pike with some family in front of her house in Padang:
Mary Anne Slaterus-Pike with some children and sons-in-law, Padang, ca. 1900 (thanks to Christiaan van Vuure). |
Pike is English
Research in the online databases of familysearch.org and the British
Library, passenger lists on google books, and contacts with possible family
member Carrie Butler, made it possible
to create a pedigree of Mary Anne Pike. It is shown below, written in Dutch.
First however, I will make some initial comments:
In the familysearch.org database I firstly stumbled on a Michael
Laverence Pike, born in Churston Ferrers, Devonshire 1746/7. He was the only of
that name in the whole database. Though one does have to be aware of coincidence, this is a name too rare to be not connected with the Pikes in the East.
On google books, in journals like "The Asiatic Journal", a captain M.
Pike was mentioned, travelling on his ship "The Reliance" along the
shore of eastern India. That this was to be understood as Michael Lawrence Pike
senior is due to the fact that once miss Dirkes with some relatives (miss A.
Dirkes = Anna Elisabeth Dirksz or Aleida Theodora Dirksz , master B. Dirkes = Benjamin Thomas Dirksz) travelled with him.
In lists mentioning Michael Laverence Pike (*1746/7) from Churston Ferrers, this
person is called a leaseholder. This means he was quite an agrarian. This
Michael Laverence Pike was not the right person to be married to Wilhelmina
Dirksen. He was just "to old," and besides that was an agrarian.
More logically, he could be an earlier member of the family travelling
to India.
Contacts with Carrie Butler, who also descend a Pike from India,
revealed she also thought Michael Laverence Pike had something to do with the
later Michael Lawrence Pike x Wilhelmina Dirksen, but was not sure how these
two people connected to each other.
Quite soon after, she said she may have found a solution: in
chronological and geographical ways it made a very good sense.
She found a Michael Laverence Pike married to Elizabeth Spicer Moss in
the parish of Plymstock, a village some east of the harbour town Plymouth. As
Plymstock only lay 30 miles from Churston Ferrers, the name Michael Laverence
Pike was quite unique, and Plymstock was close to a harbour city, we may
identify this Michael Laverence Pike with the one born in Churston Ferrers. In
a document
he deals together with presumably family member Walter Avent Moss with the
business of some ships, which means he is connected with sea faring affairs. In
the document he is called "of Preston" which according to me is to be
read "of Oreston", a parish close to Plymstock.
Together with Elizabeth Spicer Moss he got five children, among one was
Michael Lawrence Pike (born 1779).
It seems rather logical to me that this Michael Lawrence Pike (1779), born in
a village near to sea and with a father coping with sea faring affairs, was
about to begin a career at sea. I propose to equate him with the captain M.
Pike of the "Reliance", married to Wilhelmina Dirksen.
I made a scheme of my conclusions, to make things more clear, as it is confusing to have 3 people of the same name succeeding each other:
I made a scheme of my conclusions, to make things more clear, as it is confusing to have 3 people of the same name succeeding each other:
Pike: from Devonshire to Sumatra |
In the pedigree below I included some more information (it is in Dutch).
Concerning Wilhelmina Dirksen, I found her on familysearch.org, baptized
in Sadras as Wilhelmina Nentie Dirksz (with Nentie "Nancy"), daughter
of Christian Bernhardus Dirksz and Maria Mentie Gevel. In the pedigree more is
said about them also. Attempts to map their ancestry are not yet made, but this will be very difficult, as the registers from the Coromandel coast have not been preserved very well.
A pedigree of Mary Anne Pike.
Generatie 1
1 Mary Anne
Pike, geboren op 15
februari 1844 op haar vaders schip “Norfolk”, nabij het eiland Singkep
(Oost-Sumatra), overleden te Padang op 23 november 1916.Zij was gehuwd te Padang op 5 oktober 1863 met Frederik Lodewijk Slaterus, boekhouder,
geboren te Huize Cruysvoorde, Twello, op 11 november 1831, overleden te Padang
op 11 december 1894, zoon van Frederik Lodewijk Slaterus en van Anne Marie Wilhelmine Lohman.
Generatie
2
2 Michael
Lawrence Pike, gezagvoerder,
geboren volgens trouwakte te Jaggarnaikpoeram (Coromandelkust, Brits-Indië),
gedoopt te Fort St. George op 4 maart 1815, overleden te Padang op 24 december
1865. Hij was later gehuwd te Padang op 10 december 1864 met Louise Henriette
Apon. Hieruit:
1.
Michael Lawrence Apon,
geboren te Padang op 1 april 1851, overleden aldaar op 28 mei 1852.
2.
Nicolaas Pike, geboren
te Padang op 8 april 1853, jong overleden in de jaren 1880.
3. Louise Henriette Pike, geboren te Padang op 22 juni 1855. Zij is
gehuwd met Charles Louis Baier. Zij
vertrokken naar 's-Gravenhage.
Vanaf 1843
had hij een relatie met
3 Sophia, gedoopte inlandse vrouw. Hieruit:
1. Mary Anne Pike, 1
2.
William Pike, geboren te
Padang op 26 augustus 1847.
Generatie
3
4 Michael
Lawrence Pike, kapitein
van de “Reliance,’ te Madras, gedoopt te Plymstock (Devonshire) op 13 augustus
1779, overleden op zee bij de Bengalen op 17 november 1823. Hij was gehuwd met
5
Wilhelmina Nancy Dirksz, gedoopt
te Sadras op 10 juli 1788. Hieruit:
1. Michael Pike, born at Coringa 2 januari 1806, gedoopt te Calcutta 4 januari
1807, overleden 21 mei 1811.
2. Captain William Pike, geboren in 1808, gedoopt te Fort St. George 23 september
1809, diende in de country service, overleden te Coringa 9 juni 1841.
3. Nicholas Pike, geboren op 23 May 1810, gedoopt te Fort St. George
(Madras) op 23 maart 1811.
4. Mary Anne Pike, geboren op 19 mei 1812, gedoopt te Fort St. George 16
oktober 1813, gehuwd te Madras op 31 maart 1832 Mr. Robert Constantine Cole,
esquire, koopman, overleden Madras 3 augustus 1842.
5.
Michael Lawrence Pike, 2
6.
[Nicolas Pike, geboren te Madras in 1817, algae
collector, painter of Indian Ocean and Mauritius fish, overleden in 1905?.]
7.
[Mr. John Pike.]
Generatie 4
8 Michael
Laverence Pike, gedoopt
te Churston Ferrers op 3 maart 1746/7. Hij is gehuwd te Plymstock op 7 december
1774 met
9
Elizabeth Spicer Moss, gedoopt
te Plymstock op 22 november 1751, begraven aldaar op 29 januari 1788.
1.
William Moss Pike, gedoopt te Plymstock
op 22 juni 1776.
2.
Ann Spicer Pike, gedoopt te Plymstock
op 7 december 1777. Zij huwt Christopher Pike, haar neef.
3.
Michael Lawrence Pike, 4
4.
Nicholas Moss Pike, geboren te Oreston
(Plymstock) in 1783, gedoopt te Plymstock op 1 april 1784.
5.
Tabitha Moss Pike, gedoopt te Plymstock
op 21 januari 1787.
10 Christian
Bernardus Dirksz, boekhouder
O.I.C, resident Jaggernaikpoeram.
Hij is gehuwd
(2) met Anna Elisabeth van Holt. Hieruit:
1. Maria Mentie
Dirksz, geboren op 14 december 1797, gedoopt te Jaggernaikpoeram op 18 augustus
1799. Zij huwt 31 oktober 1817 te Nellapilly Capt. C.F. Davies.
2. Anna Elisabeth
Dirksz, geboren op 17 novembe r 1804, gedoopt te Coringa op 11 februari 1810.
3. Aleida Theodora
Dirksz, geboren op 19 november 1806, gedoopt te Coringa op 11 februari 1810.
4. Benjamin Thomas
Dirksz, geboren op 23 september 1808, gedoopt te Malapilly op 11 februari 1810.
Hij was
gehuwd (1) met
11 Maria
Mentie Gevel, misschien
afstammend van Bartholomeus Gevel, die een eeuw eerder vaandrig was aan de
Coromandel, hij vertrekt 1719 naar Indië.
1.
Wilhelmina Nancy Dirksz, 5
Generatie
5
16 John
Pike, gedoopt te
Stoke Gabriel op 23 september 1703. Hij was gehuwd te Exeter op 17 mei 1733 met
17 Ann
Laverence, gedoopt te
Churston Ferrers op 14 december 1701.
1.
Christopher Pike, gedoopt te Churston
Ferrers op 23 april 1734.
2.
John Pike, gedoopt te Churston Ferrers
op 3 juli 1735.
3.
William Pike, gedoopt te Churston
Ferrers op 3 maart 1737. Hij was gehuwd met Joan.
4.
Philip Pike, gedoopt te Churston
Ferrers op 19 juni 1739. Hij was gehuwd te Plymstock op 12 juli 1760 met Mary
Winston Pearse.
5.
Ann Pike, gedoopt te Churston Ferrers
op 17 september 1742.
6.
Elizabeth Pike, gedoopt te Churston
Ferrers op 12 maart 1744.
7.
Michael Laverence Pike, 8
18
Nicholas Moss, gehuwd
te Plymstock op 13 augustus 1740 met
19 Tabitha
Spicer.
1.
Nicholas Cunliff Moss.
2.
William Spicer Moss.
3.
Robert Moss.
4.
Elizabeth Spicer Moss, 9
5.
Walter Avent Moss (vermoedelijk Moss
verwant aan Avent, mogelijk Walter Avent x 1704 Alice Oswell, Wembury?)
6.
Alice Moss.
Generatie
6
32
Nathaniel Pike,
gedoopt te Blackawton in 1675. Hij was gehuwd te
Stoke Gabriel op 1 juni 1698 met
33
Penelope Kelly,
gedoopt te Stoke Gabriel op 12 juli 1669.
1.
Anne Pike, gedoopt te Stoke Gabriel op
19 oktober 1699.
2.
John Pike, gedoopt te Stoke Gabriel op
6 november 1700, overleden aldaar op 23 april 1701
3.
Nathaniel Pike, gedoopt te Stoke
Gabriel op 24 februari 1702. Hij was gehuwd te met Eleanor, overleden te
Brixham op 4 januari 1747.
4.
John Pike, 16
5.
Philip Pike, gedoopt te Stoke Gabriel
op 2 september 1707. Freeholder Churston Ferrers 1734-1747, hij was gehuwd te
Exeter op 17 juli 1733 met Edith Crews.
34 Michael
Laverence, gedoopt te
Churston Ferrers op 2 april 1657, begraven aldaar op 31 maart 1732. Hij was
gehuwd met
35
Ann,
begraven te Churston Ferrers op 12 juli 1738.
1.
Michael Laverence, gedoopt te Churston
Ferrers op 25 december 1689.
2. Mary Laverence, gedoopt te Churston Ferrers op 12
april 1691.
3.
William Laverence, gedoopt te Churston
Ferrers op 28 januari 1694, begraven aldaar december 1724.
4.
Ann Laverence, 17
Generatie 7
64 Philip Pike, te Blackawton, gehuwd met
65 Cicily.
66 John Kelly, hij was gehuwd met
65 Cicily.
66 John Kelly, hij was gehuwd met
67
Susanna.
68 Richard
Laverence, hij was
gehuwd te Paignton op 16 januari 1648 met
69 Embline
Pearce, gedoopt te
Churston Ferrers op 14 juni 1615, begraven aldaar in september 1691.
Generatie 8
138
William Pearce, hij was gehuwd te Churston Ferrers op 4
november 1605 met
139
Weltinge Harry,
begraven te Churston Ferrers in juli 1660.
Abonneren op:
Posts (Atom)