Afgelopen zomer reisden mijn moeder en ik af naar het Duitse stadje Brühl, nabij Keulen. In twee dagen hoopten we meer grip te krijgen op het Duitse bloed in ons, een fenomeen dat niet onbekend is onder de Nederlanders.
In het archief te Brühl zijn de doop- trouw- en begraafregisters alsmede de burgelijke stand van grofweg het gebied Nordrhein-Westfalen te vinden. Het archief zelf is gevestigd in een zijvleugel van het Schloss Augustusburg, een mooie plek voor zo'n instituut!
Na aankomst bleek dat het archief geen koffie te bieden had; we liepen daarom eerst naar het centrum van Brühl, en namen lekker een cappuccino aan het marktplein.
Tegen het eind van de ochtend konden we gaan beginnen met het onderzoek. Na een duidelijke inschrijving kregen we instructies hoe we boeken konden aanvragen en microfiches moesten pakken. Hoewel dit voor ons een bekend verschijnsel was, houden de Duitsers nu eenmaal van administratie. Microfiches kon je wel pakken, maar het papiertje wat je op de plek van de gepakte microfiche legt, moest je naam en een nummer bevatten.
De microfiches bevatten over het algemeen tafels van de burgelijke stand. De akten zelf van de burgelijke stand waren meest gedigitaliseerd en konden via nummers/data gevonden worden op de aanwezige computers.
Nu we ver genoeg waren met de burgelijke stand, die in en rond Aken, ons belangrijkste onderzoeksgebied, al begon in 1797, moesten we de DTB induiken.
Het archief had het systeem dat je niet zelf de DTB-boeken uit kasten kon pakken. Je diende de boeken aan te vragen via een briefje, waarmee je meer dan tien boeken in een kon aanvragen. Een halfuur later lagen ze dan voor je klaar.
Dit was in ieder geval de procedure voor de stad Aken en de nabijgelegen parochie van Burtscheid. We hebben lekker wat gegevens gevonden voor onze familie.
De dag echter, liep gauw tot zijn eind, en we begonnen de volgende dag meteen weer met de rest van Aken. Ergens in de tweede helft van de 17e eeuw liepen we wel vast. Hun achternamen kwamen wel voor in de DTB, maar zij zelf waren niet te vinden. Vermoedelijk zijn ze in naburige dorpjes ter kerke gegaan.
Tegen de middag rondden we het Akense af, en keerden naar de protestantse Duitse voorvader Pieter Herkenraad, die voor het nodige nageslacht gezorgd heeft in de Hoeksche Waard, zijnde 'afkomstig uit het Furstendom Mörs'.
In het Haagse CBG was al gebleken dat hij in ieder geval niet in de stad Mörs gedoopt was.
We raadpleegden dus de parochiekaart die in de studiezaal hing, en gingen de dorpjes rond Mörs af. Deze parochieën hadden hun DTB in gedigitaliseerde vorm, wat een stuk sneller werkte. Uiteindelijk vonden we hem in de parochie van Vluyn: zijn ouders waren Tilman Herkelrath x Elisabeth. Jammer is, dat de trouwregisters van Vluyn uit deze periode (ca. 1740) niet aanwezig danwel bewaard zijn, want in de protestantse registers werd de familienaam van de moeder niet genoemd.
We hebben wel echter een band gelegd tussen Vluyn en Oud Beijerland.
We hebben een hoop geleerd van ons bezoek aan Brühl, het verschil gezien tussen Nederlandse en Duitse archieven, en gezien dat er veel te vinden is, ook over de grens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten