Een veelvoorkomend fenomeen bij het uitzoeken van de stamboom is de "onbekende vader": meestal is er dan sprake van een ongehuwde vrouw in een ongunstige maatschappelijke positie die één of meer kinderen krijgt. Met name gedurende de negentiende eeuw kwam dit steeds vaker voor. De vader blijft meestal onbekend, tenzij hij in doopregisters door de moeder genoemd wordt (vaak bij katholieken) of in notariële stukken opduikt. Bij een onbekende vader in recente generaties kunnen genetische verwanten ons op het spoor brengen van zijn identiteit.
Ook in mijn voorgeslacht komen nogal wat onbekende vaders voor. Ongeveer 1/16 van mijn voorouders bestaat uit onbekende vaders. Zijn er aanwijzingen die ons meer kunnen vertellen over de identiteit van deze mannen? In deze blog enkele voorbeelden uit mijn voorgeslacht waar sprake is van een onbekende vader.
De meest recente onbekende vader betreft de vader van mijn betovergrootmoeder Geertrui van Zanten, geboren te Waardenburg op 20 augustus 1899 als Geertrui Pellegrom, dochter van de Waardenburgse Geertje Pellegrom. Toen Geertje in 1907 met Jacob Cornelis van Zanten trouwde, erkende hij Geertrui als zijn dochter en voedde haar ook als zodanig op. Hij was echter niet haar natuurlijke vader, zoals mijn overgrootmoeder wist te vertellen. Geertje was gedurende het grootste gedeelte van 1898 dienstmeid in Deil bij het grote huis van de oude Gerrit Johannes van Arkel. In het huis waren gedurende meerdere jaren meerdere dienstmeiden en knechten werkzaam. Ten tijde van Geertruis dienst werkte ook de 16-jarige knecht Cornelis Gerrit de Morée op het huis. Zowel Van Arkel als De Morée zouden in aanmerking kunnen komen als vader van Geertrui. Het is niet precies duidelijk wanneer Geertje naar haar volgende werkadres vertrok, maar eind 1898 of begin 1899 vinden we haar als dienstmeid bij Gozen van de Water, eveneens in Deil. Hij woonde daar met meerdere ongehuwde zoons, waaronder Willem en Hendrik. Deze verdenk ik nog meer dan Van Arkel of diens knechten als verwekker van Geertrui. Voor alle mogelijke vaders die ik hier opnoem ontbreken vooralsnog aanwijzingen op genetisch gebied.
II. Maria
In het naburige Opijnen woonde eerder Maria den Otter, die tussen 1827 en 1841 vijf kinderen kreeg waarvan de vader niet bekend was. Het eerste kind noemde zij Anthonie Marienus. Hierop volgden Cornelis, Carolina, Maria Antonia en Willem. In het doopregister wordt geen vader vermeld. Er zullen in het dorp veel verhalen over Maria de ronde hebben gedaan. Maria was géén dienstmeid; ze woonde bij haar ouders Aart en Willemke aan de Zandweg in Opijnen. Ze was waarschijnlijk ook géén dame van plezier; in zo'n klein dorp zou dit een zeer grote schande zijn.
De Zandstraat te Opijnen (kadaster 1832, hisgis Gelderland) |
Kunnen we de theorie aanvullen met genetische aanwijzingen? Op autosomaal gebied wordt het lastig om eventueel genetisch materiaal afkomstig van Anthonie te onderscheiden van dat van Maria, aangezien zij neef en nicht waren. Wel is het nog mogelijk de vaderlijn van de Fieranten te vergelijken met die van mannelijke nakomelingen van Maria den Otter.
III. Antonetta
Doop van Job de Jongh (1658, Zoelen) (Regionaal Archief Rivierenland) |
Dit zijn slechts drie van vele voorbeelden, elk met hun eigen verhaal en aanwijzingen. Door steeds elke aanwijzing te onderzoeken komen we hopelijk uiteindelijk tot de oplossing.